GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERHUIZEN.

Alle jaren te verhuizen is iets, dat vele lezers misschien heel prettig zouden vinden, maar waar denkelijk hun ouders veel tegen zouden hebben, onder anderen wijl »veel verhuizen veel bedstroo" kost, gelijk een oud spreekwoord zegt. Toch zijn er schepselen genoeg, die geregeld of ook wel ongeregeld telkens verhuizen, zwerven en trekken. Nu, het kost hun dan ook geen geld, en tusschen hun nieuwe huis en het oude bestaat weinig onderscheid. Want die hier bedoeld worden zijn geen menschen maar dieren, viervoetige dieren, visschen en vogels. Men kan de dieren, wat hun blijven of trekken aangaat, in drie soorten deelen. Vele zijn »hokvast"; zij blijven waar zij zijn, ten minste als men hen niet verdrijft, en brengen er hun leven door. De huisdieren komen natuurlijk onder dezulken 't eerst. Dan volgen de zwervers, die soms een heel eind van hun woonplaats afdwalen, gelijk sommige vogels.

En eindelijk zijn er dieren, die geregeld op zekere tijden van 't jaar, of wel zoo nu en dan groote reizen doen, en dikwijls heel ver trekken. Gewoonlijk brengen zij dan op die verwijderde plaats een tijd door, en keeren terug; maar soms blijven ze ook voorgoed weg. Zulke tochten noemt men verhuizingen en we denken daarbij dadelijk aan de trekvogels.

Het spreekt vanzelf, dat dieren, die zich langzaam of moeilijk bewegen, ook nooit ver trekken. Vandaar dat een oester en een slak van de leer zijn. »Oost, West, thuis best", of althans 't niet ver brengen. Ook de kruipende dieren reizen niet druk, en zelfs de viervoetige doen het niet veel. Niet alleen vette varkens en plompe neushoornbeesten, maar ook vlugge paarden en herten laten het reizen aan de liefhebbers over. Alleen houden sommige van de ruimte om rond te springen.

Toch zijn er ook wel viervoetige dieren, die reizen. In het Noorden van Europa b. v. vindt men een veldmuis of rat, die lemtning wordt genoemd. Deze dieren wonen in groote menigte bijeen, schoon elk zijn eigen hol of huis heeft, in de bergen van Lapland en Zweden Van tijd tot tijd, maar op zijn hoogst om de tien jaar, begint het hun daar echter te vervelen en gaat heel het lemmingenvolk op reis, en wel naar de zeekust en de Bothnische golf. Hoe die dieren nu weten, dat het tijd van reizen is, wat hen er toe drijft, heeft de knapste geeerde totnogtoe toe niet weten te zeggen. Aleen heeft men opgemerkt, dat na zulk een eis steeds een strenge winter volgt. Misschien unnen de lemmingen iets van de naderende kou voelen. Althans in 1742, toen de winter ' in Lapland bijzonder streng en in Zweden veel zachter was, verhuisden zij van het eerste land naar het tweede.

Gij begrijpt dus wel, dat het den beweners an die landen juist geen vreugd is als de eldmuizen gaan reizen. Doch er is nog meer aarom 't ver van aangenaam is. Want deze dieren schijnen te denken: »Beter barsten dan uigen." Zij trekken op iri lange rijen. Niets oudt hen tegen: geen rivier, geen hoogte, geen uis of hof. Altijd gaan ze jnaar in rechte lijn oort Alleen rusten ze nu en dan een dag. n wee de plaats waar zij doortrekken! Alles at groeit op het veld wordt afgegeten, en acher hen is het land zoo kaal, als had men he ewas afgebrand. Gelukkig verhuizen of trekken de veldmuien, als ik zei, maar zelden en nog gelukkier is, dat de andere viervoetige dieren hun oorbeeld niet volgen. Want wat zou men in ndië moeten beginnen als de olifanten eens oo deden En als de Nederlandsche honden

't eens in den kop kregen, zou de hondenplaag nog vrij wat erger worden dan zij thans te Amsterdam is. 't Verhuizen komt het meest voor bij de vogels en de visschen. Die vermoeien er zich ook 't minst bij, en daardoor is het begrijpelijk. De vogels, die, wijl zij holle beenderen hebben en er geheel op gebouwd zijn, zoo gemakkelijk de lucht doorklieven, geven om een verren tocht niet veel. De visschen die, gelijk de vogels hun vlerken, tot hun dienst staart en vinnen hebben, bewegen zich in het vloeibare water dat hen draagt, ja dikwijls voortstuwt. Geen wonder dus, dat èn visschen èn vogels vaak reizen. Denkt maar aan de zalmen, de haringen, de ooievaars en de ganzen.

(Wordt vervolgd).

Groeten en wat zij ons leercn.

De Nederlander zegt: »Hoe vaart gij ? " Hieruit zien we, dat ons volk een zeevarend volk is, dat op het water thuis hoort. De Engelschman, die van den handel leeft, vraagt: »Hoe doet gij? " De Duitscher, die de geheele wereld doorwandelt, zegt: »Hoe gaat het? " De Rus, gewoon te heerschen, wenscht zijn vriend onderwerping toe en groet aldus: »Wees tevreden."

De Spanjaard^ die niet bijster vlug is, groet alzoo: »Moogt gij lang levenl" De Chinees houdt van lekker eten en drinken en vraagt bij het groeten: »Hebt ge goed gegeten; is uw maag in orde ? " De Egyptenaar, blootgesteld aan den verschroeienden woestijnwind, zegt bij zijn groet: »Zweet gij goed? " De Pers, bij wien een zonnescherm het teeken is van het hoogste gezag, wenscht bij zijn groet: »Dat uw schaduw nooit inkrimpe." i De oude Hebreen en ook de meeste heidenvolken, die af keerig zijn van den oorlog, zeggen: , »Vrede." | De Romeinen, die steeds roemden op hun macht, zeiden gewoonlijk: > Wees sterk." De Grieken eindelijk, die slechts levensvreugd zochten, riepen : «Verheug u."

AAN VRAGERS.

Dat onze vriend O. dezer dagen onder een Franschen brief heeft zien staan »7 IXbre" is niet wijl de schrijver in de war was, en de elfde maand (November) voor de negende aanzag; maar de zaak zit aldus: September wil letterlijk zeggen: de zevende; October de achtste; November de negende; December de tiende (maand). Want in heel ouden tijd begon 't jaar met Maart. Nu hebben de Franschen de gewoonte om kortheidshalve soms voor die 4 maanden te schrijven Vllbre, VlIIbre, IXbre, Xbre. - Dit is nu naar de beteekenis wel verkeerd, maar dat zijn de gewone namen ook.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's