Johannes Maccovius - pagina 134

122

meele beteekenis hadden; liet ze voor de formeele vorming dienst doen; en had geen vermoeden, dat er in deze studiën ook een materieeie wereldbeschouwing school, die antithetisch tegen

sinds de

13<ie

de Christelijke o verstond."

eeuw ietwat beter toen

Wel werd

dit

Aristoteles volledig

bekend werd, maar „oppositie tegen Aristoteles voerde men daarbij nog niet." Dat lag voornamelijk aan zijn analytische methode. „Juist het analytisch karakter van Aristoteles' philosophie was oorzaak, dat de principieele tegenstelling tusschen hem en de Christelijke theologie minder gevoerd werd." Men had de Dogmata der Patres, men ontving de Philosophie van Aristoteles. Men wilde die met elkander in rap-

De Philosophie als ancilla gebruiken voor de Sancta Theologia. „Had dit nu aanstonds tot een princi-

port brengen. pieele

onderscheiding tusschen de eigenlijke theologie en

deze op Christelijken grondslag rustende philosophie geleid,

zoo ware de schaduwzijde van de Scholastiek gemeden."

^)

Een korte wijle w^as de Kerk voor Aristoteles teruggedeinsd, „maar (ze) eindigde toch met na eenig aarzelen ook Aristoteles, zoo ze waande, met de koorden der Scholastiek, voor de zegekar van den Christus te spannen. Juist dit echter kwam haar duur te staan. Ze had haar ouden vijand niet herkend; het gevaar, dat dreigde, te licht geacht; en,

zonder te weten wat ze deed, het paard van Troje binnengehaald." liet

^)

voorgestelde

doel

der Middel eeuwsche

Scholastiek

De kennismaking uiet Arishad den Doctoren doen zien dat Aristoteles veel machtiger wetenschappelijk wapentuig had dan zij bezaten. Wat waren de wapenen waarmee zij dusver gestreden hadden, vergeleken bij den rijken voorraad van w^apentuig, die in het arsenaal van Aristoteles hun tegenblonk? En het zien van dat Aristotelisch arsenaal had dan ook onmiddellijk uitwerking „dat ze slinger en steen fluks wegwierpen, was op

zichzelf goed en schoon.

toteles

') )

Dr. A. Kttypee, Encyclopaedie der H, Godgel.,

Dr. A. KuYPER, Encyclopaedie der H. Godgel.,

I, I,

p. p.

91

— 94.

123.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen