Is er aan de publike universiteit ten onzent plaats voor eene Faculteit der Theologie? - pagina 18
Referaat voor de meeting, gehouden ter gelegenheid van de tiende jaarvergadering der vereeniging voor hooger onderwijs op gereformeerde grondslag
;
18 faculteit zijn, clan
beginsel,
doceeren
moet de faculteit als eenheid, en dus en dan moet hetgeen deze faculteit ;
uit eenzelfde
doceert, niet
een vrijbuiten zijn op philosophisch, historisch en litterarisch gebied,
maar een doceeren van de Theologie
als
de wetenschap, die de op
bovennatuurlijke wijze geo-penhaarde kennisse Gods tot voorwerp heeft
en zulks wel met het pastores
doel,
om den
beroepsstand van de doctores et
in stand te houden, voor te lichten en te ontwik-
ecclesiae
In Leiden, Utrecht en Groningen en
kelen.
bij
de stedelijke univer-
Amsterdam moge men dan ook van eene //Theologische faculteit'' sj)reken, maar ze is er niet. Er is iets anders, wat noch technisch noch uit wetenschappelijk oogpunt dien naam verdient. Is nu deze opvatting juist, dat een Theologische faculteit niet een wetenschap, die God zelf tot voorwerp van onderzoek heeft, kan doceeren, wijl dit met het beginsel der religie strijdt; en ook niet de siteit te
natuurlijke Godskennisse tot inhoud van wat ze doceert
dan op het
wijl
ze
dan
alleen
haar
doceert
faculteit
het
ecclesife
faculteit faculteit
kiezen,
draagt, zoo hetgeen ze ah inhoud heeft de op hoveiinatuurlijke wijze ge-
Gods;
om den
doel
mag
der philosophie treedt; en dat ze derhalve
naam naar waarheid tot
openbaarde kennisse
met
erf
alsmede dat ze deze
beroepsstand van
te
doceeren heeft
de doctores
et
pastores
dan volgen hieruit voor de Theologische drie nadere bepalingen van gewicht. Ten eerste, dat ze, als doceerende en gradueerende, als faculteit ook ha ar belijdenis voor
te
lichten,
moet hebben.
Ze kan toch de waarheid der bovennatuurlijke open-
baring nooit of
nimmer fundeeren op
eenig natuurlijk gegeven, en moet
dus haar uitgangspunt vinden in een overtuiging, die zelve gewekt is
door werkingen, &\ehoven
werkingen nu
zijn,
t/e
na f» wr uitgaan. Deze bovennatuurlijke
krachtens haar aard voor bewijs uit de gegevens
der natuur absoluut onvatbaar, en kunnen dus slechts beleden worden.
Ten andere volgt teit
te
hieruit dat een Theologische faculteit,
kunnen doceeren, met het oog op de
kan met eene in de lucht zwevende
belijdenis,
om
als facul-
practijk, niet volstaan
maar
als
uitgangspunt
zulk een belijdenis moet hebben, die feitelijk met de belijdenis van
ééne of meer kerken correspondeert; overmits ze alleen op die voorwaarde in deze kerken den beroepsstand der doctores et pastores kan helpen vormen. Een beding waaruit dan nader voortvloeit, dat ze in haar formatie
met de kerken, voor de vorming van wier dienaren
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 44 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 44 Pagina's