Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 380
Vooraf gaat een historisch berigt, nopens de belydenis en geloofshervorming in de Nederlanden door Arnoldus Rotterdam, bedienaar des Goddelyken Woords te Zuylen. Op nieuw uitgegeven, en bij ons kerkelijk publiek ingeleid door Dr. A. Kuyper
XXXIV.
378
Artikel,
een waaragtig kSacrament van onze inwendige en geesbesnydenisse den Christelyken doop, die ons in plaats van de uiterlyke besnydenisse, van onzen Heere en Zaligmaker is naargelaten.
tot
telyke
,
.". Vrag. Is 'er ook niet een gepaste overeenkomst tusschen de Besnydenisse en den H. Doop? Antw. Ja doch
1. De Besnydenisse was een teeken en zegel van Gods (Tenade-verbond; Gren 17 11, vergeleken Handl. 7:8. Alzo is den Doop een teeken en zegel van het zelve verbond, als bediend wordende in den name van God Drieeen, die het verbond met de zijnen oprigt: Matth. 28 19. :
:
De
Besnydenisse
was een Sacrament der aanneeminge en inlyvinge in de Kerk: Gen. 17 14. De Doop alzo een Sacrament van dezelve bedoelinge; want wy allen worden door eenen Geest tot een lighaam gedoopt, l Oor. 12 13. Dus wierden door den Doop tot de gemeinte Gods toegevoegt, die her, woord der Apostelen ontfingen: Handl. 2 38, 39, 41. 2.
:
:
:
Gelyk eertyds de Besnydenisse was, alzo is nu in den Doop een afbeelding van de geestelyke onreinheid des herten. De Besnydenis leerde met de afsnyding van de voorhnit des vleesches, en den Doop leert nu met den ondergang of de besprenginge des waters, dat de mensch van natuure zondig en overzulks walgelyk en verdoemelyk voor God is. 3.
,
4. Gelyk de uitwendige Besnydenis te kennen gaf de noodwendigheid van de geestelyke besnydenis des herten, alzo geeft den Doop met besprenginge des waters te kennen, de noodzakelykheid der wedergeboorte, zonder welken niemand in 't Koningryke Gods zal ingaan. Joh. 3 5. :
De Besnydenis,
wyst op Christus die de zijne door zijn bloed van alle hare zonden reinigt, ende door zijnen Geest wederbaart. Daarom hadde de Besnydenisse haren loop tot de tyden Christi, en verder niet. En werdt ook van de gene die gedoopt zijn 27. gezegd, dat zy Christus hebben aangedaan. Gal. 3 Zo als de Besnydenisse eertyds verpligtede tot ge6. love bekeeringe en heiligheid des levens: Deut. 10:16. Besnydet dan de voorhuit uwes herten. Jer. 4 4. Besnydet u den Heere, ende doet weg de voorhuit uwes herten. Dus is 't geschapen met den Doop; zy vermaant 5.
alzo ook den Doop,
,
:
,
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's