Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 98

XIX.

96

Artikel,

de eindigheid van zyn natuur: Want Jesus wysheid, Luc. 2 Zelf waren hem nog 52. veele dingen onbekent na zyne Menschheid, als de tyd van het laatste oordeel, Mare. 18 32. en dat 'er geen vygen aan zekeren vygenboom waren, Matth. 21 19. eindig,

nam

na

toe in

:

:

:

Volkomene

h.

heiligheid, in lighaam en Ziel, zo dat ontvangenisse af was zonder zonden een 1 Joh. 2:1. Die geene zonde gekent

hy

van zyne Regtvaardige, heeft,

2 Cor. 5

:

21.

Byzondere kragt en sterkte, gaande boven de kragt Engelen en Menschen, om wonderwerken te doen, zo nogtans dat de voornaamste kragt of Almagt by de Godheid gebleven is, die de Menschelyke Natuure, als een Instrument gebruikt heeft. Mare. 5 30. Ende terstont Jesus bekennende in hem zelven, de kragt, die van hem uitgegaan was, keerde hem om in de schare, ende zeide, wie heeft myne kleederen aangeraakt? c.

van

:

Welke

Yrag. ginge?

is

de tweede uitwerkinge van die vereeni-

2. De mededeeling van Middelaarswerken, welke Middelaar moest verrigten, tot welke, beide de Natuuren, elk op haar wyze, zo mede werkten, dat ieder Natuur het zyne toebragt, tot uitvoering, van dat eene werk der Zaligheid De Menschelyke door te Lyden de Goddelyke door de oneindige Waardigheid aan dat Lyden toe te brengen. Hierom Hand. 20 28. God heeft zyne Gemeente Hebr. 9 14. Die hem verkregen door zyn eigen bloed. zelven door den eeuwigen Geest Gode onstrafFelyk heeft op-

Antw.

hy

als

:

;

:

:

geofPert.

Welke is de derde uitwerkinge? Antw. 3. Een mededeelinge der Eigenschappen van Vrag.

bei-

den de Natuuren. 't Welk niet zo is te verstaan, dat de Goddelyke Eigenschappen aan de Menschheid medegedeelt zyn, dat onmogelyk is, maar in dier voegen, dat van de gantsche persoon Christi gezegd wordt, het geen tot een van beide Natuuren behoort. Dus leest men dat hy de Zone Gods is, Rom. l 4. Dat hy geworden is uit een Vrouwe, 17. Dat hy alles Gal. 4 4. Dat hy alles weet, Joh. 21 niet weet. Mare. 13 32. :

:

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen