GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Op verstrooidenreis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op verstrooidenreis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn laatst verschenen relaas, onder dit hoofd v^erd in Medan geschreven, dat ik bezocht in het geheel van een groote reis over Sumatra. Er is nadien niet meer van gekomen naijn perswerk voor dit blad voort te zetten. Er volgde na vertrek uit Medan n.l. een tijdroovende reis naar Renggat aan de Indragiri, en daarna, na een verblijf van nauwelijks drie weken nog een reis naar Borneo met een druk bezet progranmia. Tusschen de reizen naar Sumatra en Borneo wachtte er in Batavia heel wat correspondentie ter afdoening, die voor moest gaan. Nu echter vind ik weer gelegenheid mijn verslagen te vervolgen. Het laatste sprak ik over mijn autotocht van Proepoek naar Tegal in gezelschap yan een arrestant, die dienst geweigerd had. Van Tegal werd de terugreis naar Semarang per trein gedaan. In Pekalongan zou worden uitgezien naar broeders uit die plaats, die me mogelijk zouden afhalen om dien nacht dan bij hen te blijven. Wij troffen elkander echter niet. Daarom werd den volgenden dag vanuit Semarang per militair vervoer Pekalongan bezocht. De auto was van de 17 A.A.T. (Aan-en Afvoer Troepen), waarover luitenant Padding het commando had. Deze A.A.T.-ers hebben een niet ongevaarlijke taak in het leger, vooral wanneer de strijd het karakter van een guerilla heeft aangenomen. De A.A.T.

zorgt namelijk voor convooien van en naar het front, Uitteraard zijn zulke convooien het mikpunt van menige beschieting en van menige onder het wegdek verborgen mijn of vliegtuigbom. Als toch de aan-en afvoer kan worden afgesneden boekt de vijand enorm succes. De A.A.T.-ers hebben daarom in de guerilla een niet minder harde baan dan b.v. de infanterist op patrouille. Het is een zenuwsloopend bedrijf om een auto in colonne te besturen, als achter elke kromming van den weg het automatisch vuur kan worden geopend, als elke bergkam vijanden kan verbergen en als feitelijk op eiken meter van den weg een vliegtuigbom tot ontploffing kan komen. Beschieting en bomexplosies vinden gecombineerd plaats. Als een auto van de colonne door bom-of mijnontploffing tot stilstand komt moet dikwijls het heele convooi stoppen.' Dat is dan een uitgezochte kans om den trein onder vuur te nemen. Het is een geluk, dat vele bommen tusschen twee auto's in ontploffen, omdat de soldaten van de T.N.I. het aftrektouw gewoonlijk op het verkeerde oogenblik b anteeren. Ook is het afgegeven vuur dikwijls slecht gericht. Daaruit moet niet worden opgemaakt dat er geen slachtoffers vallen, wel dat het een wonder is, dat er niet veel meer ongelukken gebeurd zijn. Het is geen wonder, dat de A.A.T.-chauffeurs verruwen. Van hun rijkunst wordt veel gevergd. Wordt er alleen op de colonne geschoten dan is de beste verdediging: de snelheid van de wagens zoo hoog mogelijk opvoeren. Dit moet zeer vaak geschieden over erbarmelijk slechte wegen. Zoo raken deze chauffeurs gewend aan hard rijden en gewaagde manoeuvres. Ook als er geen gevaar dreigt is het voor hen een sleur om groote snelheid te ontwikkelen en veel risico's te nemen.

Nu was de weg naar Pekalongan niet gevaarlijk, maar wel slecht. Die 90 kilometer moest worden afge-^legd met een A.A.T.-wagen, die bestuurd werd door een chauffeur, die onder zijn eigen A.A.T.-collega's „de beul" werd genoemd in verband met zijn manier van rijden. De beteekenis van dien bijnaam kan na bovenstaand relaas wel zonder meer duidelijk zijn.

„De beul" deed zijn naam ook op weg naar Pekalongan alle eer aan! Kuilen en gaten in den weg konden hem niet verleiden zijn snelheid te minderen. Wel werd 4n allerlei gewaagd gemanoeuvreer getracht de oneffenheden van den weg te vermijden, wat intus-' schen bij lange na niet voor honderd procent slaagde. Het mocht hem niet hinderen: we kwamen veilig in Pekalongan.

Spoedig had ik daar de jongens, die ik bezoeken wilde, bijeen. Er was niet veel tijd, want de auto had geen avondklokpas en moest om vier uur weer op zijn basis te Semarang terug zijn. Maar in de cantine konden we toch nog een flink uur met elkaar over allerlei, dat ons christenleven hier raakt, pr& .ten.

