GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

DaifSChIa!S< i. Toestand der Evan­ gelische kerk in Berlijn.

De berichten die uit Berlijn tot ons komen, geven den indruk dat men in Pruissen's hoofdstad op den goeden weg is om althans eeniger mate in den geestelijken nood der steeds aangroeiende millioenenstad te voorzien. De Stads-Synode heeft eene «positieve" meerderheid gekregen; de beide kerkelijke hiilpvereenigingen bouwen nieuwe kerken en zorgen er voor dat herderlijke arbeid plaats heeft; het getal predikanten werd vermeerderd; ook worden nieuwe kerkgebouwen gesticht of oude verbouwd. Maar men vergeet dat jaarlijks de bevolking van Berlijn met 50 a 60, 000 zielen toeneemt, terwijl de 3 pOt. van de staatsbelasting, die geheven worden tot bouwen van kerken, niet n voldoende zijn om een bevredigend aantal in kerken te doen verrijzen.

Nu is in 1891 door de regeering het plan om vier millioen mark te leenen, teneinde ieuwe kerken te bouwen, goedgekeurd. Had en toen maar dadelijk de zaak doorgezet, dan was men nu al een eind verder. Doch u is onlangs in een proces van de St. Joanneskerk tegen de burgerlijke gemeente door den bevoegden rechter uitgemaakt dat de burgerlijke gemeente volgens de Kensistoriaal ordening van iS73, verplicht is, met toereikende kerkgebouwen te vergrooten. Nu heeft men gedacht, dat, wanneer men geld ging leenen voor het bouwen van kerkgebouwen, de stad Berlijn zich aan hare verplichting zou onttrekken. Daarom werd door de Stadssynode met 117 tegen 112 stemmen bes'oten, om de bouwplannen voorloopig uit te stellen, teneinde in dien tijd te onderzoeken, hoe men de burgerlijke gemeente dwingen kon aan hare verplichting te voldoen. Zoo zal er dan waarschijnlijk van het bouwen van nieuwe kerkgebouwen en van het vergrooten en verbeteren van oude bedehuizen weinig komen. Dit vinden wij te betreuren. Edoch, het is in Duitschiand gewoonte alles, ook op het terrein van de kerk, van de overheid te verwachten.

Een voorstel van den heer Schroder om, al had men geen nieuwe kerkgebouwen dan toch nieuwe gemeenten te vormen, vond geen bijval, al veerde voorsteller ook zeer terecht aan, dat eene nieuwe gemeente niet door doode steenen maar door de leden gevormd wordt. De meerderheid der synode was van gevoelen, dat de vorming van nieuwe gemeenten of parechiën de stad wel eens kon ontslaan van de verplichting, om bijdragen voor het bouwen van kerken te geven.

Waarom gaat men er niet toe over om, terwijl deze zaken hangende zijn, noodkerken met geringe kosten te stichten. Terwijl men procedeert en rekent en nog eens rekent, verwildert het volk steeds meer, en sterven er jaarlijks duizenden bij duizenden, die door hunne kerk verwaarloosd zijn, al werden ze ook door haar gedoopt.

— Beweging tegen het heffen van biechtgeld in de Luthersche kerken van Beieren.

