Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 52
Vooraf gaat een historisch berigt, nopens de belydenis en geloofshervorming in de Nederlanden door Arnoldus Rotterdam, bedienaar des Goddelyken Woords te Zuylen. Op nieuw uitgegeven, en bij ons kerkelijk publiek ingeleid door Dr. A. Kuyper
XV II.
50
Artikel,
Dat de Mensch van natuure een vyand Gods, en 1. een vrind des Duivels is. 2. Dat het Vrouwenzaad vrinden Grods worden, niet door haar eigen kragt, maar door Groda kragt, alzo hy de vyandschap stelt. 3. Dat de onbekeerde uit hun natuur gewillig het slangenzaad zyn maar de bekeerde door Gods wil en alvermogen, door wedergeboorte, het Vrouwenzaad worden. 4. Dat de Gelovigen, een Behouder tot hun redding krygen, die den Slange de kop vertreden zal. 5. Dat deze Verlosser God moest zyn, om het werk en de magt des Satans te overwinnen. 6. Dat die Behouder ook een Mensch moest zyn, welken een verssen of hiele heeft, om in de Menschelyke natuure te konnen lyden, alzo hy, die waarachtig God was, niet kon lyden. 7, Dat hy een heilig Mensch moest zyn, en zonder zonde, alzo hy anders onder den vloek was, en den Satan niet konde verpletteren. 8. Dat de overwinninge van deze Verlosser op den Satan volkomen zyn zoude, zo dat het Slangezaad. het Vrouwenzaad geen nadeel zou konnen toebrengen. Immers des Satans kop zoude vermorselt worden. 9. Dat deeze Verlossinge door veel lyden moest verkregen worden, terwyl het Vrouwenzaad, de verssen of hiele, dat is zyn Menschelyke natuur, zou verraorselt worden. 10. Dat dit lyden egter maar een korten tyd duuren zoude, alzo het niet op het hoofd maar :
de verssen zoude aanlopen. 11. Dat het Vrouwenzaad uit dat lyden wederom zou opstaan, alzo anders den kop der Slange niet konde verbroken werden. 12. Dat deze Overwinninge aan Geheel het Vrouwenzaad zou overgaan, welke door de Verlosser, haar hoofd, zoude verkregen worden. 13. Dat de Uitverkoorne deze verlossing niet dadelyk verkrygen konden, ten zy, dat zy door wedergeboorte tot het Vrouwenzaad geworden waaren. 14. Dat 'er altyd onderscheid zal zyn tusscheii bekeerde en onbekeerde: terwyl 't Slangenzaad in 't Koningryke der duisternisse blyft, en 't Vrouwenzaad in 't Koningryke des ligts, nimmer van Heer veranderen kan. 15. Dat 'er altijd strijd zal zyn tusscheu deze twee Zaden. 16. Dat de bekeerden door een godvrugtigen wandel haar vertonen zouden het Zaad der Vrouwe te zyn. 17. Dar, God in alles de eer van zyn genade zoude hebben, als die door zyn Wonderbare
goedheid
troost heeft
en Wysheid, den gevallen Mensch gebelofte van zynen Zoon, die de werken
met de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's
![Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 52](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/zions-roem-en-sterkte-ofte-verklaaring-van-de-zeevenendertig-artikelen-der-nederlandsche-geloofsbelydenis/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's