GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 110

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 110

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

PU-VU-verdrag Brief gaat uit naar Potchefstroom Na enkele bewogen debatten over het voortslepende vraagstuk van het verdrag tussen de VU en de Universiteit van Potchefstroom heeft de Universiteitsraad dinsdag 26 februari achtereenvolgens de volgende besluiten genomen: 1. Uitgesproken werd dat de Universiteit van Botswana, Lesotho en Swaziland (UBLS) prioriteit zal genieten in een beleid ten aanzien van de samenwerking met universiteiten in ontwikkelingslanden. 2. Daarna werd verworpen een voorstel van de studentenfractie PKV om het verdrag met Potchefstroom te verbreken en de PU in te lichten over de motieven, die de VU hiertoe hebben bewogen (slechts de 10 aanwezige studentenleden van de Universiteitsraad stemden voor hun voorstel). 3. Geaccepteerd werd - met een enkele wijziging - een conceptbrief, die de Universiteitsraad zal zenden aan 'Potchefstroom' en waar in voorgesteld wordt het bestaande uitwisselingsverdrag van docenten te wijzigen en in het kader daarvan tot een 'kritische gedachtenwisseling' tussen beide universiteiten te komen 'over het rassenvraagstuk in het algemeen en over de apartheid in ZuidAfrika in het bijzonder'. Het besluit tot het zenden van een dergelijke brief was 3 april vorig jaar reeds genomen, maar een eerste ontwerp 29 mei vervaardigd door een Zuidelijk-Afrika-werkgroep van de Commissie Buitenland, werd 14 augustus door de Universiteitsraad verworpen, (zie VU-magazine, november '73) omdat het - naar het oordeel van de Raad - 'ultimatieve zinnen' bevatte - en dit was in strijd met haar besluiten van 3 april. De Zuidelijk Afrika-Werkgroep achtte zich daarna ontslagen van haar plicht tot het opstellen van een brief. Na het bezoek van dr. Gabriel Setiloane aan de VU op 1 oktober, waarin deze weigerde contact te leggen tussen de VU en de UBLS, zolang de VU niet duidelijk had gemaakt, waar zij wilde staan in deze problematiek (zie VU-magazine nov. '73) gaf de Werkgroep haar opdracht terug omdat ze van mening was dat de besluiten van de Universiteitsraad niet gezamenlijk uitvoerbaar zijn. Het College van Bestuur ontwierp daarna een nieuwe brief aan Potchefstroom, welke thans is aangenomen, en waarbij 4

'dankbaar gebruik' is gemaakt van het verworpen concept 'met uitzondering van de ultimatieve zinnen daarin'. BRIEF In het uitvoerige schrijven wordt o.a. gesteld: 'Het is wellicht niet nodig in deze uiteenzetting uitvoerig in te gaan op de 'apartheid' in Zuid-Afrika, het Zuid-Afrikaanse regeringsbeleid en de zeer grote en ernstige bezwaren die daartegen in onze kring bestaan. Deze bezwaren mogen wij bij U bekend veronderstellen. Bij alle interne discussie en gebrek aan eenstemmi^eid in onze universiteit moet onzerzijds met de grootste nadruk worden gesteld dat in dit opzicht de meningen bij ons eensgezind zijn: de apartheid wordt, zowel uit ethische als uit politieke overwegingen, volstrekt afgewezen. Wij achten haar in strijd met de gerechtigheid welke aan alle mensen, ongeacht hun huidskleur of ras, de vrijheid verzekert om te kiezen waar zij willen wonen, welke arbeid ze verrichten, met wie zij in het huwelijk willen treden op welke scholen zij hun kinderen willen laten gaan, enz. enz. Beperkingen van deze rechten mogen nooit aan mensen worden opgelegd met als criterium hun toebehoren tot een bepaald ras of het bezitten van een bepaalde huidskleur. Het standpunt van de Vrije Universiteit met betrekking tot Zuid-Afrika is naar onze mening duidelijk tot uiting gekomen in het eredoctoraat dat zij op 20 oktober 1972 verleende aan Uw landgenoot, ds. C. F. Beyers Naudé.' Verwezen wordt daarna naar de toespraak van de promotor prof. dr. G. C. Berkouwer om aan te geven hoezeer dit standpunt samenhangt met de fundamentele motieven, die aan het bestaan van de VU als christelijke instelling ten grondslag liggen. De brief vervolgt: 'In deze toespraak komt tevens tot uiting hoe de ontwikkeling in Zuid-Afrika, de toenemende spanning tnssen de Zuidafrikaanse bevolkingsgroepeni, het al maar discriminatie continuerende beleid (politiek, economisch, sociaal, cultureel) van Uw regering - gedragen door juist ook dat deel van de bevolking waartoe de meeste van Uw docenten en studenten behoren - in onze kring steeds groter verontrusting wekken. Wat de overeenkomst met Uw universiteit betreft, leidt dit standpunt tot de vraag of de docentenruU tussen P.U. en V.U. niet betekent dat de V.U. en haar docenten zich laten inschakelen in het systeem van de apartheid, en aldus medeplichtig worden aan onrecht. Uiteraard zou die vraag haar klem verliezen, wanneer de P.U. evenzeer als de V.U.