Onder de bezochten daar was broeder Nieboer uit Groningen, die ik eerder ook al eens te Semarang

in het hospitaal had bezocht. Er waren no^al wat moeilijkheden te Pekalongan oni de kringbijeenkomsten gaande te houden. De streek rondom deze plaats werd nog voortdurend onveilig gemaakt. Er moest veel worden gepatrouilleerd ook op de Zondagen. Van het toch al kleine aantal broeders daar moesten dus velen de diensten verzuimen. Het gevaar is er dan, dat de twee of drie, die overblijven, het er maar bij laten zitten. Gelukkig heeft ook de kring Pekalongan volgehouden, gedachtig.aan de belofte van Matth. 18 : 19, 20. Te Pekalongan was ook een luitenant Douma, die trouw meedeed, en nog doet. Dat is zoo verheugend voor onze jongens als ook de officieren onder onze menschen meedoen. Dat verschaft dikwijls mogehjkheden van vei-voer en vergaderruimte, en het sterkt als de meerderen het voorbeeld geven. Het komt helaas nog al eens voor dat juist de officieren niet duidelijk den weg zien, die gegaan moet worden of hem niet op willen. Dan hebben onze jongens een zwaren stand omdat hun kameraden er dan op wijzen, dat die of die officier, die toch ook „van 31" is de bataljonsdiensten wel bezoekt. De trouwe officieren zouden het zelf niet op prijs stellen als ik hen hier met naam en toenaam prees. Zij zien zelf wat zij doen — terecht — als hun roeping, en achten daarom ook het opvolgen van die roeping niet prijzenswaardig boven het opvolgen daarvan door anderen. Toch krijgen ze wel iets speciaals te slikken als ze trouw zijn, en wel van hun collega's. B.v.: Hoe kan je als officier nu meedoen met het verbreken van „de eenheid" in den troep door het accentueeren van kerkelijke verschillen! Hoe kan je als man met een officiersopleiding nu zoo bekrompen zijn om aan „dat kringetje van 31" mee te doen. Laat dat over aan Jan Soldaat". Zoo ontvangt de verzoeking voor den officier weer een eigen accent. Het is fijn te mogen zien hoe de Heere ook hen toch trouw maakt.

Na den maaltijd met luit. Douma in de officersmess gebruikt te hebben werd de terugtocht aanvaard. De tijd die overbleef was krap. Dus ging het in versneld tempo terug. Al spoedig waaide één van de vele wegherstellingswaarschuwingsborden om door den luchtstroom, die door de auto werd ontwikkeld. Den eersten keer ging dat per ongeluk. Maar toen kwam de kwajongen zoowel in „de beul" als in mij boven, en werd het er op toegelegd alle te passeeren borden te doen tuimelen. Uitteraard tot ergernis van de wegherstellers, die al bij voorbaat een goed heenkomen zochten om zich tegen den aansnellenden legerwagen te dekken.

Ik voelde weer diezelfde tinteling van plezier in me als toen ik met mijn neefs in Utrecht als twaalfjarige kwajongen belletje trok en deksels van botertonnen, die voor het gebouw van de Utrechtsche Courant aan de Kromme Nieuwe Gracht waren neergelegd tegen de gladheid van den weg, in het water van die Kromme Nieuwe Gracht smeten, daarna een straatje omliepen, en ons vervolgens voegden bij de employé'? , van de Courant, om mede lucht te geven aan onze verontwaardiging over zulke straatschennerij

Na 'n bad en een versterkend maal werd op den avond van dienzelfden dag gesproken in de gemeente-vergadering en wel óver het onderwerp: „Rondom de kwestie Samenspreking-Oosterbeek".

Uitteraard hebben deze zaken ook in Indië onze volle belangstelling. En het is een gelukkig verschijnsel, dat ook de mannen op de buitenposten zich voor deze dingen blijven interesseeren. Als zij repatrieeren zullen ze er nog meer bij worden betrokken, en zij willen voorbereid zijn. Ik heb niet veel van onze menschen hier getroffen, die den weg van Oosterbeek op willen. Wel treft velen het blijk van smart om de geslagen breuk in de beweging-Oosterbeek, maar het wordt helder ingezien, dat die smart nimmer norm mag zijn voor ons handelen, doch immer moet blijven onder de tucht van het Woord. Ook dat de bhjdschap om het aanvankelijk herstel voorop dient te gaan en dat de gave Gods in de vrijmaking geschonken niet mag worden verzondigd en weggeworpen. Een rustige, zakelijke voorlichting doet bij de weinigen die aarzelen doorgaans veel goed. Toch mag niet verheeld, dat de actie-Ds Bos hier een enkeling gedr«ven heeft in de armen van het synodalisme en syncretisme.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Op verstrooidenreis

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's