GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onder de Synodalen beginnen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onder de Synodalen beginnen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder de Synodalen beginnen zich reeds nu allerlei voorteekenen van hernieuwden strijd voor te doen.

Men vindt onder hen bureelisten, die slechts één ideaal kennen, om namelijk de Firma te doen bloeien, en te dien einde rust en orde te handhaven.

Deze zou men het geschiktst met de doodgravers op onze kerkhoven kunnen verge­lijken, die zeer wel weten, dat er in die graven mannen van allerlei geest begraven liggen, die, toen ze nog leefden, op vrij gespannen voet met elkander stonden, maar die nu geen vin meer verroeren kunnen. Zij, doodgravers houden thans de wacht, en al hun ideaal is, om het kerkhof in goeden staat te onderhouden, en te zorgen, dat er geen burengerucht of onrust ontsta.

Of ook ge kunt ze vergelijken bij de cipiers in onze gevangenhuizen, die zeer goed weten, wat gevaarlijke elementen er in die cellen zitten opgesloten, maar die door ijzeren tucht en sterk prestige het zoover hebben gebracht, dat niemand meer kwaad kan doen, en de rust in het groote huis verzekerd is.

Toch groeien deze mannen niet in aantal. Hun positie is daarvoor te weinig uitlokkend. Zelfs ligt er iets vernederends in. Vooral voor Dienaren des Woords.

Van lieverlee ziet men dan ook mannen van allerlei geest een kleine woeling beginnen. Men wil zich dan toch kunnen bewegen. Er behoort dan toch zekere vrijheid van spreken te zijn. Het is dan toch een kerk, en in die kerk moet men zich toch een doel voor oogen stellen.

Een roering in deze doodsbeenderen is dan ook merkbaar.

Zekere zorg bij de Modernen, die weer hun best doen, om predikanten te kweeken, en voorzorgsmaatregelen voor de toekomst te nemen. Ze weten namelijk wel, waar het met de Irenischen heengaat. Krijgen die eenmaal ook in de Synode de meerderheid, dan ligt het doodvonnis voor de Modernen gereed. En nu, terwijl het nog tijd is, willen de Modernen dan toch enkele maatregelen nemen, waardoor dit komende ^kwaad kan worden afgewend. Vooral de zaak van Sliedrecht heeft ze wakker gemaakt. En dat Gunning in Leiden kwam heeft kwaad bloed gezet.

DeEthisch-Irenischen zijn nu op hun beurt daardoor niet op hun gemak. Zij dachten het nu gewonnen te hebben, en zie, toch daagt er weer verzet op. Iets wat te meer ongelegen komt, omdat het ook in hun eigen kamp niet pluis is. Sommige Ethischen gaan zóó heel ver, dat de rechtervleugel der Modernen vlak bij hen aansluit, en de Groningers, die hun geestelijke vaders wel verloochend hebben, maar toch altoos nog een coterie vormen, doen met de Ethischen wel meê, maar sturen den wagen toch in een andere richting.

En dan komt er nog bij, dat de niet-Ethischen ook weer hier en da^r het hoofd opsteken en deels in antinomiaanschen, deels in confessioneelen vorm komen zeggen, dat ze er toch ook nog zijn.

Dit laatste nu vooral mocht niet.

De Ethischen waren nu eenmaal aan het woord; zij hadden nu het directeurschap en dictatorschap op zich genomen; naar hun pijpen zou nu een ieder dansen. Vootal Ds. Van Dijk te Doetichem zou kerkelijk Grootpatriarch worden. En zoo als deze heeren het schikten en plooiden, zoo zou en moest het in de kerken toegaan.

Min of meer Gereformeerd prediken mocht men nog wel, en desnoods nu en dan een predikanten-conferentie houden, maar daar moest het dan ook bij blijven. De pretentie van een eigen richting in de kerk te representeeren was reeds een stoutigheid. En te zeggen, dat die Gereformeerde richting eigenlijk de richting der kerk was, leek op schennis van kerkelijkethische majesteit.

Er zijn dan ook reeds harde woorden gevallen.

Ds, Van Dijk pakte op de hem eigene ruwe manier uit, om Dr. Van Ronkeleens mores te leeren; en nu weer heeft Dr. Bronsveld zijn pen eens in gif gedoopt, om een pers-vriend van Dr. Van Ronkel op ongezouten wijs de ooren te wasschen.

Een onheilig spel!

En toch, hoe zou het anders .•' Wie schapen en wolven in eenzelfde schaapskooi opsloot, moet zich wel op een bloedbad voorbereiden.

En niet die wolf, maar de dwaze herder die hem in de schaapskooi opsloot, draagt van dat bloedbad én de schuld én de verantwoordelijkheid .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 maart 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Onder de Synodalen beginnen

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 maart 1890

De Heraut | 4 Pagina's