GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Zuider kerkbode komt een protest voor van B, te K. tegen de zoo diepzondige zeden, die hier en daar ten plattelande nog bij het dusgenaamde verkeeren, vóór het huwelijk, in zwang zijn, en door de ouders niet alleen geduld, maar soms zelfs bevorderd worden.

We nemen er dit uit over:

Mijne vrienden! Onder de zoovele zonden, die den mensch helaas nog gedurig aankleven, bedoel ik in het bijzonder een ingekankerd kwaad, een oude zonde, waar nog zoo weinig de strijd tegen aangebonden wordt, zelfs ook in Gereformeerden huize, en wel dit, dat zoovele van onze jongelingen en jongedochters, wanneer zij met elkander verkeeren, zooals men dat noemt, zich des avonds afzonderen tot laat in het nachtelijk uur, hetwelk een gruwel is in de oogen des Heeren, en een schandvlek voor de natie en voor de kerk des Heeren; en waar men zoo menigmaal moet aanschouwen, hoeveel ellende, hoeveel gedwongen huwelijken, hoeveel wrange vruchten daaruit voortkomen en van worden geplukt, dan is de toestand allertreurigst en bedroevend; en een ieder, die zich ook aan die zonde schuldig heett geweten en door het ontdekkende licht van Gods Heiligen Geest aan zichzelf is bekend gemaakt, kan niet anders, dan tegen deze zonde getuigen, hetzij door woord, of daad of geschrift. Daarom gij ouders, of wie gij ook zijt, breekt toch hoe eer hoe beter met deze schandelijke gewoonte, indien gij uwe kinderen daar nog vrijheid toe geeft! Het is eene vrijheid uit den booze! Zij zijn het gedoopte zaad der gemeente, in den naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes. Gedenk toch aan uwe doopsbelofte, eenmaal voor God en de gemeente zoo plechtig afgelegd, dat gij ze zult doen onderwijzen en helpen onderwijzen in de leer van Gods Woord. Gij moogt uwe kinderen daar geen vrijheid toe geven. Hoe kunt gij ouders, ik vraag het u, wanneer gij u ter riiste begeeft, met vrijmoedigheid voor den Heere nederknielen, om Hem te danken voor genoten weldaden en uwe kinderen den Heere opdragen, wanneer in een ander gedeelte van uwe woning uwe kinderen zich op die wijze bij elkander bevinden; dat kan niet, dat is spotten, dat is in strijd met de wille Gods, daar moet de Heere zijn aangezicht voor verbergen. Gij kunt op die wijze voor uw kroost niet bidden, «lijdt hen niet in verzoeking, " want gij helpt ze er zelf inbrengen. O, bedenk toch, en breekt met dit ingezonken kwaad; strijd er tegen in de kracht des Heeren, opdat ook deze zonde uit ons midden mocht worden weggedaan en de Heere ook om deze zonde niet met zijn Geest mocht wijken.

Gij heeren en vrouwen, die dienstbaren in uw huis hebt en tot nog toe in deze zonde voortgaat met hen daartoe de vrijheid te geven, och, wat ik u bidden mag, breekt toch met deze zonde, ziende op uwe verantwoording, die eenmaal van u zal worden geëischt door den Rechter van hemel en aarde. Gij zijt over hen gesteld, gij moet ze. verzorgen, gij moet naast den Heere over hen waken, naar lichaam en ziel beide. Uw taak is zoo gewichtig, u van den Heere opgelegd. Gij zult niet voor den Heere kunnen bestaan in dien weg. Misschien hebt gij kinderen, wier ouders het leed doet, dat hunne kinderen alzoo doen, die hen gedurig vermanen, om ze van dien weg af te brengen, die zoeken u, omdat gij daar onder uw dak vrijheid toe geeft en zoo helpt ook gij die ouders tegenwerken. O, verschrikkelijke verantwoording, indien gij op dien weg voortgaat; ach! breekt toch daarmede en laat die zonde toch niet langer toe, maar zoek ze te bestrijden en leert toch in de kracht de banier opheffen, dan zult gij ook overwinnen; verootmoedig u voor den Heere en gij zult den vrede smaken voor uwe zielen.

Vinde dit erstig woord in veler huis en hart ernstigen weerklank.

Omtrent de Gereformeerde Predikanten-conferentie, de vorige week te 's-Gravenhage gehouden, lezen we in de Boodscltapper dit:

Eene vergadering als welke deze week in de Residentie werd gehouden, schijnt ons toe niet slechts van kerkelijke, maar ook van publieke beteekenis te zijn.

En het is om die reden, dat ook in ons blad daarvan melding behoort te worden gemaakt.

Vooraf ga dan de mededeeling, dat de eerste conferentie van dienaren des Woords in de Gereformeerde kerken van Zuid-Holland als uitnemend geslaagd mag worden geacht. Onder de goede leiding van Ds. Js. van der Linden van 's-Gravenhage vertoonde zij het beeld van eene bijeenkomst, waarop de woorden van den I33sten Psalm wel mochten worden toegepast.

Bij de Gereformeerde kerken wordt nog altijd gesproken van A en B; het mag echter gezegd, dat de vergadering zelve, de onderlinge discoursen, de gezellige toon en de personen, zooals ze in de zaal zich groepeerden, aan die gedeeldheid niet herinnerden. Niet minder dan 65 predikanten uit alle streken der Provincie waren bijeen, en tal van belangstellenden; maar wie nu behoorden tot A of B, het was in de vergaderzaal niet uit te maken. Zijn de plaatselijke kerken hier en daar nog gedeeld gebleven, de predikanten gevoelden zich blijkbaar ambtsbroeders in dezelfde kerk.

