GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

We zouden terugkomen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

We zouden terugkomen

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zouden terugkomen op het kr^Im en steekhoudend geschrift, dat door de heeren Ds. Feringa van De Klundert en Dr. Franssen van Ankeveen onder den titel: De reglementen voor de Ned, Herv. Kerk en Gods Woord, bij onzen uitgever het licht zag. En dan zij er allereerst op gewezen, dal zich hier een hoogst eigenaardig levensteeken voordoet, dat niet ^«7? nalaten indruk te maken.

Toen in 1S86 de storm op kerkelijk erf opstak, deelde zich het kerkelijk korps in vier soorten van geesten.

Voorop stonden de overtuigden, die om 's Heeren wil reeds al te lang binnen den Synodalen muur tegen het Synodaal gezag hadden gestreden, en nu terstond gevoelden, dat weerstand bieden plicht was.

B Achter hen stonden de blooharti%e avonturiers, die zoolang ze dachten, dat het Gereformeerde korps zonder schranip ot stoot ter overwinning zou gaan, zich beijverden om in particuliere brieven hun warme sympathie te betuigen, op den pre­ M dikstoel en in kerkelijke vergaderingen a luid en schril tegen de Synode te roepen, d en „haantje-de-voorste" te spelen zoodra t er een klein opstootje kwam.

Deze karakterlooze, onmanlijke en elk t korps waartoe ze behooren onteerende lieden d staken eerst hun voelhorens uit, wat weg z het wel op zou gaan; vast besloten om s e zi'ïh definitief bij die partij te voegen, die hun ten slotte positie, traktement en pro­ d motie verzekerde. Aldus keken ze de kat uit g den boom. Hielden zich een tijdlang zoo, o dat ze nog evengoed Synodaal als Anti­ s synodaal konden kiezen.

even, dat de Overheid en de Politie en de Rechtbanken vdór de Synode kozen, of ze waren opeens volbloed Synodaal.

De Antisynodale rok, waarin ze dusver voor de goê gemeente geparadeerd hadden, wierd uitgetrokken en aan den kleerenjood verkocht, en plotseling waren er geen feller tegenstanders der Gereformeerden, en geen volijveriger trawanten van de Synodale Besturen dan de kerkelijke avonturiers zonder schaamte, zonder karakter en zonder eer.

In de derde plaats stonden de besliste tegenstanders, die Modern, Groningsch, Irenisch of Neo-Kohlbrüggiaanch, als Edom op den uitkijk gingen staan, om zich het hart op te halen aan de smading en uitwerping van hun broederen. God vergeve het hun !

Maar dan was er ook nog een vierde soort', mannen, die aarzelden ; die dusver nooit zoo achter de Gereformeerde legertros hadden geloopen, en er geen partijzaak van maakten; doch, teeder van aard en ernstig van zin, aanvankelijk metterdaad meenden, dat de Synodale Besturen nog te goeder trouw waren, en daarom op die onderstelde goede trouw wilden bouwen. Over hun lippen kwam geen woord van bitterheid aan ons adres; aan kerkelijke promotie of traktement dachten ze niet; hooger belang hield hen bezig. En terwijl zelfs mannen alsPrqf. Qf. J. H, Gunning aanstonds gereed waren, om, zelfs zonder behoorlijk onderzoek, ook hu a steen op de gesteenigde broederen te werpen, waren zij worstelend, om met Gods hulp tot klaarheid en helderheid te komen.

Hun was het een zake voor den Heere. Zoo worstelen velen van deze broederen nog, en zoo hoort men telkens weer van een Synodalen predikant, die overkomt; van kerkcraadsleden die breken; van geloovien die het juk der Synodale hiërarchie lwerpen.

De actie gaat nog altoos door, en zal lijven doorgaan.

Nu reeds kwam het in 223 kerken tot reuke met het Synodaal gezag. Maar, en dit is het opmerkelijke, duser held nog niemand onder deze ernstige oekers de resultaten van zijn onderzoek penbaar gemaakt, en dat is het nu juist at de heeren Ds. Feiinga en Dr, Franssen doen.

Zij gunnen ons een blik in hun zielestrijd. e doen ons meeworstelen in hun wikken n wegen van het tegen en het voor. Ze even ons de gelegenheid al de stadiën an hun onderzoek te doorloopen. En ze eggen ons ook de gronden voor, die hen ten lotte van Godswege tot absolute vererpiiïg van het valsche Synodale gezag wongen,

Eén geval moge hierbij iets breeder vereld.

Toen in Januari 1886 de strijd uitbrak, am het Classicaal Bestuur de houding an, dat het ongetwijfeld zijn plicht erkende m de leugen uit te bannen en de Waareid Gods te verdedigen, maar dat de msterdamsche kerkeraad de fout had egaan, om te veel aan vermoedens te hechen en te weinig gevraagd had naar bewijs. Dit maakte op de heeren Feringa en ranssen indruk.

Hiervan was iets aan.

Het kon bij Dr. Vos c, s, streng recherlijke opvatting wezen die hen drong; en oeveel beter zou dan alles niet loopen, oo het Classicaal Bestuur zelf de zuivering nderhanden nam, en men niet, gelijk de oleerendcn, aanstonds brak.

Wie in Amsterdam kiezer was, wist dit el béter, en doorzag terstond, dat het den eeren Dr, Vos c. s. hierbij volstrekt niet e doen was om voor Gods Waarheid op e komen, doch uitsluitend om een schijn e vinden, waarachter ze zich verschuilen onden. Maar Ds. Feringa en Dr. Franssen amen het toch aan ; het kon goede munt zijn.

Doch dan moest dit ook blijken.

Gelijk ieder wist stonden te Amsterdam og drie Moderne predikanten. Dat wisten ok Dr. Vos c. s. Het was dus hun plicht n als kerkeraadsleden om deze leeraren te klagen, én als leden van het Clas icaal Bestuur om hen in kerkelijke behaneling te nemen.

Doch zie, Dr. Vos c. s, deden niels.

Dat was ergerlijk.

En vïierd te ergerlijker, toen Ds. Ternooy pèl in het Predikbeurtenblad zijn optreen in een godsdienstoefening van den Proestantenbond _ aankondigde, en toch ongeoeid bleef, terwijl doleerende predikanten, m hun optreden voor de Geschorsten, wel erdege bemoeielijkt werden.

Dr. Franssenv-.achtte toen het oo/enblik ekomen, om het Classicaal Bestuur aan en pols te voelen, en zond een schrijven n, om het Classicaal Bestuur op deze rgerlijke verkeerdheid opmerkzaam te maken.

Het schrijven waarin hij dat deed is eeder en ernstig.

En wat antwoordde nu het Classicaal estuur van Amsterdam? Zie het hier.

Amsterdam, 19 Maart 1888.

Eerwaarde Broeders!

In antwoord op het 3de punt vervat in Uwe issive van den 24sten Februari dezes jaars, ls zoude het Classicaal Bestuur van Amsteram zich schuldig maken aan plichtverzuim egenover den WelEerw. Heer K. F. Ternooy pèl, Predikant der Nederd. Herv. Gemeente e Amsterdam, in zake het houden van godsienstoefeningen van eene afd^ehng van den oogenaamden «Protestantenbond" hier ter tede, heeft het Bestuur, heden vergaderd, de er U te antwoorden:

i°. dat, hoe men ook oordeele over het houen van godsdienstoefeningen buiten de kerkebouwen, of van conventikelen, 't welk sedert veroude dagen in onze Kerk geschiedde en teeds een hoogstmoeilijk punt voor haar estuur was, zulks thans allerwege en van ver. schillende zijden plaats heeft, zoodat het eene zaak van algemeen belang is en voor zoover het betrekking heeft op onze classis dit behandeld moet wordtn op de classicale vergadering (Alg. B.egl. Alt. 40 al. 4);

2°. dat ons Bestuur volstrekt onbekend is met de Statuten van den «Protestantenbond, '' en dat, al ware het dat deze Statuten in strijd zijn met Art. 3 van het Regl. v Kerkelijk Opzicht en Tucht.^ iemands optreden in eene vergadering van dien bond, of van welk ander zedelijk lichaam ook, volstrekt niet bewijst, dat hij zich gedroeg in strijd met zijne belijdenis, bovenbedoeld;

3°. dat, voor zooverre ons bekend, geen der Predikanten, onder ons opzicht staande, in de laatste twee jaren opgetreden is in zulk een samenkomst binnen ons Classicaal ressort; 4*. dat voor iedere klacht en voor elke behandeling van eene verkeerdheid, die men meent te bestaan gegronde bewijzen dienen overgelegd te worden, en

5°. dat. zoo de Kerkeraad van Ankeveen zich gedrongen voelt tot bemoeiing i) met de zaken van de Amsterdamsche Gemeente, hij in elk geval dient te zorgen voor de noodige bewijsstukken,

zoodat het Bestuur geene termen vindt om op uwe klacht over ons vermeend plichtverzuim in te gaan.

Het Classicaal Bestuur voornoemd:

(wasget.) B. J. ADRIANI, Praeses.

» » G. J, Vos AZ, , Scriba.

Pijnlijke huichlarij !

Een Classicaal Bestuur, dat in de dagen van het Conflict achter alles vi'ist te komen en op de geniepigste wijs door opgeraapte leugens zelfs broederen verdacht maakte, speelt, nu het een loochenaar van 's Heeren Godheid geldt, opeens den onnoozele.

Dr, Vos en Ds. Adriani weten tiiet wat de Protestantenbond is.

Dr, Vos en Ds. Adriani weten niet dat Ds. Ternooy Apèl Modern is.

Dr. Vos en Ds. Adriani verkeeren in goeden gemoede in den waan, dat Ds. Ternooy Apèl op den kansel en in de catechisatie „den vollen raad Gods verkondigt."

Zoo spreekt men leugen, klinkklaar leugen in o{ficiee!e taal.

En dat doen mannen, die zeggen voor de eere Gods op te komen.

Ot verschuilen ze zich achter de uitvlucht, dat sij' het wel persoonlijk wisten, maar niet als Classicaal Bestuur, dan zij gevraagd: Als alle leden van een college iets weten; en alle leden zijn verplicht om, als ze het weten, er een eind aan te maken; of er dan ergerlijker spelen met woorden denkbaar is, dan een verklaring namens zulk een bestuur van zijn onwetendheid.

De kerkeraad van Ankeveen bleef nochtans kalm en antwoordde zakelijk en ernstig aldus:

WelEerw aar de en Eerwaarde Broedos.

In antwoord op Uw missive van rg Maart, waarin Gij ons dient van bescheid op ons schrijven van 24 Febr. omtrent Ds. Ternooy Apèl moeten wij U het volgende onder de aandacht brengen.

1°. dat Uw grondèii "^cnA" het houden van godsdienstoefeningen buiten de kerkgebouwen of van conventikelen van uwentwegen ongemoeid te laten ons volstrekt onhoudbaar voorkomen met het oog op de m'ssiven des Cl. Bestuurs d d. 31 Mei 1886 en 12 Nov. 1886 omtrent het optreden van sommige predikanten in de lokalen, waarop wij in ons schrijven van 24 Febr. reeds wezen, aanhalende bl. 290 en 291 van »het keerpunt in de jongste geschiedenis van Kerk en Staat" geschreven door Uwen scriba, ter meerdere rechtvaardiging des Cl. Bestuurs, welke schrijver zelf getuigt: »en ik mocht toch niet blijven zwijgen: ik moest het doen, die reeds als Scriba van dat Bestuur geacht werd, het best met alles bekend te zijn" (bl. VI der voorrede).

Zag immers het Cl. Bestuur toen in het dienstdoen in de Lokalen „ondersteuning van het verzet" en »schromelijke benadeeling van de belangen der Amsterdamsche Gemeente" (bl. 290), »een tarten van de Kerkbesturen" (bl. 291) wel te verstaan «zoolang de Geschorsten niet afgezet of afges; -ieden waren" (bl. 291), wij kunnen niet anders vinden dan dat het Cl. Bestuur minstens hetzelfde of iets dergelijks moest zien in de handelwijze des heeren T. A. (et tutti quanti), zoolang deze in dienst der Ned. Herv. ICerk blijft of gelaten wordt, welke Kerk een bepaalde leer heeft, waarmede Ds. T. A. zich niet vereenigen kan.

