GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 60

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

48

mie

lieten dat echter niet toe en terecht beklaagt zich

ting dan ook

Hach-

Curateuren, die alsnu zulks aan Maccovius verbieden. Het schijnt intusschen volgens een schrijven van bij

Hachting aan Curateuren, dat Maccovius dat toch bleef voortdoen. Hachting zond daarop een predikant naar Maccovius om hem hierover te vermanen. Maar toen ook dat niet baatte nam hij eens inzage van Maccovius' dictaten over de Logica, en schrijft daarvan: „cum vero expectarem quid egregii et magni, ut deceret illum, qui cum contemptu ordinarii professoris falcem suam mittit in illius messem", maar „deprehendi non aliud quam vulgare, quam illud quod Keckermannus ipse habet multo melius, imo deprehendi multa inconsiderata, inconcinna quin etiam false po^) sita." Dit sterkte hem in zijn oppositie en omdat Maccovius er niet van aflaten wilde die colleges te geven, begon Hachting nu den studenten openlijk te ontraden die colleges „incoctioris farinae" te volgen en was bereid een openlijk dispuut met Maccovius aan te gaan over deze Thesis: „praecepta logica, quae possunt sufficere homini in republica versaturo debent esse in omnibus brevia, vera, utilia, concinna", welke Thesis het opschrift was van Maccovius' dictaten. En dan wilde hij constateeren van Maccovius' dictaten „Atqui cuiusdam logici dictata logica non sunt brevia, neque vera, neque utilia, neque concinna in omnibus," om ten slotte te concludeeren „Ergo illius logici dictata non sunt sufficientia ad instruendam et ergo inutilia pharmaca ad imposturam (absit verbo offensa) tantum proposita." Maar de Rector Magnificus verbood dit 'Dispuut, en zoo kwam er niets van. Intusschen voelde Maccovius zich door dat optreden van Hachting zeer gekrenkt, beklaagde zich bij Curatoren, dat aan zijn goeden naam afbreuk is gedaan Hachting verantwoordde zich toen in bij de studenten. een apolegetischen brief door Maccovius aan de kaak te stellen, hem te verwijten dat hij op een anders terrein gaat jagen, onlogisch is en duister, en dat het „non licet dictare .

.

.

:

')

Collectie

Brieven,

N". 205.

Een

brief

heel deze geschiedenis wordt medegedeeld.

van Hachting aan de Curatenren waarin

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's