GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 25

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

magamte23 op dit punt wat informatie kwijt. Ik ben in dit geval de stoet naar de begraafplaats gevolgd. Daar waren behalve een zuster van de heer Van Zwet en haar man, die beiden in Het Laatste Kwartier woonden, geen bewoners aanwezig. Enkele kinderen en kleinkinderen hadden het tijdens de begrafenis duidelijk met hun gevoelens te kwaad, terwijl ook tijdens de rouwdienst een zoon merkbaar met zijn verdriet te kampen had. Er was hier een diep contrast zichtbaar tussen de reacties van de familieleden en die van de bewoners. Maar als „waarnemer" was ik in dit geval ook niet helemaal vrij van mijn eigen gevoelens. En die gevoelens staken al evenzeer af tegen de reacties van de bewoners. Ik had enkele keren met mevrouw Van Zwet gesproken en een duidelijke sympathie opgevat voor deze vriendelijke, wat stille vrouw. Haar overlijden sprak mij persoonlijk aan. Wellicht dat ik daardoor des te sterker de scherpe tegenstelling ervoer tussen mijn eigen gevoelens en die van de familieleden enerzijds en de onaangedane, emotieloze, wat kille belangstelling van de bewoners anderzijds. Dit leidde ertoe dat ik direct na de begrafenis de volgende, nogal spontane notitie maakte. ,,lk heb gevoelens van antipathie tegenover de bewoners. Tot nu toe heb ik hen beleefd vanuit het gevoel dat zij meeleven verdienen: zo dicht bij de dood. Nu ik bij het groepje „kijkers" gestaan heb en gehoord heb hoe onbenullig hun opmerkingen zijn, hoe alleen het aantal wagens, hoe lang het wel duurt enz. hen bezig houdt, de nieuwsgierigheid waarmee ze stonden te kijken of ze de stoet nog even zouden zien, of hij deze weg of een andere kiezen zou enz., voel ik afwezigheid van medeleven. Misschien komt dit zo sterk direct na de begrafenis naar boven, omdat daar echt verdriet was: bij een dochter, een kleindochter, een schoondochter; ook tijdens de rouwdienst had een zoon met zijn verdriet te kampen. Daar voelde je een verbondenheid, die hier ontbrak."

Afstand Het is mogelijk, dat in het geval van de begrafenis van mevrouw Van Zwet nog iets anders een rol speelde, dat mijn eigen gevoelens van antipathie jegens de bewoners beïnvloed heeft. Kort tevoren had ik in mijn eigen familiekring een sterfgeval te betreuren gehad. Toch ben ik meer van dergelijke, op het oog wat triviale en koele reacties op het overlijden van medebewoners tegengekomen, getuige een andere gebeurtenis. Ik stond bij het mededelingenbord, waarop de rouwcirculaire van mevrouw Van Tamen was opgehangen, die na een verblijf van een paar maanden in een verpleeghuis daar overleden was. Twee bewoonsters, op weg naar de koffiekamer, hielden stil om de circulaire te lezen. Een van hen zei dat het overlijden de vorige dag al bekend gemaakt was. Er werden nog wat opmerkingen gemaakt zoals „'t is toch snel gegaan" en toen richtte de aandacht

van de dames zich op het menu, daf ernaast op het mededelingenbord hing en werd de groente van die dag onderwerp van gesprek. Pas later, wanneer je wat afstand gaat nemen van de gebeurtenissen en vooral van je eigen gevoelens, dan ga je je afvragen of ook dit niet een manier van reageren op de dood is. Of ook dit niet een reactie is waarmee bewoners proberen het naderen van de eigen dood te_ verwerken. Als je blijft staan bij de oppervlakkige constatering, dat die mensen alleen maar nieuwsgierig zijn, zoals bij de begrafenis van mevrouw Van Zwet, of zich alleen maar bezig houden met onbelangrijke dingen, dan vergeet je, net als bij de cliché's, een heel belangrijk element dat in al die reacties is terug te vinden. Het element namelijk dat bewoners van het bejaardentehuis bijna „spelenderwijs" met de dood bezig zijn en de dood toch naar zich toe halen. Een dergelijke manier van reageren heeft een duidelijke functie voor die mensen. En ook hier moet je bedenken, dat de ogenschijnlijk triviale nieuwsgierigheid voor de vraag welke begrafenisondernemer, welke begraafplaats en hoeveel auto's, voor de bewoners van zo'n tehuis een heel concrete vraag is: zij zullen allemaal eens Het Laatste Kwartier op precies dezelfde wijze voorgoed verlaten. Dat ze bij die reactie de dramatiek proberen van zich af te houden wordt vanuit dit oogpunt zeer begrijpelijk. Daarom vind ik het vooral naar het personeel toe zo belangrijk dat zij proberen verder te kijken dan de simpele constatering van nieuwsgierigheid. (Het is overigens tekenend dat de klachten daarover altijd van het personeel, en nooit van de kant van de bewoners zelf kwamen.) Het personeel heeft nogal eens de neiging om te zeggen: dat mag niet. En ik geloof dat dat verkeerd is. Het is noodzakelijk om deze speelruimte voor de bewoners te creeëren om zo bezig te zijn met de dood. Irritaties van de kant van het personeel zijn begrijpelijk, maar moeten ons niet voorbij doen zien aan de positieve kanten die dit bezig zijn met — in onze ogen — trivialiteiten kan hebben. En dan ga ik nog voorbij aan het feit dat het bijzonder moeilijk is een scherpe scheiding te maken tussen nieuwsgierigheid en werkelijke belangstelling voor de overledene."

Anders Het zal niemand ontgaan zijn, dat de manier waarop Jan Matse met zijn onderwerp omgaat op veel punten afwijkt van wat men — van een socioloog althans — verwacht. Een diepe betrokkenheid met de bejaarden in het tehuis en met hun leven vanuit het gezichtspunt van de dood spreekt uit het hele boek. De vele malen dat de ik-figuur ten tonele wordt gevoerd met al zijn gevoelens en emoties lijkt in strijd met het beeld van de afstandelijke wetenschapper die zijn probleem klinisch op de snijtafel legt en ons in majesteitsmeervoud kond' doet van zijn analystische ervaringen. Niets van dat al vinden w e terug in „Het Laatste Kwartier" van Matse. VUMagazine vroeg hem, wat daarvan de oorzaak is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's