GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de Vrije Universiteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de Vrije Universiteit

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de Vrije Universiteit tot onze Gymnasia op Gereformeerden grondslag is slechts ééne schrede.

Er zijn er thans twee: het gymnasium van Zetten, dat nog steeds het eerstgeboorterecht bezit, en het gymnasium te Amsterdam, dat pas onlangs gesticht wierd.

Ook op het hoog belang van dezs beide gymnasia voor de toekomst van ons vaderland kan niet ernstig genoeg gewezen worden.

"Waarin toch lag de zv/akheid van de positie, die dusver onze Christelijke mannen bij hun strijd in Staat en Kerk en Maatschappij innamen.'' Waarin ligt noj de draw-back voor onze Kamerleden en ambtenaren van Christelijke professie.' Waarin schuilt nog altoos de zwakke zijde ook van ons Christelijk onderwijs?

Is het niet hierin, dat al wie van Liberalistische zijde tegen ons overstaat, niet alleen den tijdgeest meê heelt, maar ook van jongs af in één lijn gevormd is.

Al wat hun mannen leerden en studeerden was uit één grondbeginsel en uit een zelfde levensgedachte. Voor het Liberalisme werden ze gevormd op de neutrale school, gevormd op het geheel heidensch gymnasium, gevormd aan onze universiteiten zonder God of zijn Woord. Later in de Kamer, in het Ambt of in de Pers optredende, wé, ren ze dus van zessen kbar.'Ze waren ingeleefd in hun theorieën. Gewend aan hun termen en zegswijzen. Ze hadden hun handboeken en wegwijzers. Hun wapenrusting was volledig en overbodigen ballast scheepten ze niet.

Onze mannen daarentegen vaaren gedoemd om eerst op het gymnasium en op de pub'iake uni/ersiteit a'ilerlei boeken te koopen, allerlei lessen te keren, allerlei studie zich eigen te maken, die goed was voor een aankomend Liberalist, maar waar aij niets aan hadden.

Eenmaal van de academie komend, stonden ze dus gelijk met een cavakrist, die, geheel gevorrnd, als moest hij levenslang bij de cavalerie dienen, plotseling geroepen werd om dienst te doen op een schip van oorlog.

Wat ze wisten hie'p ze niet, en wat ze weten moesten, kenden ze niet. Dat moest dus alles, terwijl men in de drukke practijk van het leven zat, ingehaald. Dat inhalen ging altoos gebrekkig. En vandaar het alleszins natuurlijk verschijnsel, dat thans onze meeste Antirevolutionaire geleerden, staatslieden en ambtenaren, eiken dag opnieuw gevoelen, hoe de onderbouw var. het huis huns denkens niet deugt, en heel anders had moeten zijn.

En daaraan nu juist zal een einde komen, zoodra men ook onzerzijds in Staat, Kerk en Maatschappij e: n geslacht van mannen kan doen optreden, die én op de lagere school, én op het gymnasium, én op de universiteit niet leerden wat ze later v/eev hadden af te leeren, maar een vorming ontvingen, gelijk die bij hun toekomst paste.

Voor de Roomschen geldt hetzelfde, en ook zij zullen eerst de mannen krijgen die ze nu nog missen, zoo ze het goede voorbeeld van hun geestverwanten in België, Duits; hland en Zwitserland volgen, en een geslacht aankweeken, dat door alle stadiën van de opvoeding heen uit één geest kan leven.

Dat onze voornamere lieden dit nog zoo weinig inzien, is een onvergeeflijke fout, en een Kabinet dat zich duurzaam aanstelde, als ware met de lagere school de Christelijke conscientie bevredigd en de toekomst van ons Christenvolk verzekerd, zou toonen niet berekend voor zijn taak "te zijn.

Zal er na de verdwijning van het matte Conservatisme en versteende Liberalisme, eenmaal in ons goede vaderland een krachtige keurbende van wete|ischappelijk gevormde mannen tegen het Radicalisme en Socialisme over staan, dan moet het Gymnasiaal en Universitair onderwijs in nog hoogere mate een voorwerp van onze behartiging worden, dan het dusver alleen de Lagere school was.

