GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PRESSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PRESSCHOUW

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

PERSSCHOUW Van en over ds J. A. Schep.

Ds B. A. Bos heeft in Stadskanaal verzekerd, dat ds Schep (Assen), synodocratisch predikant, zoo ongeveer de fouten zag der synodocratische synodes. Hetgeen niet verhindert, dat in dezelfde week, waarin dr den Hartogh ds B. A. Bos rondweg verloochent, ds J. A. Schep met dr den Hartogh in 't zelfde nummer van het „Geref. Weeklad" de kolommen vult.

Ook ds J. V. Bruggen heeft aan ds Schep zijn aandacht gewijd in K'bode Drente. Zulks naar aanleiding van een oude kwestie, ontstaan naar aanleiding van ds Schep's brochure contra de vrijmaking. Thans, schrijft ds Schep aan ds v. Bruggen:

Laat ik mij nu dan alsnog haasten om U openlijk te hericliten, dat ik U indertijd in mijn brocliure over de leer onzer kerken ten aanzien van de kinderdoop onrecht heb aangedaan. Ik heb mij destijds, mede tengevolge van verontwaardiging over de vrijmEiklng, die Ik vandaag nog afkeur, te vetel laten leiden door een enkele opmerking van onze Synode, dat toelichting en prae-advies niet bindend zijn. Allengs is mij echter door onbevooroordeelde bestudering van de officiële stukken duidelijk geworden, dat onze'kerken in 1942—'43 zakelijk inderdaad gebonden hebben aan de leer, dat de kinderen voor (reeds) wedergeboren moeten worden gehouden, omdat de doop aan die kinderen bezegelen zou de aanwezig veronderstelde inwendige genade.

Het spijt mrj dat ik dit niet eerder heb gezien en dientengevolge op dit pimt U ten onrechte bestreden heb en aangeklaagd van verdraaiing van de waarheid.

heb en aangeklaagd van verdraaiing van de waarheid. Ik bied U daarvoor oprecht mijn verontschuldiging aan, alsmede voor de felle toon, waarin de vroegere brochures geschreven zijn.

Wat de Baamse kwestie betreft: al meen ik nog in gemoede, dat een en ander tn verband daarmee door U (met de beste bedoelingen) destijds niet juist is weergegeven, zo spijt het mij toch op dit ogenblik, dat ik in mijn brochures niet krachtig heb afgekeurd het niet te verdedigen feit, dat men daar goed Gereformeerde broeders alleen om hun verzet tegen 1905 in de interpretatie der Synode als ketters heeft geschorst.

Ik wil eindigen met de verzekering, dat Ik niet nalaten zal alles in het werk te stellen wat mogelijk Is, om onze kerken te bewegen eerlijk te erkennen, dat zij in 1942—'43 te eng gebonden hebben, aan welk feit mede de droeve kerkelijke situatie van vandaag te wijten is.

Dat met 'n erkenning van „te eng gebonden hebben" de zaak nog lang niet in orde zou zijn, zullen we niet herhalen.

Ds J. V. Bruggen merkt naar aanleiding daarvan op:

Dit ingezonden stuk van' ds J. A. Schep geven wg •hier gaarne plaats. Immers eert dit stuk zijn schrijver. Deze biedt hier een duidelijke spijtbetuiging over begane nalatigheid en hij erkent voluit, dat hij in 1945 verkeerde inlichting gaf over de-aangenomen leer zijner kerken. En met zoveel woorden doet hij uitkomen, dat dit niet nodig was geweest. Br werd ook toen juiste voorlichting over die aangmomen leer zijner kerken gegeven. De officiële stukken waren er ook toen. Die kwamen niet pas later. Maar ds J. A. Schep zegt, dat hij deze stukken pas later onbevooroordeeld is gaan bestuderen.

Even verder:

Van de vrijmaking zegt hij in zijn Ingezonden o.m., dat hij die vandaag nog afkeurt. Hij zegt thans niet met zoveel woorden, waarom hij de vrijmaking nog afkeurt en wij kunnen voor het ogenblik dus niet verder gaan dan hier goede nota van te nemen. Wij moeten dus verwachten, dat ds J. A. Schep, al wierp hij een der wapens, waarmee hij tot heden tegen de vrijmaking streed nu openlijk als ondeugdelijk ter zijde, dien strijd toch nog voortzetten zal.

