GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

ARCHIVALISCHE BRONNEN VOOR DE GESCHIEDENIS VAN HET NEDERLANDSE PROTESTANTISME IN DE NEGENTIENDE EEUW.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij archivalische bronnen voor de bestudering van de Nederlandse Kerkgeschiedenis van de negentiende eeuw zou men allereerst aan de officiële kerkelijke archieven kunnen denken en dan in het bijzonder aan die van de plaatselijke colleges. De archieven van de kerkeraden en eventueel die van de diakonieën en kerkvoogdijen (of beheerscommissies) moeten toch wel gegevens bevatten waardoor men zich een beeld kan vormen van het kerkelijk leven in vroegere jaren. Toch moet men zich daarvan geen overdreven" voorstelling maken. Kerkeraadsnotulen zijn voor een belangrijk deel gevuld met organisatorische zaken zoals verkiezingen en het beheer over de diakoniegoederen, al brengt de wijze waarop de opbrengst hiervan wordt besteed de zorg voor de armen en misdeelden in het vizier. Om over meer geestelijke zaken en geloofskwesties te lezen te krijgen moet men veelal vele bladzijden doorlezen.

Archiefonderzoek vraagt tijd en geduld ! Behalve de notulenboeken bevatten de archieven nog ander materiaal. Wie een aantal inventarissen doorbladert, bv. die in de bij onderstaande litteratuuropgave genoemde serie zijn verschenen, komt onderwerpen van velerlei aard tegen. Indices wijzen de weg in welke archieven over een bepaald onderwerp (bv. Avondmaal, collatierecht, orgelbouw) stukken te vinden zijn. Omdat als regel elke activiteit van de kerkeraad haar sporen heeft nagelaten in de notulenboeken en van diakonie en kerkvoogdij in de rekeningenboeken, moet men natuurlijk ook al zulke boeken van algemene aard raadplegen.

Het gezegde over de notulen van de kerkeraadsvergaderingen geldt in versterkte mate voor die van de classicale vergaderingen der Ned. Hervormde Kerk, die zich (ondanks dat volgens het Algemeen Reglement aan de classicale vergaderingen o.a, behoorde "het beraadslagen over hetgeen bevorderlijk kan zijn aan de belangen der bijzondere en gezamenlijke gemeenten in het Classicaal ressort, inzonderheid wat betreft het godsdienstig en kerkelijk leven") met nauwelijks meer bezighielden dan met benoemingen en het considereren van voorgestelde reglementswijzigingen. Andere zaken behoorden tot de competentie van het classicaal bestuur, o.a, het toezicht over de gemeenten, predikanten, candidaten tot de Heilige Dienst, ouderlingen en diakenen. In zijn notulen kan men dan ook interessante zaken aantreffen, bv. wanneer kwesties en geschillen uit de gemeenten ter behandeling zijn voorgelegd. In dit verband kan als voorbeeld worden genoemd dat betreffende de Afscheiding archiefstukken die zich in overheidsarchieven bevinden, in de jaren 1939 tot 1946 zijn gepubliceerd * maar dat het archiefmateriaal in Hervormde kerkelijke archieven, met name in die van de classes, behalve voor enkele gebieden nog nauwelijks is ontgonnen. Dit geldt bv. ook ten aanzien van de Doleantie. Over de toestand der gemeenten in het algemeen zijn desbetreffende gegevens natuurlijk te vinden in de stukken van de kerkvisitatie, in de classicale en de provinciale archieven. In deze archieven van de provinciale kerkbesturen vinden wij ook overigens gelijksoortige informatie als in de classicale archieven.

Tenslotte het archief van de Algemene Synode van de Ned. Hervormde Kerk vanaf 1816 (ook voor de eerder genoemde archieven geldt tjet gezegde voor de periode vanaf 1816; voor de voorafgaande jaren van de negentiende eeuw, overgangsjaren, leent het

archiefmateriaal zich niet voor een eenvoudige karakterisering). Wat de vorm betreft bestaat dit uit een reeks geschreven Handelingen, een reeks ingekomen en uitgegane stukken en een aantal dossiers (bv. betreffende de Doleantie, de Evangelische gezangen, de toestand van het godsdienstonderwijs). De Handelingen zijn ook gedrukt met afzonderlijke indexdelen per tien jaar.

Sommige passages zijn buiten de druk gehouden. Deze zijn in het archief als een aparte reeks voorhanden zodat gemakkelijk kan worden nagegaan of er uit een bepaald jaar en over een bepaalde zaak ook nietgedrukte gegevens bestaan. Een aparte, niet gedrukte reeks vormen ook de Handelingen van de Algemene synodale commissie vanaf 1828.

Een verslag van haar verrichtingen in het afgelopen jaar is steeds opgenomen in de gedrukte bijlagen bij de Handelingen der algemene synode. Van de ingekomen stukken bestaan chronologische lijsten met over de jaren 1859-1879 een alfabetische index. Wie de moeite neemt een deel met Handelingen door te lezen en daarnaast bv. ook de gedrukte circulaires die door de synode aan de kerkeraden en predikanten zijn verzonden, ontdekt dat de negentiende-eeuwse synode zich echt niet alleen met reglementen en andere organisatorische zaken heeft beziggehouden. Men kan er tekenen herkennen van pastorale bezorgdheid en sociale bewogenheid. De collecte voor Noodlijdende kerken en personen, waarmee de lijn van de in de zeventiende eeuw begonnen internationale hulpverlening werd doorgetrokken, werd met steeds weer andere bewoordingen warm aanbevolen. Het godsdienstonderwijs kreeg op gezette tijden bijzondere aandacht. En zo zou er meer te noemen zijn.

Een "tussengebied" van Hervormde archieven bleef nog onbesproken. Dat zijn de ringarchieven, als regel vrij gering in omvang wanneer we de hierbij (evenals bij de classicale en provinciale archieven) behorende reeks gedrukte Handelingen der sy-

node buiten beschouwing laten. Zij bevatten meestal weinig over de plaatselijke situaties behalve hetgeen wegens de regeling van de consulentschappen en vacaturebeurten aan de orde kwam. Maar in ringverband werden vaak ook lezingen en preekschetsen gehouden, verschenen boeken gerecenseerd en dergelijke zaken meer. De weergave hiervan inclusief de erop gevolgde discussies geeft een inzicht in de dogmatische en ethische opvattingen der predikanten. Er werd gereageerd op actuele kerkelijke (en ook politieke en sociale) problemen. Predikanten die faam zouden verwerven als knappe theologen, kunnen wij hier in hun jonge jaren aan het woord horen.

Met de archieven der ringen (thans: brede ministeries) zijn wij in de buurt van een groep nietofficiële kerkelijke archieven, nl. die van de predikantenverenigingen, waarvan enige een typisch richtingsoogmerk hebben gedragen. Een aantal hiervan is bewaard gebleven, ten dele zich bevindend in de synodale archiefbewaarplaats. Van enkele andere is bij de archiefdienst van de Ned. Hervormde Kerk bekend waar zij berusten.

Archieven als die der predikantenverenigingen behoren tot de categorie semi-kerkelijke archieven. Dit is een onderdeel van een meer algemene categorie archieven van christelijke verenigingen, instellingen enz.. Semi-kerkelijk worden de verenigingen, instellingen enz. genoemd, waarvan de werkzaamheden zich zonder van een kerk uit te gaan toch geheel of in belangrijke mate afspelen op het arbeidsterrein van de kerk, dus op het gebied van apostolaat, pastoraat en diakonaat. Binnenkort zal een aanvang worden gemaakt met een systematische registratie van deze archieven. Het ministerie van CRM heeft nl. besloten o.a. hiervoor een halftime-archiefambtenaar ter beschikking te stellen, die zijn werkzaamheden zal

verrichten in overleg met de Commissie tot registratie van de protestantse kerkelijke en semi-kerkelijke archieven (corr. adres: Javastraat 100, Den Haag). In afwachting van deze registratie wordt hier volstaan met enige summiere aanduidingen.

