GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor twee weken vestigden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor twee weken vestigden

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

dacht cp de belangrijke uitspraak van de Rechtbank te Arnhem in 1865, waarbij as uitgemaakt:1°. dat niemand ba-schouwd mocht worden, als zich te hebben afgescheiden van eenig kerkgenootschap, zoolang hij dit zelf weersprak; en 2', dat een plaatselijke kerk door uit het verband te treden, in niets haar rechten als plaatselijke kerk verloor, maar als plaatselijke kerk onder haar kerkeraad voort bleet bestaan.

Thans lette men een oogenblik op de even gewichtige uitspraak van de Rechtbank te Assen, die op 20 Juni 1881 (zie Weekblad van het Recht No. 4735) eene beslissing in gelijken zin nam.

Het gold toen de Christ. Geref. kerk van Nieuw-Amsterdam in Drente, die in 1870 gesticht was, en zich had aangesloten aan het Christ. Geref. kerkgenootschap; maar daarna, zich van dit kerkverband had losgemaakt bij kcrkeraadsbesluit van 13 Apsil 1879. Tegen dit besluit kwam een deel der kerk, geholpen door de classis in verzet, en nu had de Rechtbank uit te maken, wie eigenaar van het kerkgebouw zou zijn.

Hierbij merke men op: i". dat de kerk van Nieuw-Amsterdam door toe te treden tot het kerkverband der Christ. Geref. kerk zich veel vaster verbonden had aan het Reglement van i869/'7o, dan eenige kerk in doleantie ooit gedaan had aan het Statuut van 1816/52; en 2". dat het hier precies een geval gold als thans voorkwam te Zuidland, Wetsinge —Sauwert, Hijlaard en waar niet al, dat namelijk de kerkeraad een besluit tot uittreding had genomen; deze kerkeraad in bezit van kerk en pastorie Was gebleven; en nu door een tegenkerkeraad van de organisatie beide werden opgcëischt.

En wat oordeelde nu in 1881 de Rechtbank ven A.ssen.'

Dit: dat ter beoordeeling der eischers toestemmen te dezen, in de eerste plaats moet worden onderzocht, of de Chr. Ger. gem. te N.-Amster dam zoo ze uit het kerkverband is getreden, desniettegenstaande als dezelfde, maar nu niet meer onderboorige, gemeente bleef beslaan;

dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord; dat, naar der gedaagden niet betwiste voorstelling, de gemeente in quaestie, nu xo jaren geleden, als Cht. Afgesch. gemeente is opgericht en zich later bij het Chr. Ger. kerkgenootschap heeft aangesloten;

dat uit niets blijkt, dat zij door de vrijwillige toetreding tot dit kerkgenootschap de verplichting heeft op zich genomen om daarmede voor immer of tijdelijk verbonden te blijven; dat de door de Chr. Ger. kerk aanvaarde kerken-ordeningen" van de Synode van Dordrecht van 1618 en 1619 die nog altyd de hoeksteen is van haar kerkrecht, reeds blijkens haar opschrift, uitgaat van het beginsel, dat

elke gemeente is een op zichzelf staand kerkgenootschap ; dat zij ten aanzien der regeering, een uiterst lossen, bijna onmerkbaren band leggende tusschen de verschillende gemeenten, deze beschouwt als zelfstandige, zichzelf regeerende kerken; dat naar deze beginselen het loslaten van het kerkverband c. q geen invloed had op het zelfstandig voortbestaan der gemeenten ; dat thans de vraag rijst, of zij, die medewerkten tot het besluit om het kerkverband op te zeggen, voor het geval, dat dit besluit, als niet wettig tot stand gekomen, de gemeente met bindt, zich reeds daardoor, gelijk de eischers bewezen hebben, afgescheiden hebben van de bestaande Chr. Ger kerk te N.-A, ; ' dat oük deze vraag ontkennend moet worden beantwoord; dat immers, in het gesteld geval het bewust besluit eenvoudig geacht moet worden niet te bestaan, en de gemeente als vroeger in ; het kerkverband zou zijn gebleven; dat enkel het stemmen voor het voorstel tot opzegging van het verband; het medewerken tot het besluit, dat beschouwd .-noet worden als niet genomen, de afscheiding van de gemeente niet medebrengt van hen, die vóór stemden; ook niet van de leden van den kerkeraad, die tot het zoogenaamd besluit medewerkten, en daarvan kennis gaven aan de betrokken kerkbesturen zonder meer; dat daardoor alleen de leden van den kerkeraad ook hunne betrekking niet konden verliezen en van verkiezing van een nieuwen kerkeraad, tot leden waarvan de eischers gekozen zouden zijn, geen sprake kan wezen; dat de eischers de aftreding van de Kei kenordening van den i3den April '79 enkel en alleen gronden; op het blijkens notarieele acte van dien dag geconstateerd besluit en de mededeeling daarvan aan betrokken kerkbesturen ; dat onder deze omstandigheden het door de eischers tot staving hunner beweerde qualiteit aangeboden bewijs tot niets kan leiden; dat mitsdien op de sub II gestelde vragen een ontkennend antwoord wordt gegeven; gezien art. 5 Burgerlijke Rechtsvordering; recht doende enz.; verleent de gedaagde de gevraagde akten; passeert het aangeboden bewijs; verklaart de eischers q q. niet , ; ontvankelijk in hunnen eisch; verwijst hen in privé in de kosten van het geding.

(Zie Weekhi. v. h. Sedit no. 4735).

Men ziet dus dat de Rechtbank van Assen uitmaakte:1°. Een kerkeraad in het Synodaal verband, die een besluit neemt om met zijn kerk uit dit verband uit te treden, gaat de perken van zijn bevoegdheid niet te buiten.

2^. Zulk een kerkeraad verbindt door zulk een besluit heel de gemeente.

3". Een aldjs uitgetreden kerk is en blijft ook na uittreding hetzelfde plaatselijke kerkgenootschap, dat het onder het kerkverband was.

4 . De Synodale organisatie heeft over zulk een kerk niets meer te zeggen.

S". Kerk en pastorie blijven in het bezit van de'.i kerkeraad die uittrad.

Juist dus wat in 1865 te Arnhem wierd uitgemaakt.

En nu vragen we, is het nu toch niet vreemd, dat de Rechter vbór het Conflict tot twee malen toe in precies gelijke zaken een uitspraak deed geheel in den geest van wat de kerken in doleantie pretendeeren; en dat nu, na het Conflict, opeens alle Rechtbanken en Hoven het met Assen en Arnhem in 1865 en 1881 oneens zijn, en vlak andersom beslissen.' Vooral van Arnhem is dit vreemd, dat én in 1865 én in 1881 in zulk een geval recht sprak, en nu de zaak juist andersom uitwees.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Voor twee weken vestigden

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1889

De Heraut | 4 Pagina's