GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN TUOUWE GETUIGE

III.

DEN HEEKEN WEGES.

Nog niet lang had Schwartze in Padua vertoefd, waar hij een vrolijk leven leidde, toen hij op zekeren dag een boekwinkel binnentredende, daar een stapel geschriften zag liggen, pas uit Duitschland gekomen. Nieuwsgierig greep hij er naar; 'twas een der eerste geschriften van Luther, nadat dezen de oogen waren opengegaan voor de dwalingen van het pausdom: de beroemde 95 stellingen waren er achter gedrukt.

Benieuwd om ook eens iets te lezen, dat geschreven was door zijn landgenoot, van wien ook te Padua zooveel werd gesproken, kocht Schwartze het boekje en las het. 't Was hem daarbij als ging hem een licht op. Voor het eerst in zijn leven werd hem duidelijk, dat de mensch vcrdoemelijk is voor God, dat al zijn eigen gerechtigheid niets geldt en de zaligheid is uit genade. Voor 'teerst begreep hjj, dat sgeloof" nog iets anders is dan het opvolgen van wat de Roomsche kerk leerde en voorschreef.

Hij sprak er over jnet eenige vrienden; sommigen rieden hem aan die dingen uit zijn hoofd te zetten, doch anderen lieten duidelijk merken, dat ook zij groot belang stelden in de dingen die in Duitschland plaats grepen en ook daarover reeds veel gelezen hadden. Zij wisten zelfs van verscheiden priesters, die met genoegen de boeken van den Augustijner monnik. Maarten Luther, lazen. In 't kort Schwartze bespeurde weldra, dat er honderden waren die als hij oog en hart hadden gekregen voor de groote dingen die de Heere deed.

Hij moest er echter meer van weten en dat viel hem niet moeilijk, wijl het gebied van Venetië veel werd bezocht door Duitsche koop-lieden. Sommige van deze brachten, alleen om goede winst te maken, kisten vol geschriften over de nieuwe leer mee, die overal koopers vonden. Andere stelden zelf groot belang in de waarheid en trachtten die zoo te verbreiden. Met dezulken nu kwam Schwartze in aanraking. Van hen ook vernam hij in 't jaar 1524, dat er reeds predikers der nieuwe leer — eigenlijk de oude — te Milaan en te Venetië waren.

Zoodra Schwartze dit wist, besloot hij daar zijn voordeel mee te doen. Hij begaf zich naar Milaan en het gelukte hem, schoon niet zonder moeite, daar een leeraar te worden, die voor een kleine schare het Woord des levens verkondigde. Dit geschiedde min of meer in 't geheim, want, al was er nog geen bepaalde vervolging om des Woords wille, toch moest men voorzichtig zijn. Wat de jonge man met dezen prediker sprak bevestigde hem in de waarheid naar Gods Woord, die hij aanvankelijk had leeren kennen. Zijn kart werd er door aangegrepen en des Heeren Geest werkte in hem door dat Woord het geloof dat zalig maakt.

De prediker ried hem sterk aan voor zich zelf dat Woord te onderzoeken, iets wat in de Roomsche kerk, althans door de leeken d. i. die geen kerkelijk ambt hadden, zelden of nooit geschiedde. Gelukkig kon Schwartze den Latijnschen Bijbel lezen; want noch de Duitsche noch de Italiaansche vertaling bestonden toen reeds.

Te Padua teruggekeerd had Schwartze niet kunnen zwijgen van hetgeen hij had gehoord en van de groote dingen aan hem geschied. Onder zijn landgenooten waren er twee die meer dan de anderen luisterden naar hetgeen hij sprak. En ten slotte besloten alle drie, zoo de Heere wilde, predikers te worden van de Blijde Boodschap, die hun was gebracht. Dit besluit werd uitgevoerd en zoo vinden we Schwartze vier jaren later als prediker des Evangelies werkzaam in Noord-Italië, waar hij vooreerst arbeiden zou onder de Duilschers, die er, als ik zei, vele waren.

't Was te Padua dat Schwartze voor het eerst in aanraking kwam met den man, die zijn vriend en broeder worden zou, Lupetino. In 1531 namelijk predikte deze laatste eens in eender kerken in de stad, en Schwartze die veel van den Provinciaal en zijn groote gaven had gehoord, wilde zich overtuigen of wat men hem verhaald had waar was.

't Bleek dat hem niet te veel was gezegd. De overste der Minderbroeders was een priester als weinigen, welsprekend en vurig van geest en woord. Doch er was iets dat den Duitscher nog meer trof. Hij bespeurde namelijk hoe deze monnik, schoon nog levende en werkende in de Roomsche kerk, toch blijkbaar over vele dingen anders dacht dan de kerk leerde, en ook reeds wist van zaligheid uit genade, om niet. Ook wees de prediker in zijn leerrede telkens op het Woord Gods en bewees daarmee de dingen die hij uitsprak.

Dit alles had Schwartze niet verwacht. Toen dan ook de predikatie was geëindigd, kon hij niet nalaten te vragen of hij den prediker mocht spreken. Wat toen tusschen die beiden werd verhandeld, weten wij niet, maar is wel te gissen. Zeker is dat er tusschen hen hartelijke vriendschap ontstond en dat de overste der Minoriten, hoe geleerd ook, zich gaarne in den weg der waarheid door den vreemdeling liet onderwijzen. ^Vel sprak deze het Italiaansch gebrekkig en kende Lupetino weinig Duitsch, maar een heilbegeerig hart luistert scherp en goed. Bovendien konden beiden 'in 't Latijn elkaar hun gedachten vrij goed meedeelen.

Tot zijn spijt kon de monnik echter niet lang te Padua blijven. Doch zijn nieuwe vriend wist goeden raad. Hij gaf hem de namen en woonplaatsen op van verschillende vrienden, die ook het Woord Gods hadden aangenomen en met wie Lupetino in aanraking kon komen. En deze maakte van die gelegenheden op zijn reizen ijverig gebruik.

We verlieten de beide mannen bij elkander gezeten in het huis van een vriend, bij welken Luppetino zijn intrek had genomen. Zeer gewichtige redenen hadden hem genoopt aan zijn vriend Schwartze voor te stellen hem te ontmoeten en wel in de hoofdstad der republiek, te Venetië. Die stad toch was voor beiden 't gemakkelijkst te bereiken en ook liep men daar, waar zooveel vreemdelingen kwamen en gingen, minder gevaar te worden opgemerkt. Want, gelijk we reeds zagen, ook hier was, al dreigde er nog geen bepaald gevaar, toch voorzichtigheid zeer noodig.

AAN VRAGERS.

Op een vraag of er onder Israël ook voor de armen werd gezorgd kunnen we misschien 't best antwoorden, daor den vrager aan te raden de volgende plaatsen eens na te lezen:

Ev. 22 : 24 Ps. 15 : 5. Spr. ig : 17. Deuf 3 : 25 Matth. 12 : i. Lev. 19 : 9, 10. Deut. 24 : 19—21 Ruth 2. . Lev. 25 : 5. Deut. 14 ; 28. » 26 : 12—14. Lev. 25 : 10 en 35 enz, Deut. 15 : 7—11.

Er mochten in Israël zelfs geen bedelaars zijn, en dat kon, als men de wet des Heeren maar hield.

CORRESPONDENTIE.

Op enkele vragen hopen we spoedig het antwoord te kunnen geven.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 maart 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 maart 1893

De Heraut | 4 Pagina's