GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Serie-boeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Serie-boeken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aart Romijn: De Achtergrond. Bosch en Keuning N.V., Baarn. H. Mondria: Een man offert zijn vrouw. J. H. Kok N.V., Kampen.

Het eenige punt van overeenkomst tusschen de twee hierboven genoemde boeken, is, dat zij beide deel uit maken van een reeks, serie of bibliotheek, waardoor zij voor de helft van hun handelswaarde aan de abonnees worden geleverd. Vroeger is al eens gewezen op het nadeel, naast de voordeden, verbonden aan de serie-boeken ; hier wil ik alleen iets zeggen over de wijze, waarop de blijkbaar jonge auteurs, zich van hun taak gekweten hebben.

In : De achtergrond is de hoofdpersoon een leerling van een Christelijke H.B.S. Voortgekomen uit een "net arbeidersmilieu, krijgt hij, dank zij zijn helderen kop, van zijn ouders de gelegenheid zich uit te werken boven zijn milieu. Dat het gezin, de achtergrond van waaruit hij het nieuwe leven tegemoet gaat, een groote plaats inneemt in den roman, is vanzelfsprekend. De ouders moeten groote offers brengen, jarenlang er voor krom liggen, om hun begaafden zoon de ontwikkeling te geven, waarop huns inziens zijn helder verstand aanspraak mag maken.

De verhouding tusschen Geert, de hoofdpersoon, en zijn familie, bestaande uit vader, moeder en een getrouwde zuster, is heel goed beschreven. Het is vooral de moeder die met bewonderenswaardige frisheid en warmte geteekend is. Het vrome vrouwtje blijft zich zelf, ondanks het succes dat haar zoon boekt op school en in zijn vriendenkring. Al weifelt zij soms even, als haar zoon moet lachen om haar eigenaardigheden, zij stoort er zich niet aan, blijft zich haar taak bewust, haar zoon die leiding te geven, die zij meent dat hij noodig heeft, al is zijn ontwikkeling nog zooveel grooter dan de haf-e. Vooral op godsdienstig gebied duldt zij geen inbreuken, gaat zij, ondanks goedaardigen spot, rustig haar gang.

Dat de lijnen hier niet scherper getrokken worden, vindt zijn oorzaak in het typisch Hervormde milieu, waarin de familie leeft. Voor consequenties deinst men gemakkelijk terug. Wanneer de problemen van bioscoop en daijs ter sprake komen, zij het terloops, wordt er een beetje omheen geloopen. Hier vertoont het boek dan ook zwakke plekken ; de beschrijving van huiselijke-en schoolfeestjes is niet de sterkste kant van den roman. Toch lagen hier groote mogelijkheden voor den auteur, omdat Geert hier in een wereld komt, die hem vreemd was en waarmee zijn opleiding hem later stellig meer in aanraking zal brengen. De schrijver valt dan spoedig terug op den achtergrond — de zorg waai'mee moeder haar zoon wil bewaren voor den smaad van het pauperisme, en haar moed om een verdwaalden vriend uit de hoogere kringen, de waarheid te zeggen. Hier is hij weer uitstekend.

Ook de Kerk wordt betrokken in het conflict. Hier maakt de schrijver zich te goedkoop van af. De dominee is een type uit de verouderde liberale boeken: een galmende en zalvende predikant, nederbuigend vriendelijk van uit zijn hoogmoedige zelfingenomenheid. Een man die de kerken leeg preekt, omdat hij buiten zijn tijd staat, die de jeugd meer afschrikt, dan aantrekt. Dat zoo'n man op een wenk van zijn dochter zich totaal herziet, een prachtige oudejaarspreek houdt en zelfs interessante jeugddiensten gaat leiden, , is onaannemelijk. Neen, dat Geert eerbied voor het geloof behoudt, is niet te danken aan de Kerk en de jeugddienst, maar aan de trouw en vroomheid van zijn ouders en voornamelijk zijn moeder. Van dien christelijken achtergrond raakt hij niet los, daar Gods verbond en woorden er als schatten bewaard worden.

Van weinig beteekenis is de school, een Christelijke H.B.S., voor de geestelijke vorming van Geert. Een leeraar slechts weet hem leiding te geven. De schrijver staat hier blijkbaar op vreemd terrein, hij weet er to weinig relief aan te geven. Slechts de schoolclub komt iets beter uit, maar geeft toch nog weinig kijk op het wezen der school, dat niet erg christelijk is in zijn uitingen. Via de schoolclub komt Geert in contact met sommige gezinnen van rijke vrienden.

