GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

PERSSCHOUW Bezwaar van Da v. d. Schaft.

In „De Roeper" schrijft ds v. d. Schaft over wat wij, niet zonder letterlijke citaten te geven, hebben aangehaald uit de reacties der synodocratische helpers van den eersten en van den tweeden graad over de conclusies van Oosterbeek H. Conclusies, die waden „uitgebreid" „voor God en voor zijn heilige gemeente". Ik toonde aan, dat de conclusies waarmee men ook onze menschen onrustig maakt, factisch worden verloochend, en dat Oosterbeek verraden wordt door Oosterbeekenaren, wat een kind kan zien. Ik citeerde Toomvliet, Volten, Den Hartogh, Ridderbos (Jr). En De Bondt. Nu komt ds v. d. Schaft, ook in Oosterbeek bekend, De Reformatie aanhalen, aldus:

Nu commentariëert Prof. S. o.a. aldus: Kom, ds Bos, wie zwijgt u nu dood? De „vrienden" of de „broeders"? Niet meer schrijven over uw conclusies. Ge hebt nu dienst gedaan; ge moet nu maar worden doodgezwegen, nadat ge nog maar iets hebt gekikt. Oosterbeekenaar Toomvliet publiceert het in zijn eigen krant. Toomvliet laat schrijven: Toomvliet laat schrijven: mede-helper Toomvliet laat schrijven: de getuigenissen doodzwijgen.

Ds V. d. Schaft betoogt dan, nadat hij dit citaat met allerlei weglatingen heeft gepubliceerd, dat op dit punt ons blad onbetrouwbare voorlichting gaf. Argument: ds Toomvliet had gepubliceerd, dat hij geen verantwoordelijkheid kon dragen voor het artikel van dr De Bondt dien wij hadden aangehaald, die adviseerde, de conclusies van Oosterbeek nu maar verder te laten voor wat ze waren, en er niet meer over te schrijven.

Na lezing van dit stukje (dezen keer heeft iemand me een nummer toegezonden) heb ik nog eens gezocht naar het halve blaadje Strijdende Kerk dat nog ergens op mijn kamer moest liggen. Ik had het nummer gebruikt voor knipsels, was niet verder gekomen dan bl. 2, had de copie verzonden, moest weg, en liet de rest liggen voor later. Op bl. 4 (nadat dr de B. nog heel bl. 3 heeft volgeschreven) staat een onderschrift van ds Toomvliet.

Daar* lezen we inderdaad zoo iets als' ds v. d. S. citeert. Ja ja, maar er staat nog meer.

En, maakt het geheel nu verschil in wat ik constateerde ter zake van het prijsgeven van Ooster­

beek door Oosterbeekenaren? Volstrekt niet. Want a) ds Toomvliet zegt wel, dat er in de „visie op en waardeering van" Oosterbeek „EENIG" verschil is tusschen de heeren Toomvliet en De Bondt; maar, zoo zegt hij er bij: „DIT is geen principieel verschil, en het behoeft de menschen niet te verontrusten. Hij voegt er aan toe, dat, waar het artikel De Bondt spreekt ever het HART DER KWESTIE, OVER SCHORSING EN BINDING, kortom over ALLE PRINCIPIEELE DINGEN, het synodocratisch kerkelijke leven rakende, hij ERMEE KAN INSTEM­ MEN.

Nu dan, die conclusies over het „te eng gebonden" en over de ten onrechte geschiede schorsingen, waar het op aankomt, dienaangaande deelt toch Toornvliet de meening van De Bondt? Bovendien: de man had toch zélf op dit punt zich van die conclusies afgemaakt, om niet te zeggen: vrijgemaakt?

b) ds V. d. Sch. verknipte mijn opmerkingen. Ik schreef b.v.: ds Bos roemt: die conclusies inzake te enge binding en onrechtmatige schoj-sing zijn BE-TEEKENISvol inzake HOOFDzaken. En, voegde ik er aan toe: Toomvliet „laat" schrijven: Oosterbeek

sprak over BIJKOMSTIGHEDEN. Dat laat ds v. d. Seh. weg. Maar het is toch een juiste situatieteekening. Want als ds Toomvliet zelf (terwille van de wils vorming) roept: doorgaan met Oosterbeek, maar de conclusies inzake te enge binding en valsche schorsing afw ij s t, en voorts op die punten het met dr de Bondt verklaart eens te zijn, dan zegt hij toch zelf óók: het zijn bijkomstigheden? Anders BRAK hij met het geval. Is trouwens dr de Bondt niet pas met ds Bos aan 't spreken geweest? En moesten we óók al over die sprekerij niet den Heere danken? Maar we zien nu, wat er over blijft, als het op een héél klein beetje zaken doen aankomt. Draaien en wurmen.

Ik constateer, dat ds v. d. Schaft dus onjuist concludeert. Hij las onnauwkeurig. Hij zegt: wie De Ref. leest, moest wel tot de conclusie komen, dat Toomvliet met De Bondt het eens is hierover: zoo spoedig mogelijk ophouden met schrijven over OOSTERBBEK n. Maar dat is door MIJ NIET gezegd. Precies het omgekeerde zei ik. Ik zei: men wil niet meer geschreven hebben over die CONCLUSIES van Oosterbeek II, die lastige conclusies, die, al waren ze nog zoo mager, constateerden, dat men „terecht" (!) kon concludeeren, dat er te eng gebonden was en onrechtmatig geschorst.

Maar, dat ds Toomvliet „O o s t e r b e e k" niet wou laten doodzwijgen, dat heb ik dadel ij kvooropgcplaatst. Dat staat zelfs nogmaals duidelijk op dezelfde bladzij, zie ons nummer van 19 Febr., bl. 177, kolom 1.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 maart 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 maart 1949

De Reformatie | 8 Pagina's