GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 492

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 492

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

politie en andere, van racisme te beschuldigen, als deze instanties juist doen wat de gemiddelde Fransman graag wil: zorgen dat de buitenlanders ons niet lastig vallen. 'Zo worden de personen, die bij deze instanties horen, voor beide partijen tot zondebok: voor de buitenlanders die op hen al hun haat tegen Frankrijk lozen, en voor ons slechte geweten van Fransen, die zich vernederd voelen omdat in hun land racisme voorkomt...' Voor dergelijke slechte gewetens kan het als een opluchting werken, dat men dan eindelijk de racist kan aanwijzen: de arbeider, de kleine baas, enzovoorts. Er zijn ook andere ontsnappingsmogelijkheden: je kunt de toestand marxistisch ontleden, en dan blijkt het morele hoogstandje geen voorrecht van de christenen alleen: want in het schema uitbuiters-uitgebuiten, snel aangevuld met de verhouding slechtgoed, past de buitenlandse werknemer met zijn ellendige leef-, woon- en werkwereld uiteraard onder het hoofdje uitgebuiten, en dan zijn ook snel de schuldigen aangewezen: de kapitalist, het systeem, terwijl degene, die de analyse maakte en het oordeel velde, zich buiten schot weet want hij heeft zich toch maar in alle heftigheid gekeerd tegen de uitbuiting en gepleit voor de onderdrukten . . . Weldenkend links vlucht te vaak in deze wijze van zich de handen wassen (op deze regel vormt de Communistische Partij een goede uitzondering), waarop soms een blindheid voor heel het probleem volgt en een van zich afwerpen van alle verantwoordelijkheid ten opzichte van de schandalen, die men mede heeft opgeworpen.' Aldus deze stem van een Franse arbeider, samengevat en vertaald door Jos van Dijk. De pot-en-ketel-verwijten die gehoord worden in de Westeuropese discussie over de trekarbeidersproblematiek roepen sterke herinneringen op aan de kribbige sfeer waarin indertijd van mening verschild werd over slavernij en kolonialisme. Behalve de sociaal zwaksten in de samenleving, die de aanwezigheid van trekarbelders als bedreigend ervaren, kan volgehouden worden dat iedereen die meeprofiteert van de welvaartsstijging In de westerse Industrielanden, beter is geworden van de aanwezigheid binnen de grenzen van wat al genoemd wordt 'het nieuwe proletariaat'. 'Het wordt de hoogste tijd, dat er een onderzoek gedaan wordt naar de bijdrage, die de buitenlandse werknemer levert aan ons nationaal inkomen en in hoeverre de stijging van onze welvaart afhankelijk is van zijn aanwezigheid', bepleitte juli 1971 ds. A. Dronkers in Wending. Bitter meende hij dat de bewuste 1% van ons nationaal inkomen (voor ontwikkelingshulp) voor ons verdiend wordt door de vertegenwoordigers van de derde wereld in ons land. 'Dankzij hun bijdrage aan de vergroting van onze welvaart 18

is het mogelijk dit soort royale gebaren te maken.' 'Er is weinig twijfel mogelijk of de beschikbaarheid van ongeschoolde buitenlanders voordelen heeft voorde economie der rijke landen. Op korte termijn is dit zeker het geval,' zo schreef prof. dr. W. Albeda in hetzelfde nummer.

Wie profiteert? April '72 kwam het Centraal Planbureau met een rapport, dat verhelderde wie in de Nederlandse economie het meeste profijt trekt van de trekarbelders en onder welke

omstandigheden. Voor de Individuele loontrekker Is er 'nauwelijks sprake'wan verbetering van zijn reëel beschikbaar Inkomen, zo schreef, terugblikkend op deze studie drs. J. Kooyman (medewerker Planbureau) in de Internationale Spectator juni '73. Het voordeel van trekarbeid In Nederland blijkt vooral toe te vloeien naar trekkers van niet-looninkomen (winsten e.d.). Drs, Kooyman: 'De nationaal-economische rentabiliteit van immigratie van buitenlandse werknemers valt duidelijk positief uit, waarbij de uiteenlopende consequenties voor de trekkers van resp. looninkomen en niet-looninkomen het begrijpelijk maken dat immigratie vanuit werkgeversstandpunt meer wordt bepleit dan vanuit werknemersstandpunt.' Vanuit nationaal-economisch oogpunt is het ook van belang dat de trekarbeid hier op z'n eentje komt, zonder z'n gezin, zo kon uit de Planbureau-studie geconcludeerd worden. Weliswaar blijft het ook dan voordelig voor de nationale economie, maar de rentabiliteit wordt kleiner. 'Deze gezins-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 492

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's