Vrije Universiteit.
Vrije Universiteit.
Zeker is een der belangrijkste punten, welke op onze jongste algemeene vergadering behandeld zijn, de vraag, of het raadzaam was, al dan niet, ret ds nu pogingen aan te wenden, ten einde aan onze Universiteit een leerstoel in de psychiatrie (heelkunde der ziel) te verbinden. Gelijk de vrienden weten, is deze vraag door den inleider, prof. Kuyper, bevestigend beantwoord; en heeft de vergadering zich met deze gedachte vereenigd. Aan Directeuren is alzoo thans door de algemeene vergadering een allergewichtigsten last opgedragen, waarvan zij het groote belang ten volle erkennen. Ware dit niet zoo, zij zouden deze vraag niet op den agenda hebben gebracht. Doch om dezen last te kunnen volvoeren, zijn twee dingen onvermijdelijk, en wel allereerst het vinden van den geschikten persoon, die niet alleen eene studie heeft gemaakt van de psychiatrie, zooals die aan de Overheidshaogescholen wordt beoefend; doch die van uit Bijbelsch standpunt de ziekten der ziel heelt bestudeerd, en ook de middelen, welke tot genezing daarvan moeten worden aangewend.
Het tweede, dat noodig is, is eene vermeerdering der geldmiddelen.
Moge de Heere ons den man eerlang aanwijzen en inmiddels door vereenigd gebed en offervaardigheid den weg worden gebaand.
Is er één gebied, waarop alle Christenen, en vooral alle gereformeerden kunnen samen werken, dan is het stellig wel dit.
Het is mij een ware vreugde t« mogen vermelden, dat ook onder onze Christelijk Gereformeerde broederen meer en meer het hooge gewicht van het Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag wordt ingezien. Zoo b. v. ontving ik dezer dagen een postwissel van ƒ 10 van »een lid der Christ. Ger. kerk te Terneuzen"; welke broeder, door deze toevoeging, heeft willen te kennen geven, dat hij, ofschoon kerkelijk met velen der grondleggers der Vrije Universiteit nog niet vereenigd zijnde, toch gevoelde, dat, op het gebied van het Hooger Onderwijs., alle Gereformeerden als één man te zamen behoorden op te trekken in den heiligen strijd voor de eer van onzen Koning en Heere.
Onze waarde amanuensis, die dezer dagen een reisje naar Zeeland maakte, mocht ook in dit opzicht menige liefelijke ervaring opdoen, waarvan ik D. V. de volgende week een en ander hoop mede te deelen. W. HOVY.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juli 1891
De Heraut | 2 Pagina's