GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

zijn meester gevonden.

III {Slot)

Reeds vroeg in den morgen van den volgenden dag kwamen al de lieden, die een twistzaak hadden, om de beslissing van den Kadi te vernemen.

Het eerst traden weder de ohekooper en de slachter voor hem.

«Gij beweert, " zoo sprak de rechter tot den eerste, »dat de slager van uw toonbank het geld stal, dat hier in bewaring is gebleven, niet waar? "

«Zeker, " was 't antwoord.

«Welnu, " vervolgde de Kadi, «ik heb die geldstukken, welke, zooals gij zegt, op uw toonbank lagen en door uw vingers zijn gegaan, welke de een als de ander met olie bevlekt waren, in een beker water gelegd. Doch er kwam geen druppel olie bovendrijven, hoewel in uw winkel alles met olie verzadigd is. Ik wijs dus het geld toe aan den vleeschhouwer, en de olieman krijgt dertig slagen voor zijn oneerlijkheid."

Nu verschenen de boer en de schoolmeester voor het gerecht. Zij bogen diep en de Kadi vroeg;

«Houdt gij beide nog vol, dat de dienstmaagd u toebehoort ? "

«Ja, " spraken zij.

«Ziende, dat elk dezer mannen aanspraak maakt op de slavin en geen hunner kan bewijzen dat zij hem toekomt, heb ik, " zei de Kadi, «wijl de vrouw, stom zijnde, geen uitsluitsel kon geven, aldus gedaan. Ik liet haar dezen morgen mijn schrijfgereedschap zien dat morsig was geworden; ook was de inkthoorn leeg. Ik beduidde haar alles in orde te brengen. Dit nu deed zij. Zij reinigde de spons, vulde den hoorn, zocht de pennen uit, en dit al zoo behendig en vlug, dat een vrouw, die gewoon is enkel landbouwwerk te doen dit nooit zou kunnen. Daarom zeg ik dat deze dienstmaagd den schoolmeester toebehoort. De leugenachtige boer krijgt dertig slagen".

Nu eindelijk kwam de beurt aan Ben Achma en den ouden man.

»Laat deze menschen mij volgen naar den stal, " sprak de Kadi", «ik verlang dat zij mijn paarden zien ; maar één man te gelijk."

Ben Achma kwam eerst.

»Zoek nu het paard uit dat gij voor 't uwe verklaart" sprak de Kadi.

»Daar staat het", zei de ander op een paard wijzende, waar hij naar toe liep,

»Genoeg ! riep de rechter ; »ga nu heen, en laat den ander hier komen."

Zoo gezegd zoo gedaan. De oude trad binnen.

„Zoudt gij uit zoo vele paarden uw eigendom wel herkennen? " vroeg de Kadi.

Zeker, " was 't antwoord; »al stonden hier honderd paarden; zie daar staat het!"

En meteen wees hij 'tzelfde dier aan, dat ook Ben Achma had aangeduid.

»Ga mede", sprak de Kadi, en beiden keerden terug in de rechtszaal.

Nu zette zich de rechter op den zetel of divan en sprak:

»Ik wijs het paard toe aan Ben Achma en de ander wordt met dertig slagen gestraft."

Terwijl nu de oude bedrieger werd weggeleid, sprak Ben Achma:

»Zeg mij toch, q wijze rechter, hoe gij al deze dingen 200 juis't weet."

»Als de rechtszaken zijn afgeloopen, zal ik 't u vertellen", was 't antwoord.

Toen nn alles afgedaan was, sprak Ben Achma: »Ik heb gehoord o rechter, dat elk onzer het beest herkende. Hoe wist gij dan den eigenaar? "

»pat zal ik u zeggen, " was het antwoord. »Gij herkendet beiden het paard, maar het paard herkende alleen u. Het hief den kop op, zag rond en trappelde toen het uw stap maar hoorde."

Ben Achma boog zich diep. Hij kuste het kleed van den rechter, en ging heen. En terwijl hij op het herkregen dier naar zijn woonplaats terug reed, prees zijn hart de wijsheid van den Kadi, door welke hij geleerd had nederig te denken van zich zelf.

Wilt een hleine jongen doen han.

Op zeker kantoor, zoo vertelde iemand on" langs, waarin vier heeren zijn, werkt een jongen die er recht klein voor zijn ouderdom uitziet. Hij is hun algemeen handlangertje en boodschappertje. Het gebeurde op een goeden dag dat zij hem plaagden omdat hij er zoo klein uitzag.

»Jongen, van jou komt toch nooit veel te recht, — je bent nu eenmaal te klein — je bent potsierlijk klein, " sprak er een

»Wel, " zei de kleine man, »zoo klein als ik ben kan ik toch iets doen, dat ."geen een van ü vier heeren doen kan."

»Wat is dat? " zeiden zij.

»We], ik weet niet of ik het u vertellen mag, " antwoordde de jongen.

Zij waren echter zeer verlangend te weten ^ wat het was, en drongen aan bij hem, dat hij het maar zou zeggen.

»Wel, " zei hij, i> ik kan klaar komen zonder te vloeken, en dat kunt gij niet!"

In doodsche stilte bloosden de vier heeren, keken op de punten van hun neuzen, en een langen tijd hoorde men niets dan het gekras van pennen over papier. Een eenvoudig vroom kind was hun te sterk.

AA\ VKAGERS.

W. I. De »steen der wijzen" is niet volkomen 't zelfde als de kunst om »goud te maken want I. worden met dien »steen" nog andere dingen bedoeld, 2. bedoelden de oude «goudmakers" of alchimisten eigenlijk dit:

Zij geloofden dat alle metalen uitgoud bestonden maar vermengd met verschillende stoffen. Nu zochten zij een middel om die stoffen aan lood, ijzer enz. te ontnemen en zoo 't goud over te houden. Dit middel nu was een der dingen, die men noemt de „steen der wijzen." Natuurlijk was dit zoeken dwaasheid, doch 't heeft tot schoone ontdekkingen geleid «

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 november 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 november 1890

De Heraut | 4 Pagina's