GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Er is een tijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Er is een tijd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is een tijd van zwijgen, z& ^t de Preiker, en een tijd van spreken.

Dit wenschen we ook in de Doopsquaesie toe te passen; en doen daarom voorshands tot het t)elangrijke daarover gevoerde debat et zwijgen.

Ongemeen ge\vichtig was het ons, naarien het ons in het hart der kerkelijke uaestie bracht, en opnieuw proeve schonk an de wijsheid onzer vaderen, die alle eschil over de kerk altoos weer tot het acrament, hetzij van den heiligen Doop, 'tzij van het heilig Avond.maal herleidden.

Dankbaar stemde het ons, doordien het ons velen nader heeft gebracht, van wie we vreesden op verreri afstand te staan.

Ook wierp het ons licht op het v/ezenlijk verschil dat ons van zeer enkele broederen scheidt, wier standpunt ons na veel wikken eri wegen, en na rijp onderzoek, metterdaad gebleken is, onaannemelijk te zijn.

Het deed zoo goed te ontdekken, hoe ook nu weer feitelijk gel.eel dezelfde stroomingen in de bedding van het kerkelijk leven worstelen, die daarin woelden tijdens den strijd der eerste Christelijke kerk, en tijdens de worsteling onzer reformatorische vaderen.

Eenerzijds een drang tot afzondering en isolement; want immers de kerk mag niet zf^r^/üfgelijkvormjg worden.

En toch anderzijds een even sterke drang, om aan geen enkel deel of stuk van het Lichaam van Christus zich vreemd te houden; daar toch immers het Lichaam van Christus zich onder alle volkeren uitbreidt. Wat een iegelijk van ons zijn kerk noemt bedoelt openbaring van het Lichaam van Christus, maar in de w^r^/(/te zijn, en het is tusschen deze beide polen dat al ons worstelen slingert.

De ééne maal is de blik te ruim, een ander maal te eng. Nu eens wordt liet een Dualisme, dat zich feitelijk met zijn kerkje btiiten de wereld wil plaatsen; en daii i.veer Pantheïsme, dat feitelijk zijn kerk in .de wereld doet vervloeien.

Al die strijj nu is om onzer zonde wil! Het "is onze zonde, die de blank uit de wolken van Gods genade neergedaalde sneeuw bezoedelt en morsig maakt.

Het is onze zonde, die de éénheid in den vsrortel niet weet vast te houden, zoodra de takken in de kroon zich .spreiden. Het is ojize zonde, die , in eigen tent liefst schuilen doet, en de barmhartigheid voor het gezoekene verzsakt.

De gelijkenis van den eenigen Herder, die de negen en negentig verlaat, om het ééne verloren schaap te redden, is zoo moeilijk in de kerkelijke practijk te verstaan.

Twee werelden, de wereld daar boven en ( de wereld hier beneden, raken in de kerk elkaar aan.

Het is het onzichtbare, dat met het zichtbare, het oneindige dat met hst eindige, in al onze mysteriën, en zoo ook in de kerk in aanraking treedt.

Vandaar dat het Sacrament wel tot zoo hoogheilige beteekenis moest geraken, en elke verschuiving van het kerkelijk wezen, zich moest doen gevoelen in het Sacrament. Immers het Sacrament is jui.st het symbolisch zichtbaar worden van een onzienlijke genade, de omhulling van wat geestelijk is met het zichtbare kleed.

Dit heeft dan ook veroorzaakt, dat schier elke reformatie der kerk bij den strijd om het heilig Avondmaal aanving. Zoo in de i6de. eeuw tegen de Mis. Nu in Amster dam om het heilig Avondmaal.

Lag er dan ook mets achter dit heilig Avondmaal, en was dit het e-enig Sacrament, zoo zou elke strijd over het begrip en het wezen van de kerk geheel uit dit ééne Sacrament te putten zijn.

Nu is dit echter niet zoo.

Achter het heilig Avondmaal ligt de" heilige Doop. Deze gaat er aan vooraf.

Reeds eer men met het heilig Avondmaal rekent, is er dus in zake den heiligen Doop m.et de kerk te rekenen, en het is daarom dat we deze quaestie opwierpen.

De vraag voor ons was en bleef: Is voor u de heilige Doop niets dan inlijving in uw Instituut, of is hij voor u gelijk voor ons inlijving in de kerk van Christus in de eerste plaats, en eerst daarna, in de tweede plaats, opneming tevens in de openbare gestalte van uw geïnstitueerde kerk.'

geval­ Hierop kon tweeërlei antwoord len zijn.

Het antwoord had kunnen luiden: „Wij kennen geen ander, Instituut dan onze eigen kerk. Buiten onze geïnstitueerde kerk is niets van de kerk zichtbaar. Derhalve alleen onze Doop is Doop, en onze Doop lijft in in onze kerk !

Ware dit het antwoord geweest, zoo hadden we voor het booze. monster van het Separatisme gestaan, d. i. voor het Doopersche Dualisme gehuld in den Roomschen vorm van een alleen zaligmakende en a'leen kerk zijnde kerk

Doch, God zij lof, dat antwoord bekwamen we niet.

Integendeel, het antwoord dat we ontvingen, was deels practicaal, deels theoretisch; en wel in zijn practicaal deel geheel zuiver, en in zijn theoretisch doel zoo gaaf en goed als het onder omstandigheden kon v/prden gewenscht.

„Neen, zoo luidde het practicaal, wij beweren niet heteenige Instituut van Christus' kerk te zijn; wij erkennen ook andere/; «stituten; zelfs de Luthersche kerk biedt ons een waar Instituut; en wel verre vandaar dat alleen onze Doop in onze oogen Doop zou zijn, erkennen we ook den Doop van de Luthêrschen, de Griekschen, de Armeniërs, de Methodisten, de Independenten, de Roomschen enz!"

„Derhalve ook bij ons is de heilige Doop in de eerste plaats inlijving in de kerk in het algemeen, en eerst in de tweede plaats inlijving in ons bijzonder Instituut!"

Welnu, met dit practicale antwoord zijn we voorshands dankbaar en voldaan. Tegen zulk een practijk toch is geen feil in de theorie" duurzaam bestand. Zulk een practijk moet ten slotte ook het laatste foutje uit de theorie uitbannen, 'tzij dat dit foutje bij ons of bij onze mede-disputanten school.

Maar zelfs in de theorie kwamen we reeds ver; zeer ver; verder dan we vermoed hadden..

Beidei'zijds immers is thans erkend, dat voor een geïnstitueerde kerk tot haar zoowel als tot haar w^/wezen behoort de instelling der ambten en de zuivere uitvoering daarvan, naar het Woord, (Predikatie ' en Sacramentsbediéning).

Dat derhalve een Instituut, dat deze kenmerken niet bezit, maar ze principieel van zich werpt, valsche kerk te noemen is, ' wat schijn van godsvrucht het ook vertoone.

Beiderzijds is thans erket.d, dat er echter ook zoo tusschen deze ware Instituten een gradueel verschil van zuiverheid kan bestaan. Gelijk dit feitelijk tusschen de Gereformeerde, Luthersche, Wesleyaansche en andere ware kerken plaats grijpt, die daarom niettemin alle als ware kerken erkend worden.

Beiderzijds eindelijk is erkend en toegestemd, dat het organisch geheel van het Lichaam van Christus niet binnen de grenzen dezer ware Instituten besloten ligt; maar dat er i". tijden kunnen zijn, waarin elk waar Instituut ontbreekt, en dat toch het Lichaam van Christus zich op aarde vertoont, en 2". dat er ook onder de overheersching der valsche kerken nog trekkingen en werkingen zijn kunnen, die de aanwezigheid van dit Lichaam bewijzen. Dit nu saamvattende zijn we meer dan tevreden.

Immers, zoo ^ijn we het dan eens: l". Dat er een Lichaam van Cliristus is, in hemel en op aarde. De kerk in haar verborgen, geestelijk, onzichtbaar wezen. 2". Dat dit Lichaam van Christus op aarde van het Paradijs af tot nu toe werkingen heeft geoefend en in menschenharten een plaats heeft gevonden.

3". Dat uit deze werkingen van het Lichaam van Christus op aarde allerlei geïnstitueerde kerken zijn ontstaan, deels ivarc, deels valsche kerken. De ' laatéte ontstaan, ót doordien een waar Instituut vervalschte, (ii doordien opzettelijk een valsch gesticht wierd.

.4". Dat op de vraag: Is de algemeene Ciiristelijke kerk gelijk aan de optelsom der ware Instituten.' — geantwoord moet: Neen, er hoort Ook nog iets toe, dat niet in die ware Instituten is ingelijfd.

En 5". dat derhalve al het.verschil thans herleid is tot deze kleine vraag: Is de optelsom der ware Instituten pltts hetgeen er buiten die ware Instituten van het Lichaam van Christus werkt, gelijk aan , de zichtbare kerk? Of wel, zult ge zichtbare kerk noemen alleen alle ware Instituten saam.' Dat is dus dl.

Noem de ware Instituten A - |-B - j-C, en wat er buiten deze ware Instituten nog van Christus'Lichaam op aarde zijn mocht %, dan herleidt zich dus al ons geschil tot deze simple quaestie: Is voor u de zichtbare kerk = A - |-B - {--C, of wel zegt ge: De zichtbare kerk is == (A + B + C) + 4--.

Ook dit kleine geschil heeft nu zeer zeker zijn gewicht, maar o. i. niet genoeg, om er veel goede kracht aan te verspillen. Ten slotte wordt het dan toch een verschil enkel over den naam dien gij aan (A + B + C) + X geeft. En willen anderen nu zeggen: De. onzichtbare kerk is = het Lichaam van Christus.

De zichtbare kerk ±r: A + B + C. De ware kerken zijn A en B en C. De valsche kerken zijn alle Instituten buiten A, B of C.

En dan is er buitendien nog een A-, dat ook tot het Lichaam van Christus behoort.

Och, wat doet dit tot de zaak af.' Zoo we dan maar weten mogen, hoe (A + B + C) + X genoemd moet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Er is een tijd

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's