GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Velerlei gevers.

In zekere kerk hing een bus, waarop geschreven stond: Die den arme geeft leent den Heere, en Hij zal hem zijn weldaad vergelden.

Op een Zondag kwam een jongen bij die bus, met een geldstuk in de hand. Hij dacht aan geen armen, noch minder aan den Heere, maar wierp al lachend het geld er in, om dat zijn ouders hem dat gezegd hadden.

Toen kwam er een tweede jongen. Die zag eerst rond of men wel opmerkte wat hij ging doen. Toen haalde hij bedaard een stuk geld voor den dag en wierp het in de bus, terwijl hij hoogmoedig en met zelfvoldoening rondzag.

Daarna kwam er een derde. Hij zette een onverschillig gezicht, en terwijl hij iets in de bus wierp, sprak hij bij zich zelf: »Nu het moet dan maar. Anderen doen het ook." d E K t

Wederom kwam er een. Hij had niet veel te geven, maar er was een glimlach op zgn aangezicht en hij deed zijn gave in de bus, denkende : Ik ben toch nog zoo rijk, dat ik wat geven kan. Wie weet of het dezen of genen arme nog niet van dienst kan wezen. t w W (

Eindelijk verscheen een vijfde knaap. Hij ging naar de bus en las wat er op stond Toen zeide hij bij zich zelf: »Weinig of veel, maar wat ik geef, geef ik om des Heeren wil. Het is toch maar gekregen goed. Wij geven het U, o Heere, uit Uwe hand. N d t edc D s

Wie van die jongens het kostelijkste geldstuk gegeven had weet ik niet. Maar wel wie 't meeste en op de beste wijs had geschonken. En wie dat nog niet vat, moet maar eens denken aan dat penninksken der weduwe, waar de Heere Jezus in het Evangelie over spreekt.

OPKIERKINGEIV.

We hebben naar aanleiding van de laatste dingen die we bespraken, verscheiden brieven enz. ontvangen. Nu, dat is goed, want het bewijst dat de lezers goed lezen, nadenken en ook graag meehelpen om moeilijke dingen op te lossen.

De vrienden en vriendinnen (want er zijn W ook schrijfsters onder hen die zoo goed opmerken), weten dat we op een vraag over 't woord «eekhoorn" het antwoord, tenminste voor de helft moesten schuldig blijven. Nu schrijft schter onze lezer T. B. te N.:

»Eek of eekhoorn is 't zelfde als eik en hom, het is een oud woord uit onze taal, dat tak (boomtak) beteekent. Dus, eekhoorn = eiketak. Dat het diertje dien naam kreeg, komt waarschijnlijk door de overeenkomst, die het in zittende houding met een knoestigen, dooden eiketak heeft en dat vooral, als men het uit de verte ziet."

Nu, het kan best zoo wezen, maar toch hadden we wel graag meer gehoord over dat »horn" dat »tak" beduidt en te meer omdat, gelijk we zeiden, de h eigenlijk niet in dat woord schijnt te behooren. Vreemder echter vinden we het, dat het beest dus eigenlijk »eiketak" zou heeten en de verklaring die onze vriend daarvan geeft is wel vernuftig, maar, dunkt ons, niet natuurlijk. We zullen dus graag nog een andere oplossing afwachten.

Ook het vers in het nr. van 12 Juni heeft meer dan één naar de pen doen grijpen.

We zullen voorloopig, om niet te veel ruimte te beslaan, meedeelen , wat onze lezer A. B. schrijft. Later volgt dan meer. Hij zegt o. a :

Ik meen dan, dat de regel:

»Tijd doet en tijd doet niet ; Tijd geeft, en wil niet geven, "

in verband met den eersten regel:

»De kinderen weten tijd van knickeren en koten" (steltloopen ? )

van dit vers moet worden gelezen, en dan wordt m. i. de beteekenis spoedig duidelijk.

»De tijd doet, " en »de tijd geeft, " d. w. z. is er oorzaak van, dat na afloop van den leertijd, de tijd tot het »knickeren en koten" aanbreekt.

»De tijd doet niet, " en »de tijd wil niet geven": — Dat de tijd niet wil geven, kan men zoo opvatten, alsof hij tot de kinderen zei, uit gramschap van niet aan hun spel te kunnen deelnemen: »Ik geef u nu wel gelegenheid tot spelen, maar gun het u toch eigenlijk niet, en daarom zal ik u dit speeluurtje zoo kort mogelijk te doen schijnen." a

De laatste regel:

»A11 wie wat goeds verzint, mag 't niet altoos beleven."

staat blijkbaar in verband met den vierden regel:

(En zoolang die kinderen met dat spelen bezig zijn)'' schiet alle kracht van redenen te kort."

Het kon toch zijn dat iemand, die kinderen bij hun spel in gevaar zag of hen tot iets anders wou opwekken, hun aanried het spel in den steek te laten doch wil de dichter zeggen, dit zou u niets baten, daar de kinderen, vóór het spel geëindigd is, toch niet naar raad luisteren. Dien voorbijganger zou 't dan smarten, dat hij de verwerkelijking van het goede, dat hij voor had, niet mocht beleven. Men kan dezebeteekenissen natuurlijk op 't leven toepassen. B N H t

We geven dit alvast allen vrienden ter overweging. Dat leert denken. Alleen zeggen we nog dat »koten" niet is steltloopen'' maar eenvoudig »bikkelen" een spelletje dat meest door meisjes wordt gespeeld. Dit koten is denkelijk een heel oud spel. Men gebruikt tot «bikkels" of «koten" kleine wervelbeenderen van dieren; ook heeft men thans zulke koten van metaal. b

CORRESPONDENTIE.

We moesten ditmaal, om eens schoon schip te maken, het verhaal van den Staljongen laten rusten. Er wacht toch nog veel. V

Het stukje van Maria G. M. te R. komt spoedig ter sprake.

Onzen lezer C. S. Fzn. (? ) te B. doen we opmerken dat zijn eerste vraag, schoon in 't minst niet ongepast, toch moeilijk in deze rubriek kan worden behandeld. We zullen er gaarne, b. v. in het tijdschrift Excelsior, als onze vriend dat wil, op antwoorden, wijl dat voor ouderen is bestemd. T

Op de tweede vraag volgt het antwoord, zoodra er ruimte voor is.

Mogen we nog eens allen inzenders verzoeken het papier maar aan één kant te beschrijven? Dat is zeer gewenscht voor den drukker.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juni 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juni 1892

De Heraut | 4 Pagina's