Johannes Maccovius - pagina 148

136

geval vergeten worden, dat

aan Parker verzocht had de navolgende verontschnlding voor de „schoolsche termen" aan zijn Theses toe te voegen: „Quia hic inter alios adversus Jesnitas disputatnm est, ideo coacti fuimns, Scholasticos eorum terminos retinere, ne istos immutando, aut sensum pervertere, aut minus opposite efferre videremur. Ideoque rogandi erunt lectores, ut hunc procedendi modum aequo animo ferant." Gehjk Heringa in zijn „Twistzaak van Maccovius" meedeelt.

hij

')

Heringa wijst er op dat Maccovius onder niemand minder dan Keckermann zich op de Schoolsche Wijsbegeerte heeft dat de arbeid van Maccovius vrucht

toegelegd;

Keckermann's onderwijs;

mannen

van dat op de Synode van Dordt

")

is

en Voetius het

als Gomarus, Thysiüs, Hommius, Lydius

voor Maccovius hebben opgenomen met beroep op Zancbius, Danaeus, Junius en Tkelcatius, ja op Lubbertus

Sadeel,

*) Van Lubbertus bestaat nog een boek, getiteld ;,üe Papa Romano, libri decem, scholastice et Theologice collati

zelf.

:

cum

disputationibus Roberti Bellarmini." Hij wijst op de

zelfverdediging van Maccovius die zich op Calvijn, UrsinüS; Beza,

e. a.

Polanus,

Pekkins,

Piscaïor,

Trelcatius

beroept.

Zanchiüs,

Junius,

Pareus,

*)

Maccovius kon zich op

al

deze Godgeleerden beroepen,

had hunne werken gelezen en bestudeerd. De nagelaten geschriften van Maccovius toonen door de citaten, met wie Maccovius vertrouwd was. Telkens zien we geciteerd: Augustinus, Thomas Aquinas, Petrus Martyr, Oecolampahij

dius,

Calvijn,

vermoeden

ligt

Zanchiüs,

^)

das

zeer

voor

Junius, Beza, Scaliger, Kecker-

de hand dat die Theses van Parker, door Amesins

zelf zijn opgesteld, ten minste onder zijn toezicht. Dit verklaart

Amesius op Dordt zich zoo bijzonder

in de zaak

')

Archief K. Gesch., III, p. 581.

^)

Archief K. Gesch., III,

=)

Archief K. Gesch., III, p. 608, 609.

*)

Archief K. Gesch.,

"*)

Sacr.

III.

p.

p.

dan ook het

feit

dat

mengde.

618.

617.

Weismanu noemt hem „Calvinista rigidns." (Introductio in Memorab. Eccl. Hist. II, p. 860). Kramer (Het Verband van Doop en Wedergeboorte, p. 271) noemt

hem „getrouwe verfoeide, genstelling

niet

met

volgeling van in

alles

Calvijn.

met

Calvijn".

Toch was Maccovius,

die het

xÓTÓg êCpx

Calvijn van hetzelfde gevoelen. Hij onderscheidt in te-

tusschen

omnipotentia

absoluta

en

actualis.

Maccovius leert

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen