GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN DE OUDEN VOOR DE JONSEN.

. Zooals ik reeds zei, werd er in den ouden tijd ook vooral Op gelet, dat de jjugd zich behoorlijk gedroeg. Of het toen zoo noodig was ais thans zou ik echter haast betwijfelen. Althans de les, dat »de jongelui niet voorbarig maar bescheiden moeten zijn" hebben vele jongelui tegenwoordig wel liard noodig. Euvelen, die nog niet eens jongelui zijn, zullen goed doen te letten op: sSpreek niet voormen u iets vraagt en geef dan kort en duidelijic antwoord."

De schooljongens kregen zelfs bepaald les in de beleefdheid. Tot bewijs daarvan wil ik u een zoogenaamd colloquium^ d. i. samenspraak, meededen. Het is Latijn, maar we zullen het in 't Nederlandsch er onder zetten, 't Verbeeldt, dat er twee in gesprek zijn. i. Faedagogus-, d. i. opvoeder, leermeester, en 2. Fner., d. i. jongen, schoolknaap. (Dezulken lagen bij den meester in de kost).

Fs. Quantum temporis abfu'sti maternis aedibus ? (Hoe lang zijt ge nu buiten uw ouders huis ? )

Pr. Jam sex fere menses. (Al een zes maanden.)

Ps. Addendum er at: domine: l (Gij hadt er bij moeten zeggen: mijnheer.)

l Fr, Jam sex fere menses., domine. (Al een zes maanden, mijnheer.)

Fs. Ctipis eapi rev is er e? (Wenecht gij het weer te zien ? )

Pr. Ciipio., domine., si id pace licet tua. (O ja, mijnheer, met uw verlof.)

Fs. Nunc fkctendwn erat genu.

(Nu had de knie gebogen moeten worden.) Ge ziet, vrienden, er werd op gelet. En al zou de meester nu ook niet meer vergen, dat ge de knie voor heai buigt, toch moet ge als kinderen die Gods Woord kennen, nooit hen navolgen, die zelfs vergeten hun onderwij ser te groeten, ja iiem met ondank loonen. Óok de ' oude en Bijbelsche leer, dat men vóór het grijze haar opstaan en den ouiierdom eeren moet, werd in die eude tijden de jéiigd ingescherpt. OJDstaan was en is nog een bewijs van beleefdheid. Men gaat niet zitten voor 't ons wordt aange­.

boden. De gewoonte om uit eerbied het hoofd te ontblooten, bestond bij Israël niet en daarom zult ge ook in den Bijbel nooit lezen van menschen, die uit beleefdheid hun hoed afnamen. Het was juist een bewijs van eerbied, dat men den hoed op hield., het hoofd niet ontblootte. Zoo doen de Joden in htm synagoge nog en als gij die bezoekt en den hoed dan afzet, verzoekt men u zeer beleefd het hoofd niet te ontblooten. Zoo was het vroeger in Europa ook. Doch reeds in de i6de eeuw werd het gewoonte bij het groeten het hoofd te ontblooten. Vroeger echter hield men het hoofd veal meer gedekt dan nu. De lieden zaten met den hoed of met de muts op aan den maaltijd. Als gij platen ziet (van een paar eeuwen geladen) die voorstellen, hoe de Synode van Dordrecht in 1618 en 1619 werd gehouden, dan ziet gij daar de dominees zitten met den hoed op. Kort geleden is er weer te Dordrecht een Synode geweest, maar zoover ik weet, zat men daar met ontbloot hoofd en droegen hoogstens enkelen een mutsje.

Zulke dingen veranderen met de tijden en verschillen ook naar de landen en volken. In het Oosten, dat weet 'gij uit den Bijbel, begroetten ook de mannen elkaar dikwijls met een kus. In Italië was dat vroeger ook gewoonte; in Duitschland is het nu nog zoo, evenals in sommige andere landen. In Engeland en in Nederland echter denkt niemand er aan het te doen. Bij ons reiken de mannen elkaar de rechterhand.

Bij ons reiken de mannen elkaar de rechterhand. Da hoofdzaak is maar dat men beleefd en vriendelijk ^^^ te zijn. Evenwel moet gij't niet zoo ver drijven als een bisschop van Bremen, hoewel die 't goed meende. Toen keizer Karel V de vrije rijksstad Bremen eens bezocht, kwam hij ook bij dien bisschop. Deze was daar zeer mee verheerlijkt en drukte Karel zoo stevig de hand, dat den vorst de tranen in de oogen.

Ook goed gemeend, maar toch niet gepast, as wat de burgemeester deed van een kleine ngelsche stad. 't Was na de vernieling der noverwinnelijke vloot in 1588; koningin Elizaeth maakte toen in zegepraal een rondreis door aar rijk. Toen zij nu in die stad kwam, hield de burgemeester een toespraak en zei hij onder meer:

ja, toen koning Philips van Spanje Uw Majesteit aanviel, pakte hij 't verkeerde varken bij 't oor."

Of de koningin met dit compliment gediend was, is wel te betwijfelen.

DE AREND EN DE MAAIER.

DE AREND EN DE MAAIER. Op zekeren dag waren eenige maaiers bezig in het veld. Een hunner kreeg dorst en ging naar een bron in de nabijheid. Toen hij daar kwam, bespeurde hij een ongewone beweging. Een waterslang had zich om een arend gekron keld en wilde dezen in den nek bijten. Nu schoot de maaier toe en hieuw met zijn sikkel de slang den kop af. De arend vloog daarop weg.

Nu zette de man, die zeer verhit was, zich neer om een oogenblik te rusten eer hij dronk Daarop nam hij een beker, dien hij bij zich droeg, liet dien in de .bron zakken en haalde hem gevuld weer op. Doch juist toen hij wilde gaan drinken kwam de arend weer aanvliegen schoot omlaag en stiet aiet zijn vlerk den man den beker uit de hand, zoodat het drinkvat ter aarde viel en brak.

jWat een boos, ondankbaar beest" sprak de man bij zich zelf. »Pas redde ik hem het leven en nu slaat hij nog den beker uit de hand. Men zou er waarlijk verdriet in krijgen goed te doen." Zonder zijn dn'=t gelescht te hebben keerde hij terug en ging weer aan 't werk. Intusschen hadden zijn makkers ook dorst gekregen en waren naar de bron gegaan. Hij zag geen enkelen meer aan 't werk.

Een-poos arbeidde hij voort. Doch eindelijk begon het hem te bevreemden, dat er niemand terugkeerde. Hij lei den sikkel neer; liep naa de bron, en zie, daar la; 3'en zijn makkers dood op den grond. Een paar drinkbekers lagen naast hen.

Verbaasd zag de man het aan. Doch wel dra begreep hij wat er gebeurd was. De water slang had door haar venijn de bron vergiftigd zoodat het water in plaats van verkwikking den dood aanbracht. Had hij er van gedronken had de arend hem den beker niet uit de hand gestooten, de man zou omgekomen zijn, gelijk met zijn makkers was geschied.

Dit is een zeer oude geschiedenis of denke lijk een fabel. Onder zulke vertellingen zett men in den vroegeren tijd gewoonlijk: iiDeze fabel leert."

(Wat er dan volgde moet nu elk lezer zel maar eens invullen.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 september 1894

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 september 1894

De Heraut | 2 Pagina's