GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 128

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 128

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

116

putamus toto coelo a NiTzscH zegt in

reeds

*)

genoemd artikel dat door SchoPeriode, sondern auch eine

„nicht lediglich eine

lastiek

Art

^zijn

scholasticis sententiariis differre.'"

oder ein Typus der Theologie bezeichnet wird." Er

is

dus onderscheid te maken tusschen de scholastieke periode, waardoor het woord scholastiek zoo slechte beteekenis heeft verkregen en de scholastieke leerwijze, die goed

is,

In deze § is het om de leerwijze dier periode te doen. In de latere classiciteit heet een

en behouden moet

iemand

blijven.

mit der Schule zu thun hatt." Het is een aanduiding voor „qui in schola sunt," „qui in litteris vivunt," zoo van den schoolmeester als van den schooljongen geldende. Als adiectief werd het voor ontwikkeld, „gebildet" genomen. Sinds Karel de Groote is de hij die aan het hoofd van een Scholarch of Scholasticus school staat. Maar in de periode der Scholastiek heeten Scholastici „qui barbaram cum Philosophiam tum TheoloScholasticus

die „es

Scholis tradiderunt, a

giani in

Lombardi

temporibus.''

De

Scholastieken uit deze periode kregen dus een ouden naam,

maar met een nieuwe beteekenis: „dicti antiquo nomine, sed novo significatu.'" ^) Hadden zij dan ook een anderen naam aangenomen, dan ware veel misverstand in later tijd voorkomen geworden. Van deze verscherpte Scholastiek was dit nu vooral het bedenkelijke dat „Lombardi et Thomae collectiones scholis quasi canonizatae, et autoritatem tantam nactae ut paene néfas esset ab

alicubi discedere."

iis

Het tijdperk dezer Scholastiek ÜANAEus' voorslag

De

engeren zin genomen,

in drie perioden, gewoonlijk, in navolging

zich

splitst

in

*)

*)

van

de vetus, media en nova genoemd.

eerste periode, de vetus,

is

de periode der opkomst

van de Scholastiek. Ze wordt geopend door Berengarius, Lan-

')

^)

VoETius, Bisp.

Spanhemius,

Marck.

I,

p.

Select.

Rist.

79. ed.

I,

Eed.

N.

14. ed. T.

Zie

1648.

de Mooe, Commentarius Perpetuus

1761.

c, p. 15.

^)

VOETIUS,

*)

A. PiEESON, de Realismo

1.

p.

et

Nominalismo, p. 47.

in

Joh.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 128

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's