Dan:

Hij zal — zo schrijft hij — niet nalaten alles in het w^rk te stellen wat mogelijk is, om zijn kerken te bewegen eerlijk te erkennen, dat zij in 1942—'43 te eng gebonden hebben.

En hier ligt nu het punt, waarop hier nader ingegaan moet worden.

Ds J. A. Schep wil alles doen „wat mogelijk is". Doch onze eerste vraag moet ook hier zijn naar wat God GEBODEN heeft. Ook in de wijze, waarop wij tegen wat verkeerd is den strijd willen aanbinden, hebben wij ons'niet te laten leiden door ons inzicht, maar door het Woord Gods. En dit leert ons 1 Thess. 5 : 21 duidelijk om alle dingen (en dat zijn in het verband daar juist de profetieën, dus alles wat de waarheid Gods bekend wil maken, ook leeruitspraken) te toetsen, dat is: e meten aan het geopenbaarde Woord en het goede vast te houden. Dus het niet-goede niet vast te houden. Maar weg te werpen. Dienovereenkomstig leert ook de N G. B. in art. 7 en art. 29: ij VERWERPEN' van ganser harte al wat met dezen onfellbaren regel (n.l. Gods Woord) niet overeenstemt.

de goede kerke­ Met dit VERWERPEN begint lijke weg, naar art. 31 K.O.

Het kwade, ook een , , te enge binding" mogen wij, geen ogenblik macht over ons gunnen. Wij mogen ons daar ook niet voor korten tijd door laten sturen en geen moment er aan mee doen.

'Doch — hoezeer ds J. A. Schep de te enge leerbinding zijner kerken ook openlijk afkeurt en hoezeer hij die bestrijden wil, voorshands laat hij die leerbtndlng staan, ja werkt mee in de verdediging ervan.

Het bewijs zal onze lezers interesseeren. Hier is hetr

Voor mij ligt een dagvaarding, uitgebracht door Hendrik van Loozenoord, deurwaarder bij het Kantongerecht, van-en wonende te Assen, op 20 Febr. 1946. Deze dagvaarding werd uitgebracht ten verzoeke van „de Gereformeerde Kerk te Assen, gevestigd te Assen, op de aan het Departement van Justitie gehouden wordende lijst van de in verband levende Gereformeerde kerken, bekend onder nummer 209, ten dezen vertegenwoordigd door haar Kerkeraad en diens leden, welke zijn:

Ie, ds Dirk Scheele, predikant; 2e, ds Jan Adriaan Schep, predikant eaz."

In het door deze dagvaarding ingeleide proces treedt ds J. A. Schep dus naar uitwijzen der officiële stukken mede op als eiser. Hij is mede onder degenen, die „eiseres" zijn. En wat „eiseres" in dit proces zegt, zegt ooit hij, voorzover hij niet door voor allen notoire acte ten overstaan van de Rechtbank anders spreekt.

Welnu tn dit proces lezen we in de conclusie van repliek:

„Van de uitspraken der synodes wil eiseres (en met haar dus ook ds J. A. Schep — v. B.) thans alléén zeggen, dat die volkomen in overeenstemming waren met Schrift en Belijdenis, alsook met de Kerkenorde".

En hier blijkt nu kfaar en duidelijk, dat ds J. A. Schep wel inderdaad meewerkt in de verdediging van door hem zelf afgekeurde en veroordeelde leerultspraken

O, zeker — hij doet dit stellig tegen wil en dank. Maar hij DOET het!

En het is openbaar, dat ds J. A. Schep hier in zijn Ingezonden stuk. juist andersom spreekt dan — nota. bene — bij de Rechter!

Is ds Schep dan niet eerlijk?

Zijn ingezonden stuk toont zonneklaar, dat hij het wil zijn en kan zijn.

Maat hier komt nu aan het licht, waar een mens toe komt als hij, zij het met nog zulke goede bedoelingen, .

op een verkeerd pad loopt. En het pad waarop ds Schep zich beweegt Is verkeerd. Er Is geen andere weg dan: vrijmaking. Op den weg, dien ds Schep kiest komt men tot zonde.

