VU Magazine 1974 - pagina 135
verzoelK aan curatoren om in te stemmen met een universitair instituut, dat zich met de problemen van oorlog en vrede zou bezighouden, kreeg de toenmalige president-curator mr. N. Polak, (tegen zijn zin, zoals hij mij uitdrukkelijk verklaarde) opdracht om mij formeel de vraag voor te leggen of ik communist was. Een algemeen misverstand ware denkbaar geweest, als het instituut de naam 'Instituut voor vredeswetenschap' zou hebben gedragen. Om dat misverstand te voorkomen, werd de naam Polemologisch Instituut gekozen.' Polemologie wil dus hetzelfde zijn als wat in andere landen wordt bedreven onder de naam 'peace research', 'Friedenswissenschaft' of irenologie. De vredeswetenschap kwam op tegen het eind van de koude oorlog. Röiing spreekt over 'een typisch product van het atoomtijdperk.' 'Nu de atoomwapens de oorlog volstrekt ondragelijk hadden gemaakt, moest naar middelen worden gezocht om de oorlog effectief uit te bannen. De massale interesse in 'peace research', de academische aanvaarding van deze nieuwe tak van wetenschap vond haar verklaring in de zorg om atoomoorlogen te vermijden. Het ging de polemologie allereerst om
'Begraaf hen en zwijg'
het voorkomen van de oorlog, om de negatieve vrede.' Wei realiseerde men zich van meetaf aan, aldus Röiing, dat vredeshandhaving niet kon zijn de handhaving van de status quo in de wereld. De oorzaken van spanning en conflict moesten worden weggenomen; massaal ondraaglijk onrecht was onverenigbaar met duurzame vredesverzorging. Sinds 1968 is er een felle onderlinge polemologendiscussie tegen deze achtergrond. Het startsein gaf een kritisch opstel van Herman Schmid (Zweden) in het Journal of Peace Research. De Groninger polemoloog Hylke Tromp geeft de volgende samenvatting: 'Schmids meest opvallende these is waarschijnlijk dat de inspanningen van de peace research ter voorkoming van een wereld-kernoorlog tussen Oost en West, ertoe hebben bijgedragen de machtspositie van twee imperialistische machten, de USSR en de USA, ten opzichte van de rest van de wereld en met name de ontwikkelingslanden te consolideren en te versterken. De vredeswetenschap zou zich er echter op moeten richten de situatie van sociale onrechtvaardigheid die zij tot nu toe heeft helpen continueren, te bestrijden. Niet het voorkomen van direct
Ets van Goya
29
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974
VU-Magazine | 516 Pagina's