Ook hier forceert de schrijver te veel. De rijke famiUe de Wilde, die door het dochtertje, schoolvriendin van Geert, hart en huis en straks de beurs wil openzetten voor den begaafden armelui's jongen, wordt onvoldoende gemotiveerd. Te sterk als tegenstelling is geteekend een andere famUie, waarvan de moeder uit spreken gaat over de rechten der vrouw en pndertusschen haar man en zoon zoo veronachtzaamt, dat de laatste, na een dwazen omgang met een lichtzinnig meisje — buurmeisje van Geert — voor goed het ouderlijk huis ontvlucht.

Het lijkt alsof er niet veel deugt van den roman. Dit is echter onjuist. De schrijver beheerscht echter zijn stof nog niet zoo, dat de compositie geheel geslaagd mag genoemd worden. Tegenover al de zwakke plekken staan de reacties in het ouderlijk huis van Geert en deze zijn buitengewoon goed beschreven. Die achtergrond — en de titel wijst hierheen — is de quintessens van den roman en de schr. bewijst dat hij volledig in staat is deze te beschrijven en te doen leven. Want ook de dialoog is hier het best. Het geheele boek is goed geschreven op enkele slordigheden na, en een vreeselijk germanisme als „aanklank vinden". Uit dit boek blijkt, dat van den schrijver veel nog te verwachten is.

Legt men daarnaast het boek van Mondria, dan voelt men dadelijk een groot verschil. Om met het laatstgenoemde te beginnen : hier is de stijl onbeholpen en de dialoog onnatuurlijk. Dit gaat doorgaans, en ook hier, samen met een minder goede uitbeelding.

Het gegeven is eenvoudig. In een zeer armoedige rij huisjes wonen de paupers van een dorp. Een van de mattenvlechtersfamiües heeft een beteren inslag dan de overigen. Alleen de vader bedrinkt zich tenslotte zoo, door den ongunstigen invloed mee van zijn vrouw, dat hij in een dronken bui te water raakt en verdrinkt. Het jongste meisje komt in aanraking met het meestersdochtertje en wordt daardoor veel beschaafder. Zij trouwt tenslotte met een jongen, wiens grootvader een groote boer was geweest en wiens eerzucht het is den ouden stand terug te veroveren.

Als men leest wat die man daarvoor van zich zelf vergt, grenst het aan het onmogelijke. Hij begint 's morgens vóór dag en dauw en werkt tot diep in den nacht. Zoodoende verzet hij het werk van enkele boerenknechten. Als men dan nog leest, dat hij overdag op een fabriek het werk doet van een paar anderen, valt het moeilijk dit te gelooven.

Dat zoo'n werkmonster ook van zijn vrouw het onmogelijke eischt, spreekt wel vanzelf. Dat hij haar echter uitstuurt met een zware kruiwagen vol matten, op een tocht, urenlang door tal van dorpen, en dat als zij elk oogenblik een kind kan verwachten, gaat te ver. Het kind wordt onderweg geboren, maar na een paar dagen gaat alles weer z'n ouden gang.

De dochter van den meester is getrouwd met een onbenulligen, rijken timmermanszoon. Zij kwijnt weg omdat ze alle geestelijke contact mist met haar man, die haar verbiedt om te gaan met haar oude vriendin, wegens standsverschil. Zij, die niets te doen heeft en slechts één kind heeft, is minstens zoo arm als de ex-vriendin, die afgebeuld door haar man, den rjjkdom van een zwaar gezin bezit.

Met huwelijksgeluk is de schrijver niet erg royaal in zijn boek. De eenige gelukkigen, die dan ook braaf helpen, zijn een ongehuwde moeder en een haU simpele man.

Het boek eindigt eigenlijk zonder eenige oplossing. Tijdens een typhus-epidemie, beschreven als een pestepidemie, sterft de onvermoeibare wroeter met zijn bus met geld in zijn armen. Hij heeft nu niets aan het land, de koeien en andere bezittingen, die hij al bijeengeschraapt heeft. De vrouw, zwaar ziek ook, wordt eindelijk bezocht door de vriendin, die het verbod van haar man overtreedt en hulp en troost wil brengen en zoeken. Hiermee is dan het boek ineens uit, terwijl de details in de compositie doorgaans breed uit gemeten zijn.

Mondria toont met zijn boek, dat hij de romankunst nog bij lange na niet beheerscht. Misschien zal hij zich, voorloopig, ontwikkelen tot een verteller, maar ook dan moet hij veel leeren nog. Ook het religieus element, dat er in gebracht wordt — het groeit er niet synthetisch uit op — blijft onuitgewerkt. Er zitten bouwstoffen genoeg in het verhaal, maar de auteur heeft er geen hecht gebouw van kunnen maken, het geheel is te zwak in elkaar getimmerd, om stand te kunnen houden tegen de critiek van de lezers.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 april 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Serie-boeken

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 april 1949

De Reformatie | 8 Pagina's