GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een schoon denkbeeld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een schoon denkbeeld

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 6 Maart 1891.

Een schoon denkbeeld is, zoo we wel zijn ingelicht, van de Christelijke Gereformeerden te Leeuwarden uitgegaan.

Waarom, zoo vraagden ze aan hun Ned. Ger. broederen, zouden we, in afwachting van de dingen, die komen zullen, niet nu reeds saam des Heeren heilig Avondmaal houden ?

Eén Heere, één belijdenis, één heilige disch des Nieuwen Verbonds. En waar nu, gelijk te Leeuwarden, beide kerkeraden erkend hebben, elkanders tucht te zullen erkennen, staat immers niets aan de verwezenlijking van deze bezielende gedachte in den weg.

In niets zoo sterk als in het heilig Avondmaal komt de eenheid van het Lichaam des Heeren tot openbaring. Daar is noch hoog noch laag, noch arm noch rijk, maar allen zijn één in Christus.

Niets zoozeer als dat heilig Avondmaal heeft de strekking, om de liefde op te wekken, en den band der broederlijke genegenheid te doen trekken; want al wat de harten verdeden kon, moet, eer men ten Avondmaal gaat, weggenomen. > Laat dan uw gave bij het altaar, en verzoen u eerst met uwen broeder, en kom dan!"

En ook, niets zoozeer als het heilig Avondmaal leidt de aandacht van alle uitwendige splinterigheden terug naar Hem^ die het middelpunt van ons verlangen is, onze Goël, en de Trooster van ons hart. Mocht het dus metterdaad gelukken, zulk een gezamenlijke Avondmaalsviering in Leeuwarden tot stand te brengen, dan zou dit voor ons besef een triomf van de liefde Christi over den tegenstand van Satan zijn.

Dit toch zal wel niemand tegenspreken, dat Christus, ons verheerlijkt Hoofd, steeds bidt en arbeidt, om zijn belijders ook in dit goede land tot één te brengen; en dat de macht, die hiertegen in woelt, en er de harten tegen opzet, en er de gevoeligheden tegen prikkelt, niet anders kan zijn en is, dan Satanas, de oude slang, Christus' wederpartijder, en de doodelijke vijand van elk kind van God.

Hoe het nu-bestaanbaar is, dat aan Christus alle macht gegeven is op aarde en in den hemel, en dat toch zulk een tegenstand door Satan kan geboden werden, heeft ons het boek Job geleerd; en geleerd ook, dat die tegenstand toch in het eind gebroken wordt.

Maar onderwij! is het niettemin de roeping van Gods kinderet? , om elk van God geboden middel aan te grijpen, om deze booze en onheilige invloeden te bannen, en de betere invloeden naar ons toe te trekken.

En naardien nu juist het heilig Avondmaal een der sterkste betooningen van Jezus' macht uit den hem.el is, en het ernstigst tegen elk verband met Satan in onze ziel ingaat, mag verwacht en vertrouwd, dat eenheid in het heilig Avondmaal ons ook geestelijk van beter conditie zou maken.

Wie ten Avondmaal toetreedt, is tot nederigheid van zin en ootmoedigheid van geest gestemd. Den ander beter dan ons zelven te achten, valt ons aan het Avondmaal het lichtst.

En mocht het zoo gebeuren, dat aan zulk een gemeenschappe'ijken disch de liefde Christi in de harten ging branden, wie weet hoe het dan niet dooien ging; wat er niet ontdooide en opleefde; en hoe in de kracht van dat herwonnen liefdeleven het geloof tot saamgroeiing en jneensmelting wrocht.

Natuurlijk zal er heilige kunstzin voot noodig zijn, om deze zaak zoo teeder en kiesch te behandelen en in te richten, dat alle kwetsing van gevotligheid gemeden worde, en toch in niets aan het heilig karakter van den dienst des Heere v/orde te kort gedaan.