Met een archief dat de gehele negentiende eeuw beslaat, nl. dat van het Nederlands Zendelinggenootschap, opgericht in 1797, beginnen we met de groep zendingsarchieven die worden bewaard in het zendingsbureau te Oegstgeest. Verwant hiermee is het archief van het Nederlands Bijbelgenootschap, opgericht in 1814, berustend bij het secretariaat te Amsterdam.

Het Réveil gaf de stoot tot inrichtingen e.d. op het gebied van de inwendige zending, zoals de Heldringgestichten (1847). De archieven zijn als regel ter plaatse aanwezig. Het Réveil-archief zelf, dat wordt bewaard in de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, is geen archief in de ware zin des woords. De klassieke definitie luidt nl.: "Een archief is het geheel der geschrevene, getekende en gedrukte bescheiden, ex officio ontvangen bij of opgemaakt door enig bestuur of een zijner ambtenaren, voorzover deze bescheiden bestemd waren om onder dat bestuur of die ambtenaar te blijven berusten" (S. Muller c.s, , Handleiding3 1). Het Réveil-archief nu bestaat in hoofdzaak uit, op zichzelf zeer belangrijke, collecties brieven en andere particuliere stukken, benevens o.a. portretten, waarbij als enig echt archief dat van de Nederlandsche Protestantsch-Evangelische Vereeniging, opgericht in 1853. In ditzelfde jaar van de Aprilbeweging werd de Evangelische Maatschappij opgericht, een van de verenigingen ter behartiging van de belangen van het Protestantisme. Van. zulke archieven zijn die van-de Evangelische Maatschappij, van de Vereniging Christelijk Hulpbetoon en van de Gustaaf Adolf Vereniging (gedeeltelijk) in beheer bij de archivaris van de

Ned. Herv. Kerk; dat van de Maatschappij tot bevordering van Welstand, voornamelijk onder landlieden, opgericht 1822 bevindt zich in het gemeentearchief te Breda.

Bovengenoemde registratie zal ook betrekking hebben op de officiële kerkelijke archieven van in eerste instantie de in de Commissie vertegenwoordigde protestantse kerkgenootschappen. Maar er zijn nu reeds enige hulpmiddelen voor degenen die willen weten wat er in deze archieven te vinden is. Voor de landelijke doopsgezinde archieven is er de hieronder bij de litteratuuropgave genoemde inventaris van J.G. de Hoop Scheffer. Deze archieven bevinden zich thans in het gemeentearchief te Amsterdam, evenals die van de Evangelisch-lutherse kerk. Het archief van de Remonstrantse Broederschap berust in het remonstrantse kerkgebouw aan de Herman Gorterstraat te Amsterdam. Van de synodale archieven van de Gereformeerde kerken, die in het gemeentearchief te Rotterdam worden bewaard, is in 1975 een inventaris verschenen. Van een aantal plaatselijke archieven van genoemde kerkgenootschappen zijn inventarissen gepubliceerd waarvan als regel een exemplaar aanwezig is in de bibliotheek van het archief van de Nederlandse Hervormde Kerk.

Hier bevinden zich natuurlijk ook de inventarissen van archieven van Hervormde gemeenten, classes enz., die niet in de eerder genoemde serie zijn opgenomen. En als er geen inventaris is, dan beschikt het bureau van de archivaris der Ned. Hervormde Kerk (Javastraat 100, Den Haag) over gegevens betreffende de voornaamste bestanddelen van een archief zoals deze voor een groot deel van het land zijn gepubliceerd in De archieven van de Nederlandse Hervormde kerk in korte overzichten, waarvan twee delen zijn verschenen.

