Van de kennisse Gods - pagina 161

;

DE SCHRIFTUURLIJKE OPENBARING.

159

vormig, of Christus heeft ze in den mensch gewrocht hetwelk Hij ons leert, zeggende Zonder Mij kunt gij niets '

:

doen."

En

zoo verstaan wij geheel en ten volle de slotwoorden van I Cor. 2 „De natuurlijke mensch begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn, want zij zijn hem dwaasheid, en :

hij

kan

ze niet verstaan.

Maar

hebben den zin van

.... wij

Christus."

IV.

DE SCHRIFTUURLIJKE OPENBARING. Al de

Schrift

nuttig

tot

is

van

leering,

God tot

ingegeven, en

wederlegging,

is

tot

verbetering, tot onderwijzing die in de recht-

vaardigheid

maakt

zij,

is;

opdat de mensch Gods vol-

tot alle

goed werk volmaaktelijk

toegerust.

II Tim. 3

:

16,

17.

Waar, gelijk wij zagen, God de HEERE, in Christus, den Zoon Zijner liefde, de groote genadegifte der bijzondere, buitengewone, bovennatuurlijke openbaring schonk, is het alsnu noodig, zal zij ten volle doel treffen, en ten bate komen van hen die daartoe van eeuwigheid waren verordineerd,

dat

er

eene verbinding, een tusschenschakel, een

geleiddraad gelegd worde tusschen die bijzondere openbaring

gemeente Gods voor welke zij is. Wat op natuurlijk gebied gezien wordt bij de telephonie, waar hij, die spreekt, zich van den electrischen draad als noodzakelijk middel bedient om zich op verren afstand verstaanbaar te maken aan den persoon, tot wien hij iets heeft te zeggen, heeft ook hier plaats. Zal de Kerke in

Christus

bestemd

Jezus,

en

de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen