GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Reeds nu kan men zeggen,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reeds nu kan men zeggen,

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds nu kan men zeggen, dat "de geldelijke capaciteit van ons volk om kerkelijk vrij te leven, schitterend gebleken is. Een eerste proeve hiervan was door de scheiding van 1834 gegeven. Ook de mannen der scheiding toch stonden al spoedig voor dezelfde behoeften als de mannen der Doleantie. Er moest toen aan den rechter voor geldboeten worden betaald, gelijk nu voor proceskosten, en voorts viel er, toen gelijk nu, te zorgen voor kerk, pastorie en traktement; later ook voor een school.

Toch zijn de mannen van 1834 voor deze betrekkelijk zware uitgaven niet teruggedeinsd ; ze hebben de schouders onder den last gezet; en ook al begonnen ze in de meeste plaatsen zuiniglijk en soberlijk, toch is er allengs een geest der vrijwilligheid onder hen ontwaakt, die eerlang de leiders in staat stelde, om goede kerken en pastorieën, en daarbij tamelijk goede trakte menten te kunnen aanbieden, terwijl voor armen, zending enz, jaarlijks nog een goede penning wierd saamgebracht.

Uit dit feit verbood men ons echter een tijdlang af te leiden, dat ook het overige Gereformeerde volk tot gelijke en nog grootere ofifers in staat en bereid zou blijken. De Gescheidenen van 1834, zei men, maakten een uitzondering. De harde vervolging had die lieden verbitterd. En waar eenmaal verbittering in het spel is, doet de wraakzucht wonderen, ook op geldelijk terrein.

Thans echter is aan deze tegenbedenking VOO goed het zwijgen opgelegd, en is gebleken, dat de Heraut volkomen recht had, om te profeteeren, dat ook het overige Gereformeerde volk, wierd het weer vrijemaakt uit banden, even warm en bezield voor de zake des Heeren offeren zou.

Immers het bleek op verrassende wijze, hoe in korte jaren tijds door heel het land kerkgebouwen konden verrijzen, pastorieën in bestek werden gebracht, en zoodra er slechts een leeraar te verkrijgen was, in traktement wierd voorzien. Nog slechts drie a vier jaren is de Doleantie loopende, en reeds openbaart zich zulk een blijmoedige vrijwilligheid, dat niet enkel in al deze nooden voorzien wierd, maar ook voor predikanten, armen, zending, schoolwezen enz. allerwegen gezorgd wierd, en dat met zulk een intensiteit, dat b. v. de Doleerenden te Amsterdam tot een j aarlij ksch budget voor hun Schoolvereeniging komen van niet minder dan / 45, 000.

De keur der pretentiën nu daargelaten, beweert het Synodaal genootschap te Amsterdam dat het 175, 000 zielen telt, terwijl feitelijk de kring, waarin de Doleantie doordrong, op ruim 20, 000 zielen mag geschat, en zie desniettemin zijn de collecten in dezen Doleerenden kring gedurig veel hooger dan in dezen grooten Synodalen kring. Zelfs voor de scholen collecteeren de Doleerenden vaak meer dan de mannen van het Genootschap,

Deze quaestie is thans alzoo uitgemaakt. Er is gebleken, nu ten tweedenmale gebleken, dat eene kerkelijke groep, die uit een geloofsbeginsel ageert en haar vrijheid liefheeft, in eigen boezem de middelen bezit, om met eere kerkelijk te leven.

Want men zal zien, zoo we nog eenige jaren verder zijn, zal de geldelijke elasticiteit der Doleerenden nóg grooter blijken. De oude gewoonte om te denken, dat men met wat plaatsgeld voor zijn stoel, en voorts een cent of een dubbeltje in het zakje er af is, slijt uit. Men gaat begrijpen, dat er op zijn particuliere begrooting van uitgaven evenals een post voor voedsel en kleeding en woning en opvoeding, zoo ook een ^^ostvootkerkelijk leven moet voorkomen. Ja allengs rijpt het inzicht, dat niemand vrij uitgaat, tenzij leiiminste zijn inkomen van één volle week jaarlijks „„ voor , , het kerkelijk leven worde af gezonderd

Thans echter doet zich het verschijnsel voor, dat deze regel wel wordt opgevolgd door den kleinen man, en ook wel door minnen van kapitaal, maar dat er onder de lieden van een mati^ inkomen nog, o, zoDvelen zijn, die naar evenredigheid veel te weinig geven.

Betert dit nu allengs, zoo door de prediking des Woords en den prikkel in de conscientie a's door het goede voorbeeld van anderen, dan kunnen de inkomsten van elke kerk misschien nog bijna verdubbeld worden, en stellig nog met ruim de helft worden verhoogd.

n terwijl op die wijs de inkomsten gaandeweg zuilen toenemen, zullen de lasten waarop men nu zit allengs minder worden.

Het opgenomen geld loopt door aflossing af, zoodat de som voor rente van jaar tot jaar daalt. Te Amsterdam alleen in twee jaren tijds met bijna duizend gul-'''"" den 'sjaars

Is dus de Doleantie eenmaal zoover als thans de Separatie, d, w, z, hebben de Doleerende kerken eenmaal een bestaan van vijftig jaren achter zich, dan zal al deze schuld zijn afgedaan, en b, v, de kerk van Amsterdam hierdoor ruim / 30, 000 '.'-jaars minder hebben uit te geven.

Maar dan gevoelt men ook wat rijk kerkelijk leven zich in onze kerken allengs zal kunnen ontv/ikkelen zoo de offervaardigheid aanhoudt en deze betere toestanden eentnaal intreden. Dan toch zal het aantal kerkgebouwen bestendig worden uitgebreid, en het getal predikanten minstens worden verdubbeld.

Het is nu nog slechts een wolkje als eens mans hand, en ontzaglijk zijn de moeilijkheden waarmee men den eersten tijd te worstelen heeft; maar wie bedenkt, hoe andere kerkelijke bewegingen tien en meer jaren hebben behoefd, om tot eenig begin van vastigheid te komen, en ziet, hoe nu reeds na verloop van ruim drie jaren de stand van zaken onder de Doleerenden is, zal moeten erkennen, dat er in dit hout grceikracht blijkt in te zitten.

Een groep kerken, die uit een vast beginsel leeft en leeft op eigen kosten, kan zulk een kracht in het land worden. En daagt nu eenmaal de dag, waarop de overige Gereformeerden uit den lande even sterk als wij den drang en de behoefte gaan gevoelen, om kerkelijk saam te leven, en komt het vroeg of laat tot een ineensmeiting met de Christ, Gereformeerden, en tot een vereeniging met die massa Gereformeerden die in Zeeland, op de Veluwe, in den Alblasserwaard, en waar al niet nog op een opstanding uit de dooden wacht, dan is er metterdaad nog hope, dat onze Calvinisten weer een macht in het land worden en kerkelijk een zedelijke kracht zullen openbaren, die zelfs hetgeen in de dagen onzer vaderen gezien is, nog overtreft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Reeds nu kan men zeggen,

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's