Grieven tegen de schoolwet en het geheim verraden. - pagina 6
!
Tot een politieke qnaestie voor onze Roomach- Katholieken, die, minder geneigd om hun staatkundige bedoelingen te laten doorschemeren, zich met zeldzaraen tact achter do batterij der schoolquaestie terugtrokken. En óók, tot een politieke quaestie voor ons, Anti-revolutionairen zóó zelfs, dat de elementaire bestudeering van het algemeen staatkundig beleid er lange jaren door op den achtergrond werd ;
gedrongen
Dermate
tot een politieke quaestie verlaagd, dat sinds een tienjaren de school schier het eeaig Shibboleth bij de verkiezingen, de eenig maatgevende onderscheiding der partijen, het DawiOf/t^«-zwaard voor elk komend Ministerie was. Het bederf hieruit voortspruitend, was wederkeerig. De school bedierf de politiek. De politiek bedierf de school. En in ernst maof gevraagd, of bij de oorzaken van onzen nationalen achteruitgang iets met de ellendige wet van '57 in vergelijking komt. 2, De invloed der dokerende partijen moet strekken om de Staatsschool in haar bloei te belemmeren. Concurrentie moet eerlijk zijn, zal ze zich als stelsel aanbevelen. Ts deze eerlijkheid op het stuk der volksschool deukbaar? Eerlijke concurrentie beteokent, dat de kansen in den wedloop voor beide mededingers gelijk staan. tal
Gelijke
kansen
!
Wat dunkt u? De
Staatsschool heeft ten haren voordeele 1. geheel den onme tevan het administratief gezag, 2. geheel het persoschier van inspectie en commissoriaal toezicht, 3. de onbe-
lijken invloed
neel
perkte beschikking over de beurs van alle ingezetenen, 4. de yaste positie, die zij den onderwijzer kan aanbieden, 5. de opleiding op rijk gedoteerde normaalscholen, 6. de pensioneering van eervol ontslagen onderwijzers, 7. een onduidelijke en daardoor alles veroorloovende wet, en 8. het kosteloos onderwijs. En daartegenover staat de vrije school met niets, lettei'lijk niets, gedwongen op te roeien tegen den stroom van administratieve overmacht, geldelijk overwicht en spitsvondige wetsverkrachtiug. Drie vragen aan u, die het Concux-rentiestelsel bepleit: 1. Moet concurrentie niet eerlijk zijn? 2. Onderstelt eerlijke concurrentie geen gelijkheid van kansen ? 3. Op wat wijs wilt ge der vrije school gelijke kansen met zulk een Staatsschool verzekeren ? Slechts één middel tot verweer rest den voorstanders der vrije
school.
Voor zooveel ze kiezers zijn, kunnen zo afgevaardigden benoemen, die de gestadige neiging, om de kansen nog ongelijker te maken, temperen. Over hot lot der Staatsschool beslist de Wetgevende Macht. Bij die beslissing heeft men stem in het kapittel. Kan het dan anders, of men moet wel, uit zucht naar zelfbehoud, de gelden weigeren, die de Staatsschool nog machtiger zouden maken, d. w. z. de vrije school nog zwaarder zouden drukken ?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1875
Abraham Kuyper Collection | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1875
Abraham Kuyper Collection | 36 Pagina's