de apartheid zou afwijzen. Zij heeft dat echter nooit gedaan, in tegenstelling tot sommige andere Zuidafrikaanse universiteiten; zij is altijd, ook vóór de apartheidswetgeving op universitair gebied in 1958 en volgende jaren, een exclusief blanke universiteit geweest. Zoals de overeenkomst tnssen U en ons tot nu toe gefunctioneerd heeft, betekent zij, gezien het raciale karakter van Uw universiteit en gezien haar politieke oriëntatie, dat de indruk kan worden gewekt als zouden V.U.-docenten niet alleen betrokken wordeni in een naar onze mening in feite discriminerend onderwijsstelsel, maar ook steun verlenen aan de politieke ideeën, die in Uw universitaire gemeenschap leven, aan de apartheidsideologie van Uw Nationale Partij en aan het beleid van de Zuidafrikaanse regering. Mocht dit laatste niet het geval zijn, omdat zij van hun kant in hun gesprekken met Uw docenten en studenten voldoende hebben laten blijken, dat zij die steun niet verleenden, in hoeverre hebben] die gesprekken dan enige zin en enig effect gehad? Het is U niet onbekend dat soortgelijke vragen in het internationaal kerkelijk contact worden gesteld. Als er van Uw kant bereidheid zou zijn om principieel het systeem en de ideologie der apartheid onderwerp van discussie te maken en om samen met ons elke vorm van raciale ongerechtigheid - zowel in Uw land als in het onze als elders ter wereld - te bestrijden, zou ons dat het gevoel geven dat U en wij dezelfde visie hebben op de van ons allen door het evangelie gevraagde dienst aan de naaste. Als dat gevoel er bij ons niet is, kan dan nog van 'zusteruniversiteiten' gesproken wordeni, zoals in de overeenkomst indertijd door U en ons gedaan is?' Toegelicht wordt daarna waarom de Universiteitsraad 3 april vorig jaar het voorstel tot opzegging van de overeenkomst verwierp. 'Men wilde niet zonder meer afbreken, noch uJtimatief met u in discussie treden. Men vroeg zich af of in het verleden van onze kant wel al het mogelijke en nodige gedaan was in het kader van het aangaan en het uitvoeren van de overeenkomst om met U tot een kritische gedachtenwisseling te komen. Als de Vrije Universiteit zich dan zozeer betrokken voelt bij de vraagstukken van Zuid-Afrika en in dit opzicht een verantwoordelijkheid wil nemen, heeft zij zich in het verleden dan wel behoorlijk van haar taak gekweten? En zo niet, is het opzeggen van de overeenkomst dan niet een verbloemen van eigen falen? (...) Zou een voortdurende, zo goed mogelijk gevoerde kritische gedachtenwisseling ('een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 110

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's