Daar de definitieve scheiding van kerk en staat in Nederland eerst in de tweede helft van de negentiende eeuw (1870) zijn beslag kreeg en de heerlijke rechten, waaronder het collatierecht, tot 1922 bleven bestaan, bevatten ook overheidsarchieven en particuliere archieven belangrijk materiaal voor de nederlandse kerkgeschiedschrijving der negentiende eeuw.

Heerlijkheidsarchieven bevinden zich in rijksarchiefbewaarplaatsen (zie hiervoor De Rijksarchieven in Nederland)3 doch ook bij gemeentelijke archiefdiensten. Informaties betreffende particuliere archieven, waarin zich dus stukken betreffende predikantsberoepingen, kerkeraadsverkiezingen, kerkgebouwen enz. kunnen bevinden, zijn te verkrijgen bij het Centraal register voor familiearchieven (p/a rijksarchief Utrecht, Alexander Numankade 201).

Wat de overheidsarchieven zelf betreft moeten natuurlijk in de eerste plaats de archieven van de departementen voor de erediensten worden genoemd. Gelukkig bestaat hiervan een in 1931 door H. Bonder vervaardigde inventaris, waarin alle desbetreffende archieven zijn beschreven. De zaken betreffende de erediensten zijn nl. gedurende enige, vrij korte, perioden behartigd door eigen ministers (resp. voor de Hervormde e.a. en voor de Rooms-Katholieke eredienst) doch overigens door directeurs-generaal dan wel de ministers van binnenlandse zaken, justitie of financiën. In het archief van laatstgenoemd ministerie zijn natuurlijk ook van na 1870 stukken die betrekking hebben op de toekenning van rijkstractementen e.d. en in dat van het ministerie van justitie van voor en na 1870 stukken betreffende de erkenning van kerkgenootschappen (denk aan de Afscheiding ). Stukken van een geheel andere categorie kunnen worden aangetroffen in de archieven van het departement van waterstaat en de provinciale waterstaatcolleges, nl. betreffende kerkgebouwen

die zijn ontworpen door ingenieurs van waterstaat (o.a. protestantse kerkgebouwen in plaatsen met overwegend rooms-katholieke bevolking waaraan in de franse tijd het bestaande kerkgebouw was toegewezen, doch ook nieuw gebouwde rooms-katholieke kerken). Dit was een practisch gevolg van het Koninklijke besluit in 1824 waarbij werd bepaald dat geen nieuwe kerken mochten worden gebouwd noch bestaande herbouwd of gewijzigd zonder voorafgaande koninklijke goedkeuring.

Als slot van dit voorlopige overzicht van kerkelijk en "wereldlijk" archiefmateriaal wordt gememoreerd dat de provinciale colleges van toezicht tot 1866 gemengd van samenstelling waren (vertegenwoordigers van de wereldlijke en van de kerkelijke overheid) en dat zich ook hierin stukken betreffende kerkgebouwen kunnen bevinden, nl. in verband met subsidieaanvragen.

Aantekeningen.


1) Archiefstukken betreffende de Afscheiding van 1534., bewerkt door F.L. Bos, 4 delen, (Kampen, 1939-1946).

2) C.Smits, De Afscheiding van 1834. Eerste deel: Gorinchem en "Beneden-Gelderland" (Oudkarspel, 1971). Tweede deel: Classis Dordrecht (Dordrecht, 1974).

J.Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Groningerland!. Deel I: De Classis Middelstum. Deel II: De Classes Appingedam en Pekela van de Afgescheiden Kerken (Groningen, , z.j .).

3) Zie hierover W.de Vries, 150 jaccr Welstand. De Maatschappij tot bevordering van Welstand, voornamelijk onder landlieden 1822-1972. (Tilburg, 1972).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1977

DNK | 80 Pagina's

ARCHIVALISCHE BRONNEN VOOR DE GESCHIEDENIS VAN HET NEDERLANDSE  PROTESTANTISME IN DE NEGENTIENDE EEUW.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1977

DNK | 80 Pagina's