Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 419
Van V. A. V. A. V. A.
Is
Christi Menschwerdinge.
415
hy dan mensch geworden?
Ja.
Wanneer? In de volheyt des Bewijst dat?
tijts.
Galat. 4. 4. Maer wanneer de volheyt des tijts Godt sijnen Sone uytgesonden, is, heeft
gekomen
geworden van een vrouwe, &c. V. Wie is mensch geworden? A. De Heere Christus. V. Hoe beschrijft hem de Catechismus? A. De eeuwige Sone Godts. V. Is de Vader ook geen mensch geworden? A. Neen. V. Is dan de Vader geen Godt? A. Ja. V. Wel nademael de Vader oock Godt is waerom hy dan oock geen mensch geworden? A. dat het verscheyden persoonen zijn. V. Zijnse dan niet een? A. Ja. V. Zijnse een persoon? A. Neen. V. Wat zijnse dan? A. Een Godt? V. Is de H. Geest Godt? A. Ja. V. Is de Sone Godt? ,
is
,
Om
A. V. A. V. A. V.
Ja. Is de
Sone mensch geworden?
Ja. Is de
H. Geest mensch geworden?
Neen. is hy een Godt met den Soon, hoe kan Soon mensche geworden zijn, ende de H.
Wel,
dan de
Geest niet? A. Om dat hy deselve persoon niet en een ander ofte onderscheyden persoon.
is,
maer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's