Want het is zonde, als ds Schep bij den Rechter zich mee-verantwoordeltjk stelt voor wat hij hier in zijn Ingezonden weerspreekt.

Zal er recht gedaan worden voor den HEERE dan behoort ds Schep onverwijld in openbare acte aan den Rechter te doen weten, dat hij althans niet wU gezegd hebben wat voor hem gezegd is.

Dat wil zeggen: Ds Schep make zich vrij van de zonde, waarin hij in gemeenschap met zijn mededagvaarders gebonden is.

Daarmee zou hij ook jegens die mededagvaarders het beste doen wat hij voor hen kan doen. Hij zou hen voorgaan in het goede.

voorgaan in het goede. En nu hebben we de noodzaaJc der vrijmaking ook , voor ds J. A. Schep slechts in dit ene punt aangewe-. zen. Zij is op veel en veel meer punten duldelük te maJiea. Maar dit ene zij thans genoeg.

We wachten af, wat ds J. A. Schep nu verder dóen zal. De synodocratische advocaat heeft ds B. A. Bos ten tooneele gevoerd voor den rechter; laat hem ook ds Schep alsnog doen spreken.

„Houden voor".

In Sneeker Kb. haalt ds C. v. d. Waal een passage aan uit een artikel van dr G. Brillenburg Wurth:

„Ten aanzien van de doop staat het zó, dat wij „het ervoor houden", dat degenen, die gedoopt zijn, de wederbarende genade des Heiligen Geestes deelachtig zijn. Wij houden het daarvoor. D.w.z. de mogelijkheid, dat • wij als Kerk ons in dat opzicht vergissen, achten wij niet uitgesloten, al mogen wij daarom natuurlijk niet beginnen maar aanstonds aan te nemen, dat het een vergissing zal zijn."

„Wij", staat er. Men denkt daarbij aan personen, vaders, moeders, catecheten, onderwijzers, leeraren van gymnasia, hoogere burgerscholen, knapenleiders, hoogleeraren, etc. etc. Later evenwel staat er: „Wij als Kerk". Bedoelt dit een beperking van het eerste, of een abstract-making ervan? Wij zullen het wel niet mogen onderstellen en dus lezen: zoowel „wij kerkleden", als ook: „wij als kerk".

Leden en kerk onderstellen dus; achten de onderstelling misschien een vergissing; houden ze dus in de gaten, niet als feit van onderstelling, maar naar den inhoud; laten dus merken, dat ze dien inhoud niet veronderstellen, maar gaandeweg hebben gesteld, want een onderstelling die niet verder gaat dan onderstellingwezen en waarvan het subject zich dit bewust is, is geen vergissing; maar men wil niet beginnen maar aanstonds te onderstellen dat het maar een onderstelling-die-haar-eigen-naam-kwijt-was, en dus een' stelling-met-vraagteeken geworden was, geweest is.

Ziezoo, we zijn er.

In ernst: er is geen mensch, die aan dit recept beantwoordt. Het is pure imaginaire constructie. Niemand houdt zich aan wat hier staat; bij ons niet, maar ook bij schrijver niet. Er is geen een levende ziel, die tot een psychische akrobatiek als hier in de lucht geteekend wordt, in staat is.

Terecht zegt ds v. d. Waal: het kan vriezen, het kan dooien.

Mevrouw Knoppers en de communisten.

Ds C. V. d. Waal in Sneeker Kb.:

SPREKENDE ZWEEG ZIJ.

Eindelijk sprak de presidente van de Ned. Christenvrouwenbond, Mevr. A. Knoppers—^Valkenier, zich uit in het orgaan van die bond, over de Wereldraad. Hoe? Och, ze vond het jammer, dat er een ontsporing plaats liad, n.l. door de rede van een tsjechische gedelegeerde. Maar overigens: „Gode zij dank, heeft dat Evangelie in de Assemblee „gepredomlneerd"." „In aangrijpende momenten heeft de Kerk in deze raad getoond, zich niet te mogen onttrekken aan de haar van God ontvangen pastorale roeping. De beste krachten uit kerkelijke kring, theologen en andere belangstellenden, hebben in Amsterdam 'vergaderd. We verheugen ons er over uit de grond van ons hart." Alzo sprak deze gereformeerde domineesvrouw uit Amsterdam.

