Met belangstelling namen we kennis

Met belangstelling namen we kennis van hetgeen de heeren Felix c. s. te Utrecht ondernamen.

Het stond te verwachten, dat deze broederen niet zonder het geven van een levensteeken den verderen loop der dingen zouden aanzien. Daartoe sprak hun verleden te duidelijk; hun broederzin te sterk; en was hunne ontevredenheid met het bedrijf der Irenischen te zeer van algemeene bekendheid.

Eer mag gezegd, dat ze te laat komen.

Toen het in 1886, in verband met den vroeger door hen zelven aangebonden strijd, te Amsterdam tot conflict kwam, had van hen een krachtig initiatief over heel het land behooren uit te gaan, en hadden ze, wel verre van op zien komen te spelen, veeleer vooraan in de bresse behooren te staan.

Dat dit toen uitbleef, was thans drang te meer, om dan toch iets te doen; en dit iets zal dan bestaan in de poging, om nogmaals de quadratuur van den cirkel op te speuren, door verlossing van het Synodalisme te zoeken met Synodale hulpiriddelen.

Het getuigt ongetwijfeld van een onuitblusschelijken moed, dat men de hope dat zulks tóch slagen zal, nóg koesteren blijft; en wij voor ons durven dezen broederen weinig beters voorspellen, dan bittere teleurstelling.

Toch begrijpen we het van de oude garde der Contessioneele Vereeniging, dat ze in dezen haar eens gekozen weg volhardt. Ze blijft daarmede in het oude spoor, en tracht nog weer voort te spinnen aan den draad, die eens reeds bijna aan haar hand ontglipte.

Wij konden tot ons leedwezen haar nimmer in dit spoor volgen, en onze bazuin gaf dies van meet af een ander geluid, en het is door het onverbiddelijk handelen naar deze afwijkende gedragslijn, dat we thans bij gansch andere resultaten zijn aangeland.

Maar juist daai'om kunnen we het zeer wel dragen, dat de Confessioneelen vanouds zich nogmaals opmaken, om het nog een laatsten keer op hunne wijze te beproeven ; en God geve dat dit hes beveilige tegen het noodlottig zuigen van den Synodalistischen stroom, die er thans zoo velen, en zoo velen van goede intention, meesleept.

Bevreemden zal het intusschen wel eenigszins, dat deze nieuwe levensopenbaring van de Contessioneele richting bij het publiek is ingeleid door een vlugschrift van Dr. Hoedemaker; daar toch ieder weet, hoe deze dusver nooit woorden genoeg kon vinden om de richting van de heeren Felix c. s. als ondoeltreffend en beginselloos op ! de kaak te stellen, en ook het nu door hem uitgegeven inleidend woord ten overvloede nogmaals heel het verleden der Confessioneelen doorstrijkt.

Mag dit echter het gevolg hebben, dat Dr. Hoedemaker de Confessioneelen van hun blindheid voor het geestelijk bederf der organisatie geneest, en dat de Confessioneelen Dr. Hoedemaker tot een helderder formuleeren van zijn gedachten in meer begrijpelijke taal nopen, dan kan er misschien ook uit deze hybridische verbintenis nog iets goeds voor onz^ kerken geboren worden.

Voor een oningewijde bleef het ander allicht onverklaarbaar, hoe een man, die te Heeg als ongeróepen heraut der Congresbeweging, zóó sprak, nu voor de Utrcchtsche heeren in dien toon kan schrijven.

Slechts zooveel staat voorshands vast, dat Dr. Hoedemaker (en hiervan dient nota genomen), zeer tot ons leedwezen, de tromp van zijn geweer thans van de Synodalen af, en in de eerste plaats tegen de Gereformeerden keert.

Reden waarom er onder de Synodalen thans wonderlijke vreugde heerscht over dezen meevaller, — en hiermee in verband stille smarte over deze pijnlijke zwenking, bij velen onder het volk van God, die door Ds. Felix en de zijnen als niet de minst vromen onder de broederen zullen gerekend worden.

Natuurlijk wordt nog door niemand ondersteld of aangenomen, dat de heeren Felix c. s. ook in dit opzicht met Dr. H. meegaan; want zijn geschrift, hoezeer het ook uitgegeven he^t namens het Moderamen, draagt, gelijk ieder lezer zal toestemmen, een zoo geheel persoonlijk karakter, dat men, om billijk te zijn, bij het trekken dezer potloodlijnen hem wel van de mannen der Confessioneele richting scheiden moet.

Wat het schrijver dezes kost, deze zwenking van Dr. Hoedemaker te moeten constateeren, zal elk man van hart en conscientie kunnen nagaan, die ooit de smart ervoer om banden van bijna twintigjarige vriendschap op die tvijs te zien afbreken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen