GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door helpen geholpen.

I.

VERLATEN.

Op een oudejaarsavond, vrij wat guurder dan de laatste dien wij beleefd hebben, zat een vrouw tegen vier uur in den namiddag in een kleine kamer, die zoowel tot binnenvertrek als tot keuken scheen te dienen, ja tot nog meer. Op haar schoot lag eenig fijn naaiwerk, waarmede zij ijverig bezig was.

De vrouw, die omtrent veertig jaren oud za geweest zijn, zag er bleek en mager uit, en 't was haar aan te zien, dat veel zorg en lijden haar deel was. Haar fijne blanke handen toonden dat zij aan geen zwaren arbeid gewoon was, gelijk haar geheele voorkomen iemand aanduidde, die goede dagen had gekend. Haar kleeding echter bewees dat die tijden thans voorbij waren, want hoewel 't winter was en koud, droeg zij een japon die beter geschikt was voor den zomertijd en waarop menige lap toonde, dat de draagster de kunst moest verstaan »van oud nieuw te maken." 't Was duidelijk dat zij getracht had van haar schamele kleeren nog te maken wat er van te maken was.

- Ook het kamertje, waar zij zich bevond, sprak niet van welvaart. Meubelen waren er weinig en die er waren schenen lang gebruikt. Een groote scjirijftafel aan de muur scheen hier eigenlijk niet te behooren. 't Was een mooi stuk werk en góéd onderhouden ook. Het huisraad was eveneens lang niet nieuw meer en menig stuk, dat onmisbaar kon heeten, ontbrak hier. Op den kalen vloer lag alleen voor de deur een mat, terwijl aan den wand in plaats van schilderijen slechts allerlei kookgereedschap hing. Middeji in 't vertrek stond een kleine kachel, waarin wat steenkolen brandden, doch niet voldoende om ook zelfs deze kleine kamer behoorlijk te verwarmen.

Doch hoe armoedig 't er hier ook uitzag, 't was er noch slordig noch onzindelijk. De vloer was helder, de meubelen vrij van stof, het keukengerei blank geschuurd en de gordijnen voor de kleine vensters hagelwit. De weinige stoelen hadden behoorlijk hun plaats en zooveel mogelijk was gezorgd dat niets in den weg lag Kortom, er heerschte hier wel armoe, maar toch zindelijkheid en orde.

In een hoek der kamer stond een groot ledikant en in een vertrekje waarin men uit de kamer kon komen, een kleiner, vlak voor een bedstede.

In het groote ledikant lagen op het oogenbUk, waarvan ik hier spreek, twee meisjes, die samen nog geen achttien jaar telden. Zij sliepen niet, en waarom ze nu reeds te bed lagen, zullen we hooren.

In het kleine bed lag een knaapje, dat hoogstens zes jaar kon tellen. Zagen zijn zusjes er vrij gezond uit, met hem was 't anders. Het kind zag doodelijk bleek, de flauwe oogen waren diep ingevallen en met een doffen blik staarde het knaapje voor zich, zonder zich te verroeren of ook maar een zucht te doen hooren. Moeder sprak niet en naaide ijverig voort, en 't eenige dat de stilte afbrak, was het gefluister der twee meisjes, die blijkbaar zoo vroeg nog niet slapen konden.

Hoe waren die moeder en haar kinderen daar gekomen?

Om u dat te vertellen moeten we eenige jaren teruggaan.

Toen woonde er in een onzer groote steden een bouwmeester. Hij was zeer bekwaam in zijn vak, en verdiende ook tamelijk geld, doch niet genoeg, naar hem docht, om er met zijn vrouw — hij was kort geleden getrouwd — behoorlijk van te leven. Nu had hij een vriend, die tot hem zeide: «In Amerika worden veel huizen, scholen en kerken gebouwd. Als gij daar eens heen gingt, zoudt gij werk in overvloed hebben en daar gij knap genoeg zijt ook zeker veel verdienen. Ik raad u ga, trek heen."

Onze man — hij heette Warder — volgde dien raad op, te meer daar zijn vrouw er niet tegen had en zij nog slechts voor één kindje hadden te zorgen. De reis werd aanvaard en volbracht en weldra bevonden beiden zich in het oosten van Amerika, niet ver van de groote stad New-York, op een plaats waar de man dadelijk werk had gevonden, . wijl er een school gebouwd werd.

Doch de verwachting in Amerika rijk en gelukkig te worden heeft al menigeen bedrogen en ook Warder zou ondervinden dat daar het Paradijs niet hgt. Dat ligt trouwens nergens meer op aarde, al zal 't er wel weer eens komen, gelijk we lezen in het laatste Boek des Bijbels, dat spreekt van een Paradijs Gods, dat Zijn kinderen is bereid.

Toen het| eerste werk was afgeloopen, kon Warder niet zoo spoedig een tweede vinden. Men zei hem, dat hij beter had gedaan nog wat verder te trekken. Doch inmiddels raakte zijn geld op. Wel kreeg hij later weer wat om handen, maar niet genoeg om er behoorlijk - van te bestaan, temeer wijl bij het eene kindje nog een tweede, ook een meisje, was gekomen. In zijn hart wenschte Warder dikwijls dat hij maar hier was gebleven en overlei zelfs of hij niet zou terugkeeren. Doch dat ging maar niet zoo dadelijk. Hij werkte nu hier, dan daar, veelal als knecht, doch met overleg kon hij nog wel rondkomen.

Toch voelde hij zich bitter ongelukkig. Hij had zooveel gehoopt, zich allerlei schoons voorgesteld, gedacht een • groot heer te zullen worden en nu was hij nog minder dan vroeger in zijn eigen land. Dat hinderde en kwelde hem eiken dag. Had hij zich nu maar tot den Heere God gewend en Hem om raad en hulp gevraagd, dan zouden 'die hem zeker zijn geschonken geworden. Maar dat deed Warder niet. Trouwens hij had zich om den dienst des Heeren nooit bekommerd, had altijd knap geleefd, maar zonder te vragen naar zijn Maker en naar hetgeen Hij, die ons leven en verstand en alles geeft, wil dat we doen zullen. Zoo had dan Warder ook in de droefenis weinig troost. Wel poogde zijn vrouw hem op te beuren, doch zijn antwoord was: »Juist dat gij en de kinderen er onder lijden hindert mij het meest" en dus werd hij met den dag meer droefgeestig en moedeloos.

sEen vroolijk hart is een gedurige maaltijd", zegt Salomo. Zoo ook is een droevig hart — wel te verstaan als het de droefheid der wereld is die ons kwelt — een lange ziekte. Dat ondervond Warder ook. Eindelijk kon ook zijn lichaam het verdriet niet langer verduren. Hij werd ziek. De dokter kwam, maar hij kon weinig doen. Want de kwaal, die zielsverdriet heet, zit zoo diep, dat pillen en drankjes er niet bij kunnen komen. Zoo werd dan de bouwmeester al erger, en eindelijk' stierf hij, met een treurig en hopeloos hart, zonder te weten waar hij heenging, en buiten God, gelijk hij had geleefd.

AAN VRAGERS.

Onze lezer P. M. K. te D. schrijft ons-omtrent het ingezonden stukje, in den laatsten Heraut van het »oude" jaar over de avondster:

Er wordt gezegd, dat die ster in de nabijheid van de zon staat en dus ook in de nabijheid der zon is te zoeken; dat is heel duidelijk en begrijp ik goed; wat ik niet begrijp is dan ook het daaraan volgende. Dat dit ook de reden is dat zij even vóór zonsondergang zichtbaar is begrijp ik nog; maar dat zij 'smorgens na zonsopgang zichtbaar is, is mij niet duidelijk. Is die ster de zon (altoos volgens onze beschouwing) 'snachts voorbijgesneld. In 't eerste geval, 's avonds, staat hij links van de zon en l 's morgens rechts.

l Evenzoo in 't omgekeerde, 's morgens rechts van de zon en 's avonds weer achter de zon dus links er van.

Zou u zoo vriendelijk willen zijn mij dit eens duidelijk te maken?

(We hopen dat de inzender dit zal willen doen, en nemen daarom de vraag op.)

CORRESPONDENTIE.

J. K. H. te W. — Zoo spoedig mogelijk.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 januari 1894

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 januari 1894

De Heraut | 4 Pagina's