Separatie en Doleantie - pagina 20
20
DE UIITEEDING.
onbetwist.
beginsel
in
kon gesteld
anders
wat
Iets
worden,
onze Calvinisten wel niet
bij
hun geheele optreden een
daar
gevolg was óf van een reformeeren van de Roomsche kerk, óf
van een breking met het Roomsche instituut.
Op
dien grond
verklaarden onze Calvinisten overgang uit de Roomsche, Luthersche of Anglicaansche kerken steeds voor fjeoorloofd.
Viel er
daarentegen sprake van overgang van de eene Gereformeerde kerk in de andere,
met dien verstande dat deze beide
in belijdenis,
eeredienst en kerkregeering zu.ver waren, dan eischten ze toe-
stemming van den kerkeraad dien men verliet en gemeen overleg met den kerkeraad der kerk, waartoe men wilde overgaan. Zoo bij voorbeeld als
men van
de Nederduiische wilde overgaan tot de
Waalsche of Schotsche kerk. Maar, hoe voorzichtig men de zaak ook overlegde, nooit formeel steeds
vrij
is
is
in twijfel getrokken, dat een Christen
was om kerkeUjk
over
zijn,
eigen peri^oo)i ie beschikken;
en
erkend dat geen kerk het recht had iemand tegen zijn
wil kerkrechtelijk
gebonden
te
houden.
Men mocht iemand
die
scheiden wilde vermanen, raden en met de teederheid der li«fde dringen,
maar
kon men hem
(hciugcu
steunde op vrijwillige stipulatiën,
nooit.
iiioesf
Omdat
het instituut
ook het recht
tot ver-
breking van den band wel in beginsel erkend worden.
Omgekeerd kou de geïnstitueerde kerk van haar zijde evenmin gedwongen worden, iemand als lid te behouden, die de stipulatiën
verbrak
of
door
zijn
schandelijken
wandel
een
schandvlek der kerk werd. Ze bezat daarom het recht van den mits onder de bedingen waaraan het uitspreken van dien
ban,
ban door Gods Woord gebonden was telijk
;
en hoewel deze ban gees-
de gemeenschap nog niet geheel afsneed, zoodat bijvoor-
beeld het kind uit zulk een gebannene soms toch tot den
Doop
wierd toegelaten, zoo stond de gebannene nochtans feitelijk //buiten de legerplaats/' en kon geen enkel recht in de gemeenschap meer uitoefenen. biliias is
in
Doch over
dit
punt behoeft niet uitgeweid. De Dissolu-
of ontbindbaarheid van den band met de geïnstitueerde kerk
de
toenmalige
controvers
met Rome zoo
principieel en
breedvoerig behandeld, dat een iegelijk, die het goed recht van
onze
Hervormers tegenover het instituut der Roomsche kerk
erkent, zijn
formeel althans een iegelijks recht,
kerk los
te
maken, wel
zal
om
den band met
moeten toegeven. Slechts geldt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's