Maar zij zwéég. Want voor de eenvoudige vrouwtjes, die , , De Christenvrouw" lezen, is het nu net, alsof de tsjechische professor (bedoeld was prof. dr J. L. Hromad-Jca), die een geheei afwijkend geluid met een bedenkelijk politiek karakter (n.l. communistisch) deed horen, de ENIGE gevaarlijke was op de Assemblee van de Wereldraad. Eigenlijk is het jammere alleen dit, dat hij dit afwijkend geluld deed horen. Had prof. Hromadka zich maar wat taktlscher uitgelaten. Ja, ja, knikken de vrouwtjes. Volgende keer beter. Wat Brunner zei, was toch wel goed

Maar hier wordt iets verzwegen. Dat het hier niet •een ont^ortng gold, maar een heel logisch gevolg van het feit, dat de Wereldraad de belichaming vormt van veel modernistische en revolutionaire gedachten. Laat men de Wereldraad-als-systeem, niet prof. Hromadka beschuldigen. Deze was reeds jaren, evenals b.v. de maji, ^dle God een vuile bullebak noemde: bisschop G. Bromley Oxnam uit Amerika, opgenomen in de oecumenische beweging (beiden waren b.v. 1937 te Eduiburg, 1948 te Amsterdam!). Mevrouw Knoppers kan nu wel , , heel onnozel doen: och, als die ene dode vlieg maar weg was, dan was de Wereldraad zo'n heerlijk zalfje voor deze , , wereld in nood". Maar, is zij er zeker van, dat er niet meer dode vliegen zijn? Ik vertrouw er geen, van allen die er waren. Want wie mèt ongelovigen een .gelijk span aangaat, helpt den antichrist. En de presidente yan de Ned. Christenvrouwenboud met haar verzwijgen van de waarheid, dat de Wereldraad van Ker­ ken niet „ae Kerk" door „de beste krachten uit kerkelijke kring", maar de valse kerk door de doorbraaken afbraakkrachten vertegenwoordigde, doet dit ook.

en afbraakkrachten vertegenwoordigde, doet dit ook. We bedroeven ons hierover uit de grond van ons hart.

Oeciunenische poesjes krabben.

Ds C. V. d. Waal in Sneeker Kb.: -

Onlangs werd Ds G. Hagens gevraagd voor de afd. Leeuwarden der N. C. Vrouwenbond te spreken. Hij nam de uitnodiging aan en gaf als onderwerp op: De kerk en de oecumenische beweging. Werd geweigerd. Ds Hagens stond erop dit onderwerp te behandelen. Toen werd hij geschrapt van de sprekerslijst.

Oecumenische poesjes hebben soms scherpe nagels.

Oecumenische drang. K. S.

Ds J. Hettinga in Kbl. Friesland:

In verschillende bladen van de nog gebonden kerken troffen wij een mededeling aan over de synode van de kerken van Mldden-Java ten Zuiden die van 23—26 Nov., 1948 te Magelang plaats vond. Een van de belangrijke besluiten was, dat die synode besloot, dat de. kerken van Midden-Java ten Zuiden zich zullen aansluiten bij de W(orld) C(hrlstiau) C(ouncil), in het Hollands: de Wereldraad van Kerken (Geref. Kerkbode van Delft van 1 Jan. 1949).

De grondslag van de Wereldraad is: Jezus Christus als God en Zaligmaker, maar de vrijzinnigen, die zelfs deze algemene grondslag naar zijn eigenlijke belijdenisinhoud niet aanvaarden, hebben binnen de Wereldraad toch een volwaardige plaats.