Reeds op grond hiervan, dat nl. voormalige Chr. Gereformeerde en Nederd. Gereformeerde predikanten, «afgescheidenen" en »doleerenden", als ambtsdragers en collega's te zamen kwamen, mag worden gezegd, dat-de vereeniging van 1892 niet zonder vrucht is gebleven. Doch — dit is wellicht van te uitsluitend kerkelijke beteekenis om erlang bij stil te staan. Liever vestigen wij in een blad als het onze de aandacht der lezers op het feit, dat hier predikanten waren' te zamen gekomen, daartoe door kerkelijke voorschriften niet gedwongen, maar vrijwillig; niet om besluiten te nemen, maar met geen ander doel, dan om door onderlinge voorlichting elkander te dienen en zóó winste op te doen voor den kring, waarin zij arbeiden.

Het is bekend, dat ook bij de Ned. Herv. predikanten dergelijke samenkomsten bestaan. Men behoeft slechts den naam te noemen van de Utrechtsche predikanten-vereeniging, die jaarlijks in de maand April vergadert, om de beteekenis daarvan in herinnering te brengen. En zoo ook werd nu jaren achtereen een pastorale conferentie van de voormalige Chr. Geref. predikanten gehouden. Vergissen |we ons niet, dan is de conferentie, welke deze week werd gehouden, de eerste van dien aard, die in ons land van de predikanten der vereenigde Ger. kerken uitgaat.

De waarde van dergelijke vergaderingen nu kan o. i., uit een kerkelijk en evenzeer uit een maatschappelijk oogpunt, niet hoog genoeg geschat worden. Niet om er van te verwachten geruchtmakende moties of conclusiën — zeer wijselijk werd besloten dergelijke beslissingen van kerkelijke beteekenis niet te nemen — maar om andere redenen. Daar spreekt uit: een hartelijke begeerte om, in aansluiting aan den drang van dezen tijd naar ontwikkeling en kennis, door onderlinge voorlichting en vereeniging te beantwoorden aan de hooge roeping, welke aan predikanten is opgelegd.

Het is ontegenzeggelijk, dat onder de mannen, die grooten invloed uitoefenen op de denkbeelden, op de gevoelens en de gezindheid van ons volk, de predikanten niet in de laatste plaats mogen worden genoemd. Door hun prediking ongetwijfeld, maar niet minder door de positie, welke zij als mannen van ontwikkeling en kennis in hun kring innemen. En uit dat oogpunt nu moet, dunkt ons, de conferentie van deze week worden bezien.

Niemand verwachte van ons eene beoordeeling van het gesprokene op de eerste conferentie van Ger. predikanten; maar wel mag onzerzijds met ingenomenheid ' er op worden gewezen dat, waar Gods Woord als de bron voor alle kennis wordt beschouwd, ook de historie, in zooverre deze de leidingen des Heeren aanduidt, niet wordt versmaad. Als zoodanig hadden de voortreffelijke referaten van de heeren Ds. Sikkel (over de opleiding tot den dienst des Woords) en Ds. Hoekstra (over de beschouwingen, betreffende het verband van wedergeboorte en bekeering bij onze godgeleerden in de i6e, 17e en 18e eeuw) groote waarde, — referaten, die in wijderen kring behooren gelezen te worden en daarom dan ook door den druk zullen worden publiek gemaakt.

Intusschen mag van die conferenties — besloten werd om ze twee keer in het jaar te doen houden, in de maand Mei en October, terwijl een vast moderamen werd benoemd, bestaande uit de heeren Van der Linden, Sikkel, Hoekstra, Rudolph en De Jonge (van Dordt) — meer dan bespreking van zuiver kerkelijke onderwerpen worden verwacht. Straks komen in die vergaderingen ook aan de orde: de verhouding van Kerk en Staat, de beteekenis van de kerk voor het sociale vraagstuk, ja waarom zouden er ook geen onderwerpen van historischen of paedagogischen aard kunnen worden behandeld.

Zulke vergaderingen toch — die geen officieel karakter dragen, maar slechts ten doel hebben in gesloten kring van voorlichting te dienen en dan ook geen besluit nemen — zijn volkomen vrij. En gelijk b.v. van de Utr. predikantsvereeniging, alsmede van de centrale Pastoriale conferentie zonder twijfel door het gebruik maken van dergelijke vrijheid meermalen invloed ten goede uitging, zoo mag worden vertrouwd, dat de ZuidhoUandsche Gereformeerde predikanten-conferenties voor velen een zegen zullen zijn: voor het kerkelijke en het maatschappelijke leven.

Ongetwijfeld ligt hier waarheid in.

Het is goed en nuttig niet alleen, maar zelfs noodig in hooge mate, dat de Gereformeerde predikanten op de hoogte blijven van wat er omgaat op theologisch, kerkelijk, maatschappelijk, staatkundig, wetenschappelijk en aesthetisch gebied.

En de eenige weg om dit resultaat te bereiken, is, bij veler karig traktement en kleine bibliotheek en bezetten tijd, het houden van dergelijke conferenties, waarop een collega, die een enkel punt onderzocht en er de kosten voor maakte, ook zijn ambtsbroeders het profijt van zijn studie gunt, om op zijn beurt door hun onderzoek verrijkt te worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1895

De Heraut | 4 Pagina's