Onvergankelijke eere blijft het daarom voor wijlen onzen Heldring en voor Ds. Van Lingen, dat zij het eerst deze behoefte gevoeld hebben, en de hand aan den ploeg sloegen om in deze behoefte te voorzien. En dat te meer, daar zij, zoolang er geen Vrije Universiteit was, niet konden erlangen, wat ze noodig hadden, t. w. docenten die zelven gevormd waren in den geest, waarin dit moest.

Dat Zetten zich daarom behelpen moest, en ten deele nog meet, met mannen, die niet om des beginsels wille dit gymnasium dienen, spreekt vanzelf, maar mag nooit aan Ds. Van Lingen geweten. Hij moest roeien met de riemen die hij had. En dat ook het Amsterdamsch gymnasium nog geen stel doctoren gereed vond, die geheel en vsn meet af uit één beginsel gevormd wierden, mag door niemand als smet worden aangewreven. Wie voor het terst een bosch aanlegt, moet altoos beginnen met stekken te zetten van vreemSe teelt.

Eerst over eenigen tijd kan dit beter worden, als er van de Vrije Universiteit genoegzaam doctoren in de letteren zullen komen, en dan spreekt het vanzelf dat noch Zetten noch Amsterdam, meer mannen van andere herkomst neemt.

Toch is en blijft de concurrentie van deze gymnasia met de stedelijke gymnasia op den tegen woord igen voet onhoudbaar.

De stedelijke gymnasia ontvangen duizenden bij duizenden uit de Stadskas en bovendien nog groote subsidiën van het Rijk. Zelfs het JTi.ê4elijk gymnasium van Amsterdam. De schoolgelden dekken de uitgaven volstrekt niet.

Het moet er dus heen, dat óf deze publieke gymnasia voor hun leerlii.gen het schoolgeld zoo hoog stellen (mits proportioneel) dat zij hun eigen kosten goedmaken; óf wel aan de bijzondere Roomsche en Gereformeerde gymnasia moet gelijke subsidie verleend, als aan de stedelijke.

Iets wat te meer klemt, omdat de leerlingen van onze gymnasia veel meer dan op de stedelijke gymnasia herkomstig zijn van het platteland en uit de kleine burgerij.

Wil ons Christenvolk, dat meest onder de „kleine luyden" van Prins Willem schuilt, over eenige jaren een staf van degelijk gevormde tolken en pleitbezorgers hebben, dan moet er dus geld saamgebrachr, niet enkel om orae gymnasia in stand te houden, maar ook om voor de knappe jonge'ui uit deze standen, de schoolgelden te vergoeden.

In dubbelen zin stuitead onbillijk sou het dus zijn, zoo men voortdurend onze kleine burgerij in de belasting mee liet betalen voor de Gymnasia der hoogere standen, en aan haar gymnasia allen steun onthield.

Onze Minister van Binnenlandsche Zaken weet dit ook wel.

Maar natuurlijk, om zu^k een recht te veroveren, moet er eerst geworsteld worden, en die worsteling moest aanvaard én doof een generaal lands-gymnatium als te Zetten, én door een gymnasium in een paar groote steden.

Naijver tusschen twee of meer zulke gymnasia mag' ér dan ook niet bestaan. Dat v/are zonde tegen onze nationale toekomst. , •> --

En dat hoeft ook niet.

Immers te Zetten kwamen ook nu weer zestien nieuwe'ingenaan. En dat Amsterdams gymnasium toch desniettemin reden van bestaan heelt, blijkt genoegzaam uit het feit, dat er én een vorig j.mr én nu 24 leerSingen wierden ingeschreven.

Zoo gaan we dus een schoone, een uitnemende toekomst tegemoet, en ons volk is grootelijks dank verschuldigd aan die enkele mannen van patricische afkomst, die onder zulke stichtingen moedig den schouder zetten, en er niet alleen hun naam en hun geld voor over hebben, maar ook bereid zijn, er den smaad voor te dragen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 september 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Van de Vrije Universiteit

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 september 1890

De Heraut | 4 Pagina's