GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 275

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 275

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE ONZIENLIJKHEID GODS.

273

Metterdaad staat de Kerk van Christus bij de belijdenis van Gods onzichtbaarheid voor den grooten tweesprong des levens. Alle tijden door heeft de geest der wereld geroepen om te zien, en geweigerd te gelooven in machten en krachten die met het bloote oog niet konden waargenomen worden. Heel de wetenschap der wereld heeft met het onzichtbare en onzienlijke gebroken, rekent alleen met wat gevoeld en getast, gemeten en gewogen kan worden. En zij heeft dat zoo brutaal gedaan, dat zij botweg weigerde als wetenschap te erkennen al wat nog wel met de wereld der onzienlijke dingen rekening hield iemand, die met den Onzienlijke en het onzichtbare nog in zijn gedachten bezig was, gold bij hen kortweg niet langer voor wetenschappelijk. Het was deze empirische, materialistische wetenschap ;

natuurlijk

om

emancipatie van den levenden

God Zelven

te

doen, want wie de onzienlijke dingen loochent, breekt met

den Onzienlijke in de allereerste plaats. En daarom staat de Kerk des Heeren hier voor den grooten tweesprong des levens om, in tegenstelling met de wereld, die alleen met het tastbare en zichtbare rekent, uit te komen voor de dingen die in de hemelen èn die op de aarde

zijn, die zienlijk èn die onzienlijk zijn (Col. 1 16), en het geloof te belijden in Christus, haren Heiland, die het

beeld

:

is

des Onzienlijken Gods. (Col.

1

:

15.)

Dat is een zake des geloofs. Gods bestaan kan niet bewezen worden, maar moet geloofd worden. Dies staat er in Hebr. 11:6: „Want die tot God komt, moet gelooven dat Hij is,

en een Belooner

is

dergenen, die

toch zeer duidelijk zeggen wil, dat

God

Hem zoeken,"

hetwelk

men moet gelooven dat Hij die God is, die Zich

er een God is, dat openbaart in de Natuur en in Zijn Woord. Alle geloof, en dus ook het geloof dat God is, ligt onder deze bepaling, is,

dat

het

was

bij

dat

is

een

bewijs

der zaken

die

men

Mozes de krachtige werking des

Kennisse Gods.

niet

ziet.

Het

geloofs, dat hij 18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 275

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's