GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

V0or Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

V0or Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Orer de diehtkanst.

Waarom, zoo vroegen we de laatste maal, is iets dat rijmt daarom nóg geen vers ?

We zagen reeds, dat 'iet rijm voor een vers volstrekt niet bepaald noodig is, en 't ook zonder dat best gaat, ja vele eeuwen lang geen rijm bekend was. De hoofdzaak zijn de"gedachten, de verdeeling der gedachten, de wijs waarop de dingen worden beschouwd, en eindelijk de manier waarop alles wordt gezegd. Als iemand geen gevoel heeft voor wat schoon is en treffend en verheven ; als hij zich niets kan verbeelden of voorstellen, en niet anders ziet dan met zijn twee oogen; als iemand eindelijk denkt zooals vele menschen: sstilie, rust en warmte" dat is 't ware — dan wordt hij nooit een dichter Al rijmt hij dan ook op alle verjaringen en trouwfeesten, ja ook begrafenissen, dat geeft niets.

Maar, zeiden we, bij dat rijmen en zoo voort is toch nog zeer veel op te merken, 't Is maar de vorm zal men zeggen. Zeker, Maar wat zoadt ge denken van een kleermaker, die zei: > Nu ja, die jas zit wel slecht: hij is te nauw, en de kraag reikt tot iemands ooren en de panden tot aan de hielen. Maar, ziet gij, de stof is toch goed en hij zit warm. 't Is maar de vorm die niet deugt". Nu zoo dwaas is 't ook, als iemand niet let op den schoonen vorm. Dichten is een kunstwerk doen: Bilderdijk noemde het een »kunstvak." En wie nu de kunst niet wil leeren, die moet er af blijven, of hij maakt prullen.

En nu een paar opmerkingen:

Nog pas kreeg ik een vers onder de oogen, dat werkelijk niet slecht was. Daarin nu kwamen echter telkens regels voor als:

Die op d'aard en in den hemel''

en

Nu men if'eerste vruchten zamelt"

Dit nu moet niet zoo zijn. De behoeft nooit afgekort te worden tot d\ Het smelt vanzelf saam met den volgenden klinker. Anders is het met den. Ik moet b. v. schrijven:

»0p < s? ' eersten dag der week is Hij verrezen" Want dat d' staat voor den en dat laat zich niet anders afkorten.

»Alle ding duurt voor een tijd Maar Gods liefde in eeuwigheid"

zegt, zeker versje.

Is dat nu goed ?

Zooals we zien rijmt hier heid op tijd; anders gezegd ei op ij. En dat nu, zegt men meestal, mag niet.

Nu is het voor velen heel moeilijk te vatten, waarom het niet mag. Want, zeggen zij, het klinkt toch altemaal eender-Het zit echter hierin, dat oorspronkelijk de ei geheel iets anders is dan de ij-In Friesland en andere streken van ons land kan men dat onderscheid nog zeer goed hooren en klinkt ij als i: b. V. blijven wordt hliven; mijne, ? «z; ^^, gelijk onlings ook altijd werd geschreven.

Nu verdwijnt dat onderscheid echter meer en meer. In zeer vele plaatsen, en in de beschaafde uitspraak haast overal, is dit verschil bijna niet of geheel niet meer hoorbaar. Het is er mee als met de enkele en de dubbele o. De o in boter is van geheel anderen oorsprong dan die van boomen; de o in komen is niet dezelfde als in stroomen.

Ook dat onderscheid kan men hier en daar nog in de uitspraak hooren. Maar 't^wordt al minder.

Heel keurige dichters zullen b. v. boomen en kernen dan ook niet op elkaar laten rijmen. Maar de meeste doen 't wel, en dan is er geen reden om nog langer het rijmen van ei op ij als een ongeoorloofde vrijheid te beschouwen. Immers het komt hier aan op de klank. Is die eender, dan is alles eigenlijk beslist.

't Is te hopen, dat spoedig die ei en y, nu ze eenmaal dikke vrienden, ja nog meer zijn geworden, ook volle vrijheid krijgen om op elkaar te rijmen. Wij Nederlanders mogen in dit opzicht wel eens wat guller worden. Vreemde volken springen met dat rijm veel luchtiger om. De Duitschers en Engelschen geven zelfs vaak versregels, die voor hun ooren wel, maar in onze volstrekt niet rijmen, b. v. ui op ei, ©m van veel meer niet te spreken. Een beetje toegeeflijk mogen we, als 't niet schaadt, wel zijn.

AAN VRAGERS.

In antwoord op een vraag wat het beduidt, dat in de Schrift gesproken wordt van den arbeider die hijgt naar de schaduw, kunnen we zeggen, dat men dit op tweeërlei wijze kan verstaan.

In het Oosten is het, gelijk men weet, warm. De Bijbel spreekt vaak van de middaghitte, van de heete zon, en daarom is 't een verkwikking, als eindelijk de avond komt, die daar veel vroeger invalt dan des zomers bij ons. Gemiddeld om 6 des avonds is de werkdag om en vrordt het donker. Dan komt de schaduw, de schemering, en die brengt twee dingen: koelte en rust. Het is dus wel te begrijpen dat een arbeider, die den geheelen dag op het veld, in de schroeiende zon heeft I gearbeid, naar die schaduw verlangt en hijgt.

Sommigen verstaan het anders. In het Oosten had men oudtijds — en veelal is 't nog zoo — geen klokken of uurwerken. Den tijd v/eet men uit het vallen van de schaduw des zonnewijzers, gelijk we b. v. zien uit de geschiedenis van koning Hiskia. Waar men geen zonnewijzer in de buurt had, werd denkelijk een boom of zoo iets in de plaats er van gebruikt, zooals nog bij Oostersche volken. Men zegt dan b. v.: Als de schaduw zoo of zoover is, begint of eindigt dit of dat. Nu zijn er menschen die meenen, dat hierop gedoeld werd in de woorden, die we straks aanhaalden. Evenals bij ons iemand, die gaarne met zijn werk zou uitscheiden, gedurig naar de klok ziet of 't haast tijd is om op te houden, zoo keek, zeggen zij, de arbeider met hijgend verlangen telkens weer er naar, of de schaduw nu haast niet zoo lang was^ dat hij daaruit zien kon: 't is tijd van eindigen.

Ik geloof evenwel, dat de eerste verklaring wel zoo duidelijk is en ook natuurlijker, al blijft het waar dat zulk een wijs om den tijd te berekenen door de schaduw, zeer wel bij de volken in het Oosten ook vroeger in gebruik kan zijn geweest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 april 1891

De Heraut | 4 Pagina's

V0or Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 april 1891

De Heraut | 4 Pagina's