Hoeveel er in de Luthersche kerken overgebleven is dat aan Rome herinnert, blijkt uit de omstandigheid dat in Beieren de Luthersche predikanten van de avondmaalgangers «biechtgeld" ontvangen, bij wijze van emolumenten bij hun dikwijls gering tractement. De Beiersche diocesaan-synoden hadden verleden jaar ie het volgende voorstel van het hoogste kerkbestuur te bespreken : »Het wordt over het algemeen toegegeven, dat in den tegenwoordigen tijd de ambtelijke herderlijke zorg meer op den voorgrond behoort te treden. Het behoort dus tot de hoofdeischen van den tegenwoordigen tijd om de herderlijke zorg een vrijen baan te bereiden en de hindernissen, zoo dit mogelijk is, uit den weg te ruimen. Velen zijn van meening dat de bestaande instelling van het z. g. biechtgeld voor de herderlijke zielzorg eene belemme­ , ring is, zoowel intensief als extensief. Daarom ontstaan de volgende vragen: i. Wordt het biechtgeld inderdaad en overal waar het ingevoerd is, bevonden, te zijn eene benauwing voor den predikant, en een bezwarende last voor de leden der gemeente die ten avondmaal gaan ? Is het wenschelijk dat het biechtgeld" overal afgeschaft worde? Hoe kan, indien men deze vraag toestemmend beantwoorden moet, de stoffelijke schade, die de predikanten daardoor lijden, worden goed gemaakt? " Er zijn vele gemeenten waar het geven van biechtgeld geen gewoonte is. Waar men wel biechtgeld betaalt, geschiedt dit op verschillende wijzen. In sommige gemeenten leggen de avondmaalsgasten bij het ontvangen van het sacrament hun »biechtgrosschen" op het altaar. In andere gemeenten is de heffing van het biechtgeld met de biecht handeling verbonden, hetzij dat het offer bij de aanmelding tot biechten gegeven wordt, hetzij dat men het na ontvangen absolutie schenkt. In de steden laat men zich aanmelden en zendt daarbij de gebruikelijke gratificatie aan den predikant. In menig dorp wordt de zaak van het biechtgeld op een bepaalden dag in het jaar in orde gebracht; de nieuwjaarsgeschenken in vele steden zullen wel in een historisch verband daarmede staan.

Nu hebben sommige predikanten in het nemen van biechtgeld geen bezwaar, omdat zij daarin het dankoffer der gemeente zien aan den predikant gebracht. Anderen meenen dat het biechtgeld een wettig middel is om den prediker van levensonderhoud te voorzien, terwijl wederom anderen van oordeel zijn, dat wanneer de gemeente geen" aanstoot neemt aan het geven van biechtgeld, de leeraar dit ook niet behoeft te doen.

Maar er z^a ook leeraars die zich bezwaard gevoelen door het biechtgeld; wanneer zij de vermaning doen uitgaan om gezet gebruik te maken van 's Heeren Avondmaal dan is het dat velen daarom denken, dat deze vermaning enkel geschiedt opdat de beurs van den predikant gevuld worde. Zelfs zien sommige gemeenten in het geven van de »biechtgroschen" eene betaling van de absolutie of van het genoten Avondmaal. Geen wonder dat 10 van de 34 diocesaan synoden het ontvangen van biechtgeld voor benauwend voor den predikant hebben verklaard.

In de dorpen is het geven van een offer bij »de biecht" gelijk de Luthersche die verstaat niet bezwarend. Men weet niet beter of het behoort zoo, en het is zeldzaam dat het sacrament des Avondmaals veracht wordt, om het offer dat daarbij behoort gebracht te worden.

In de steden blijven sommige menschen, die gewoon waren bijv. 50 Mark te geven, wel van het Avondmaal weg, omdat zij niet meer in staat zijn, dit geld te offeren. Het is daarom gewenscht dat dit offer wegvalle want ook op het platteland, zal het geven van biechtgeld in geen geval het bezoeken van het Avondmaal bevorderen.

Maar hoe de middelen te vinden om de predikanten schadeloos te stellen? Sommigen willen meer tractement van den Staat zien te krijgen; anderen zoeken heil bij een hoofdelijken omslag. Men schijnt niet op de gedachte te kunnen komen, dat men ook kon beproeven de middelen der kerken door vrijwillige offers te versterken.

Mnslaad.

Plannen tot vereen i-ging der Grieksche en Roomsche kerken.

Het is meermalen uitgesproken, dat de tweede helft der negentiende eeuw uit een kerkelijk oogpunt zich kenmerkt door allerlei pogingen die in het werk gesteld worden, om de onderscheidene kerken te vereenigen. Althans in de Protestantsche wereld zijn pogingen genoeg aangewend om de verstrooide krachten te verzamelen en de eenheid van het lichaam Christi te openbaren ; pogingen die slechts ten deele konden slagen, maar ook meermalen mislukten.

Doch ook de paus schijnt vervuld te zijn van vereenigingsplannen. Hij wil, naar verluidt, eene vereeniging met de Grieksche kerk tot stand brengen. Reeds wordt gemeld dat bij het bezoek van een der grootvorsten op het Vaticaan een volledige regeling der vereeniging is tot stand gebracht. Dit bericht loopt zeker te ver V03ruit. Doch zeker is het AaX de staat van zaken op staatkundig gebied wel geschikt is om eene toenadering tusschen den paus en het hoofd der Grieksche kerk te bewerken. Immers heeft de paus zich opgeworpen als beschermer der Fransche republiek; tusschen Frankrijk en Rusland is een verbond gesloten of wordt dit gezocht. Wanneer nu de paus de derde is in dien bond, die zijn vleugelen over beide kan uitstrekken, dan is de macht van het zichtbare hoofd der Roomsche kerk zeker vergroot en ten andere stond dan tegenover de macht van het drievoudig verbond tusschen Duitschland, Oostenrijk en Italië eene aaneengesloten macht, die kon uitwerken dat Italië genoodzaakt werd om het wereldlijk gezag van den paus te herstellen.

Het offer dat de Russische keizer dan zou moeten brengen is zeker groot, want eene vereeniging met Rome beduidt niet, dat de paus den Russischen keizer erkent als hoofd der kerk, maar dat de keizer zich buigt onder de opperhoogheid van den Roomschen paus. Doch wanneer daarmede een groot staatkundig doel te bereiken is, zal men gaarne de bittere pil, nadat zij eerst verguld werd, willen slikken. Men zegt dat de paus aan den arbeid is om den encycliek te schrijven, waarin hij de verhouding der beide groote kerken en de middelen om die bij elkander te brengen, bespreken wil. Ook beweert men dat de bemiddeling van den Franschen en Russischen gezant te Konstantinopel is ingeroepen om den oekumenischen patriarch der Grieksche kerk over de vereeniging te polsen.

Dat men in deze richting arbeidt, wordt waarschijnlijker doordat bisschop Stroszmayer, de bekende voorvechter voor het vereenigingsplan, in den laatsten tijd zich dapper weert om zijn lievelingsdenkbeeld ingang te doen vinden. Volgens de jongste berichten is de procureur der Heilige Synode Pobedonoszew voor de vereeniging gewonnen; althans plotseling is deze invloedrijke onderwijzer van den Russischen keizer zoo ruim van hart geworden, dat hij den kardinaal Vannatelli in een brief heeft vermaand, om alle «kleingeestige geloofsverschillen" te laten varen.

De vaticaansche pers is schijnbaar omtrent dat onderwerp nog niet een van zin. Maar de Moniteur de Rome, een orgaan dat tegen de vereeniging heet te zijn, neemt een artikel over van een Russisch blad, volgens hetwelk minister Trikupis moet verklaard hebben, dat eene vereeniging tusschen de oostersche en westerschc kerk, in 't belang van het Katholicisme zeer gewenscht is.

Ook uit Frankrijk kwamen stemmen voorde vereeniging. Op de Katholiekendag te Rijssel gehouden, sprak men ook den wensch uit, dat de Roomsche en Grieksche kerken vereenigd zouden worden. Wel werd in een te Lemberg verschijnend blad, tegen de besluiten van de Rijsselsche vergadering geprotesteerd, doch wij meenen dat de daarbij gegeven vermaning, om de politiek niet in de zaken van de godsdienst te mengen, niet zal worden opgevolgd.

— De Minister van Eeredienst heeft bevolen dat voortaan in de Evangelische volksschool der Duitsche kolonisten alle vakken in de Russische taal zullen onderwezen worden; alleen het godsdienstonderwijs zal nog [in de Duitsche taal mogen gegeven worden. Vroeger werd in die scholen de Russische taal in het geheel niet onderwezen. Later werd ook het Russisch een leervak. Het opkomend geslacht leerde zooveel van de Russische taal als noodig was om aan de militie te kunnen voldoen.

Daar in de Luthersche kerken in het Duitsch gepredikt en gecatechiseerd word, zal die kerk er voor te zorgen hebben dat de jeugd de Duitsche taal zal blijven verstaan. Het is opmerkelijk dat in eene provincie van Zuid-Rusland, van de 76 volksscholen, 70 Duitsche scholen gevonden worden. Öit wil zeegen, dat in alle dorpen waar Duitsche kolonisten wonen, scholen gevonden worden, terwijl in de dorpen met uitsluitend Russische bevolking er slechts hier en daar eene school bestaat. De regeering van Rusland hoopt op deze wijze de Duitsche kolonisten tot de Grieksche kerk te brengen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1893

De Heraut | 4 Pagina's