2°. dat Uw twtede punt van verantwoording (onbekend zijn met de Statuten van den Protestantenbondj opnieuw bewijst dat ons wijzen op Uw verplichting om «toezicht", te houden niet overbodig was, daar Gij wetende dat tegenover de godsdienstoefeningen der Ned. Herv. Gemeente de Protestantenbond andere godsdienstoefeningen organiseerde, zelf verklaart alsnog onbekend te zijn („volstrekt" veegt Gij bij onbekend; wij vragen of «officieel" niet meer overeenkomstig de waarheid is) met zijn statuten; Gij alzoo niet toezaagt of predikanten uit uw eigen ressort of van elders (vgl. weer bl. 290 en 2< ^\ Keerpunt) ook tot een verkeerd doel medewerkten.

3°. dat wij het een volstrekt niet al te gewaagde gevolgtrekking blijven achten uitiemands vrijwillig lid en zelfs secretaris van een vereeniging worden, te besluiten tot sympathie met de beginselen dier vereeniging.

4°. dat juist na 't ontvangen van Uw missive ons bleek dat Ds. T. A. opnieuw in Weesp voor den Protestantenbond is opgetreden, waarvoor wij u het nummer van de Weesper Courant zoowel dat van Donderdag 22 Maart als van Zondag 25 Maart toezenden.

5°. dat wij behoorlijk en genoegzaam .aangeduid hebben wat o. i, verkeerd was bij U, en voldoende gronden en aanduidingen gegeven hebben voor wien het ernst is; en dat wij ans niet zullen vermoeien om te doen wat uw werk is, noch om wiskunstig te bewijzen wat men liever niet bewezen wil zien; daar de Heere een volk ijverig in goede werken zoekt, gewillige knechten begeert; en

6°. dat wij Kaïns vraag: ben ik mijns broeders hoeder? noch des priesters en leviets 1) Wij cursiveeren.

Plaats hiernaast w.it Prof. Gooszen in de Kerkelijke Courant van 23 Juni '88 schrijft blz. 2 kolom 2 naar aanleiding van het Synodale voorstel tot uitbreiding van het Regl. op de benoeming van oudedingeu ea diakenen en de beroeping van predikanten. Hij zegt dan: ))Laten de kleinere gemeenten niet denken ? Wat gaan dez; dingen ons aan?

Als eei-i klein en onaanzienlijk lid lijdt lijdt reeds het lichaam mede - wat dan als 't leden kwalijk gaat zoo groot en vol beteekenis als de gemeenten met twee tot tien a dertig predikanten ? ” «zich" niet «bemoeien" met den gewonde in de gelijkenis van den barmhartigen Samaritaan, als voorbeeld voor den Christen gesteld vinden.

Met de ernsiige bede dat Gij alsnog tot inzien van uw nalatigheid en zonde moogt komen, stellen wij andermaal ons schrijven van 24 Febr. voor uw aandacht, tevens u verzekerende dat wij niet verder discuteeren zullen, daar 't ons niet te doen is om „gelijk te krijgen", maar alleen om U met allen ernst en nadruk doch in den geest der liefde te waarschuwen, gelijk wij nu ten tweeden male doen.

He Kerkeraad der N. Herv. Gem. te Ankeveen,

(was get.) H. FRANSSEK.

« » JAN HOETMER.

En wat is nu de finale ?

Dit briefje van Dr. Laurillard en Dr. Vos.

Aan den Eerw. Kerkeraad der Nederd. Herv. Gemeente te Ankeveen wordt bij dezen bekend gemaakt, dat zijn schrijven van 27 April in 1888 in zake Protestantenbond door het Class. Bestuur van .(Amsterdam voor notificatie is aangenomen.

Het Bestuur voorn.,

(was get.) E. LAURILLARD, l.-P, aesidis.

„ „ G. J. Vos Az., Scriba.

Schrikkelijk, niet waar.? Dr. Laurillard, zelf Modern, komt met Br. Vos aan den kerkeraad van Ankeveen, die voor de Waarheid Gods opkv/am, melden, dat men zulk gebeuzel voor notificatie aanneemt.

En dan zijn er nog gemoedelijke, vrome kinderen Gods, die waarlijk meenen dat een stel Besturen, dat zoo door en door vei lengend en vervalscht is, heusch en waarlijk een kerkelijke Overheid van Godswege znu zijn!

Dat men toch ophoude zijn ziel langer te bezondigen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's

We zouden terugkomen

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's