GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een van uw eigen poëten...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een van uw eigen poëten...

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer van Gereformeerde zijde over de prediking in de aebonden kerken soms een en ander gezegd wordt, dan vliegt men aan die zijd^ terstond in de beenen om het den volke te zeggen, dat het niet waar is. Men schijnt daarginds te meenen, dat wij, vrijgemaakten, niet zonder verheuging des harten critiek uitbrengen op wat er sinds 1944 in de gemeenschap, die ons heeft uitgestooten, gebeurt. Alsof we ons voor wat in 1944 » geschiedde, achteraf pogen te rechtvaardigen door te wijzen op den gang van zaken, zooals die sindsdien te constateeren valt. Hetgeen niet het geval is. Want we willen graag praten over hetgeen in dien tijd zwart op wit gezet is op synodale papieren, die men ginds „in de kachel stoppen" mag. Dat rechtvaardigt ons genoeg.

Maar wel zien we met bezorgdheid daar krachten doorbreken, die reeds voor 1944 aan ihet werk waren. Er zijn er ginds, die blij zijn, dat ze ons k w ij t zijn. En er is een hooggeleerde, die dat ook zegt. Want daardoor kunnen ze nu „nieuwe koers" varen.

Dat daar „nieuwe koers" gevaren wordt, is zeker.

En óók dat er oude kapiteins zijn, die het met bezorgdheid zien gebeuren.

Maar die behooren daar langzaam aan tot de schippers aan den wal.

Opdat men ons geloove, geven we aan één dërzulken het woord. Misschien, dat men ons eerder vertrouwen schenkt, als we het „één van hun eigen poëten" laten zeggen.

Het is Prof. Dr K. Dijk.

Deze voorzag een piae memoriae Di R. E. van Arkel uitgegeven preekenbundel van een inleiding.

Daar lezen we:

„En ten tweede heb ik dit alles van dezen prediker gezegd, omdat ik zoo heel graag zou willen, dat een jongere generatie ook meer naar dézen „wegwijzer" luisterde. Ik zeg Vliet, dat er tegenwoordig , , s'echt" gepreekt wordt; ik ben erg bang voor alle generalisatie, maar ik zie wel symptomen, die me niet gerust doen zijn. We worden van twee kanten geïnfiltreerd, van de zijde der Barthiaansche invloeden, wanneer jongeren of ouderen te sterk naar Miskotte luisteren, en hem navolgen, en van den kant wat ik zou willen noemen 't Amerikanisme, de sensationeele prediking, waarover ik in deze schets reeds gesproken heb. Beide acht ik niet bevorderlijk aan het welzijn van de Gemeente des Heeren. We hebben noodig, zeker actuee^e, goede, degelijke gereformeerde preeken, waarin de dogmatiek en de exegese niet ontbreekt, en die zijn: ontsluiting van het Woord in en voor Christus' Kerk. We moeten, zal ons Gereformeeride leven niet inzinken, zoo spoedig mogelijk verlost worden van de a-gereformeerde preeken, van de actualiteits-preeken, van de re­ portage-preeken, waarin men begint te fuhnineeren tegen dogmatisme en conf essionalisme en voortgaat en eindigt met zooveel demonstratie van onkunde in dogma en dogmatiek dat het een wonder is, dat de kerke raad deze sprekers laat uitspreken". , .

Aldus Prof. Dr K .Dijk. En het lijkt een getrouw woord. Maar het i s het niet.

Want Prof. Dr K. Dijk wéét natuurlijk héél goed, wie deze preekers zijn en welke kerkeraden hen tolereeren.

Zooals Prof. Dr K. Dijk voor enkele jaren héél goed wist, waar wij woonden. Hij visiteerde vrij regelmatig als lid van de toenmalige commissie voor goede diensten, we bedoelen de commissie voor „zwarigheden", Kerkeraads-en Classis-vergaderingen om deze — soms ongevraagd — bij te staan als er iets te schorsen viel.

Waarom neemt hij nu niet zulk een initiatief? Waarom vraagt hij thans niet om deputaten voor „meeningsvierschillen" ?

Volgens zijn eigen zeggen staat thans heel het gereformeerde leven op het spel!

Maar in ernst: We zouden Prof. Dr K. Dijk wel eens graag op den man af willen vragen, of hij er voor God den H E E R E gerust op is, dat hij anno 1944 en volgende jaren meegedaan heeft aan het weren, schorsen, afzetten van menschen, die hem in zijn „strijd" (sit venia verbo!) voor de bewaring van de getrouwe prediking gaarne en van harte ter zijde* stonden.

We weigeren het te gelooven. We vellen liever het oordeel der liefde, dat óók Prof. Dr K. Dijk is meegesleept in dezen kwaden handel.

En als hij klaagt, publiek, maar niet concreet, dat preekers, die de kerkeraad maar niet moest laten uitspreken, zijn kerken in gevaar brengen, dan vragen we hem: Waarom hebt U mede een dogmaticus van den Kamper katheder trachten weg te werken, die èn tegen Barth èn tegen dat Amerikanisme rusteloos zijn studenten gewapend heeft? Die hun van het zweetkamertje naar den kansel een boodschap heeft meegegeven? Waarom klinkt in de collegezaal aan de Oudestraat Uw stem inplaats van de zijne? Benevens de stem van „nieuwe koers"? ? En waarom wordt deze kathederwisseling nog steeds den volke gesuggereerd een daad van „getrouwheid" geweest te zijn?

Waarom blijft Prof. Dijk dweilen en heeft hij den man, die het kraaötje dichtdraaide mede verjaagt?

man, die het kraaötje dichtdraaide mede verjaagt? Origineel is het laatste beeld niet. Maar waar is het wel. Alsmede de concrete toepassing in dit geval.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Een van uw eigen poëten...

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's