Het heilig Avondmaal kan middel tot verzoening zijn, maar mag dat alleen wezen door zijn voorafgaande werking op de ziel. Eer het gevoel van verzoening in het hart den boventoon heeft herkregen, mag rten er niet komen.

Maar dit weten de broederen te Leeuwarden ook wel; en het is hun beiderzijds wel toevertrouwd, met heilig kunsttalent, naar een zalige schoone harmonie te midden van zooveel dissonanten te grijpen.

Ze zullen zich niet overhaasten, eer alles wel is doorgedacht en ingedacht en geregeld.

Maar juist daarom koesteren we ook de stille hoop, dat het eerlang in Frieslands hoofdstad metterdaad tot zulk een openbaring van éénheid in één heiligen Disch zal komen, en dat als vrucht van zoo schoon beproeven, de dorst, de drang naar eenheid onder de broederen er almeer tot een onweerstaanbare macht zal worden.

En dat nu juist te Leeuwarden zulk een goede gedachte aan de broederen in het hart werd gegeven, is toch opmerkelijk.

Immers, juist te Leeuwarden kwam het vorig jaar de ééne Synode saam, en daagt in den loop dezes laars de andere Sydode. Reeds ten vorigen jare was de verhouding tusschen de vergaderde kerken van de Christ. Geref. kerk te Leeuwarden zeer hartelijk; en dit jaar zal omgekeerd naar we vertrouwen, de verhouding van de dan vergaderde kerken tot de Ned. Geref. kerk aldaar niet minder broederlijk zijn.

Dit nu kan over en weder op de stemming der harten, op den toon van het gemoed werken, en alzoo ongemerkt invloed oefenen ook op den gang der gebeurtenissen.

Ook zal, hiervan zijn we overtuigd, als Leeuwarden voorgaat, dit schoone voorbeeld elders navolging vinden.

Men zal elkanders bedehuizen betreden; men zal als kerkeraadsleden over en weder één brood breken en éénen wijn plengen; de liefdegaven bij den Disch zullen zich ondereen mengen; het ijs zal gebroken zijn; en-men zal elkander en zich zelf onwillekeurig afvragen: „Waarom toch langer gescheiden.

Slechts ga men hierin niet met overhaasting te werk.

In plaatsen waar de verwijdering nog te sterk is, wage men zich nog niet aan wat op gedwongen stijfheid zou uitloopen, en daarmee aan de „waarheid" van het heilig Avondmaal zou te kort doen.

Veeleer is het in zulke plaatsen plicht, dat men inzie: „Wij mogen nog niet om de zondige stemming van veler hart; " en dat men, door het edeler voorbeeld van andere kerken tot jaloerschheid verwekt, alsdan beginne met deze onheiligheid weg te doen uit zijn gemoed.

Zoo zal er langzaam, maar zeker, een heilig werk van vereeniging der geesten, zonder alle dispuut, of krakeel, tot stand komen. Dit werk zal allengs breedere afmetingen aannemen. En de verhoogde kracht der Gereformeerde kerken op het geestelijke, huiselijke, maatschappelijke en nationale leven zal er door openbaar worden.

En als de kerken Gods in deze landen eenerzijds dan dit werk der ineengroeiing door het heilig Avondmaal gadeslaan; en aan den anderen kant de redetwistershooren twisten over allerlei „standpunten", die men eerst erkennen moet, eer men als broeders elkaar aan het hart zal vallen, — dan staan we in het vertrouwen dat men deze redetwisters met hun verkaveling van allerlei standpunten op de markt alleen zal laten staan, en dat allengs boven zal gaan drijven „dat gevoelen, dat ook in Christus Jezus was", die zich ztlven heeft vernietigd, heeft vernederd, en tot in den dood toe gehoorzaam is geweest, en daarom nu verhoogd is aan de rechterhand Gods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 maart 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Een schoon denkbeeld

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 maart 1891

De Heraut | 4 Pagina's