Met de Inheemse kerken van Java ten Zuiden werken de gebonden kerken samen op het gebied der zending, zij werken dus ook samen met vrijzimiigen nu. Ds Krijger, synodocratisch predikant te Lochem, die nog steeds krachtens het kerkverband het recht heeft om het Woord Gods te bedienen ook in alle nog gebonden kerken in onze provincie, heeft een brochure geschreven met de duidelijke ondertitel: „Een oproep tot aansluiting alsnog". Een predikant, die niet, zoals b.v. wijlen Prof. Greijdanus, wordt geschorst en afgezet, maar die openlijk propaganda maakt voor aansluiting aan de Wereldraad vEin kerken, waar gereformeerden en vrijzinnigen zich samen verenigen in gebed.

Weet U wat ik niet begrijp? Dit, dat er nog mensen zijn, die zeggen: als bindingen en schorsingen maar weer zijn opgeheven, dan zijn wij weer één!

Ds C. V. d. Waal merkt over dezelfde kwestie op in Sneeker Kb.:

De kerken in Indië zijn verleden jaar zelfstandig verklaard. Maar o schrik! Nu zijn ze los geslagen en zeilen gerugsteund door allerlei wind van leer de verkeerde kant uit. Niét naar Jerusalem. Misschien wel ongevsrild naar Moskou.

Even later:

Voor me ligt een brochure van ds D. Krijger, syn. gereformeerd predikant te Lochem. Deze brochure dient om de invloed van prof. Dijk bij eenvoudige ouderlingen te breken en hen te overtuigen, dat het zo goed is bij de Wereldraad aan te sluiten. Is Lochem soms ver? * Deze man, ds Krijger, is gerechtigd om In de Zulderkerk te preken. Daar oefent men geloofsgemeenschap mee. Hij schrijft zelf In zijn brochure: „Men zegge buiten mijn kerken niet: Wat is dit boekje „in het geheel niet Gereformeerd". Want het is geschreven door een Gereformeerd predikant". Voelt U wel? Deze man zit vast In het zadel. Wie doet hem wat? Gereformeerd predikant, ook al wil hij samenwerken met modernen. Wie schorst hem?

Schrijver dezes, staande op de basis der 3 formulieren, is in veler oog niet Gereformeerd predikant. Hij is een één en dertiger. Mijn hart kreunt bij deze gedachte: De Here is nabij! Hij ziet alles. Maran-atha! Zou Hij, dit onrecht niet zien ? Wil men zich verschuilen achter het liefdeloze smoesje: „Indlë is ver!", welnu, dan bedenke men dat Sneek en Lochem dichtbij zijn. Ds Krijger, die publiek ongeoorloofde samenwerking propageert en dus niet gereformeerd meer Is, mag in de Zulderkerk in Sneek preken. Ondergetekende, die enkel wil handhaven de oude reformatorische basis der drie formulieren, mag daar niet op de kansel. Hij Is uitgesloten in Christus' naam. Ongereformeerd. Sneek is dichtbij. En — de Here ook.

Dr Dijk wordt hier genoemd: zijn pogen om tegen te houden, baat niet meer; het gewone lot van wie in crisistijd niet gedragen is door het beginsel, doch koos voor de vrienden.

K. S.

Ds H. Volten.

In ' Enschedesche Kb. schrijft ds A. Veldman in verband met , .Oosterbeek II":

Vanwege de actualiteit zij hier de opmerking vergund, dat, als we mogen lezen, wat er staat. Ds Volten, die altijd beweerde: „ik ben nog nooit gebonden geweest aan de leer van de veronderstelde wedergeboorte" en met die opmerking de vrijmaking te-vuur en te zwaard bestreed, thans na 4 jaar zijn handteekenlng gezet heeft onder de conclusie, dat inderdaad de leer der veronderstelde wedergeboorte bindend is opgelegd in de jaren 1943—'45.

Daarmee vervalt zijn 4-jarlge bestrijding van de vrijmaking t.a.z. van de binding, geeft hij de vrijgemaakten volkomen op dit punt gelijk en zal hij vermoedelijk wel een storm doen losbreken in zijn kring. Het behoeft geen betoog, dat wij ons over deze na 4 jaar komende erkenning van harte verheugen.

Overigens is ds Volten vermoedelijk thans teruggevallen op één der wortels der leer van de onderstelde wedergeboorte: dat bondelingen uitverkorenen zijn (synode en ds Kersten).

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

PRESSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's