GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In het Provinciaal Kerkbestuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In het Provinciaal Kerkbestuur

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht zitten vier leden.

Deze vier leden zijn de heeren Ds. Verhoef!, praeses, Ds. Nahuys van Zeist, vicepresident, en Ds. Heinecken en Baron van Lijnden van Cannenburg, leden.

Deze vier heeren kwamen dan ook onlangs saam, niet om tegen de goddeloosheden in de stad van Utrecht en de Pro vincie maatregelen te nemen, en ook niet om maatregelen te beramen tegen de ondermijning van alle geopenbaarde waarheid, die dagelijks van zoo menigen kansel en katheter uitgaat; neen, maar om in behandeling te nemen eene aanklacht van broederen tegen broederen, van Gunning c.s. tegen Hoekstra, Ringnalda en de hunnen.

Slotsom van hunne beraadslaging was, dat de heer Baron van Lijnden van Cannenburgh beslist tegen alle schuldigverklaring was; dat men toen pogingen heeft aangewend, om zijn secundus Mr. Grothe, als veroordeelaar te doen optreden*; en dat toen ook deze weigerde, de drie dominees samen den heer Van Lijnden van Cannenburg verzochten, om dan maar heen te gaan ; zij met hun drieën zouden hun Gereformeerde collega's wel afmaken.

Zij waren zoo overkenrig en overteeder niet.

En toen hebben deze drie dominees met elkander, t. w. Ds. Verhoefif, Ds. Nahuys en Ds. Heinecken, met hun drieën, de Gereformeerde .broederen gevonnist.

Immers dat elk van deze drie veroordeeld en gevonnist hebben, blijkt ditmaal uit de feiten.

Niet één kan zelfs ook maar den schijn aannemen, dat hij aan dit vergieten van onschuldig bloed niet meedeed.

Ieder weet toch, dat de heer Van Lijnden voor vrijspraak was. Indien dus nog maar één van' de drie eveneens voor vrijspraak ware geweest, dan zou het twee tegen twee hebben gestaan, zouden de stemmen hebben gestaakt, en vrijspraak gevolgd zijn.

Staking van stemmen is toch altoos vrijspraak voor den beklaagde.

Ditmaal kan msn dus mathematisch bewijzen, dat elk van deze drie dominees aan de mishandeling van deze broederen heeft medegedaan.

De één mag voor langer, de ander voor korter schorsing of ontzetting zijn geweest, maar voor het nu gevelde vonnis was elk van de drie.

Aan Ds. Heinecken zal men dit nog het minst euvel duiden. Van hem toch was bekend, dat hij zich openlijk aan de Gereformeerden ten vijand gesteld heeft.

Maar wel zal het verbazen van Ds. Nahuys, die altoos zoo minzaam sprak en zoo aandoenlijk op vredelievendheid en broederzin aandrong.

En meer dan verbazen, ergeren zal het van Ds. Verhoeff.

Immers het waren zijn ambtgenooten; leden van zijn Kerkeraad; voor hem waren het „de naasten", van wie de Heere gezegd heeft: „Gij zult tiw naaste lief hebben als uzelven."

En nu, hoe zou Ds. Verhoeff het vinden, als de Modernen tegen hem eens zoo gehandeld hadden, toen hij tegen de Synode stond, en de Modernen tegen hem?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 maart 1887

De Heraut | 4 Pagina's

In het Provinciaal Kerkbestuur

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 maart 1887

De Heraut | 4 Pagina's