GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Antipapisme.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Antipapisme.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 31 Mei 1895.

Ons blad maakt het de Tijd niet naar den zin.

Ze ergert zich zelfs aan ons blad; en dat in die mate, dat ze nog liever het schelle antipapistisch klaroen hoort schetteren, dan de kalme taal waarin AQ Heraut gemeenlijk de Papistica bespreekt.

Zoo was er onlangs een blad van Protestantsche zijde, dat vrij fel tegen Rome uit den hoek schoot, en deswege in het Centrtim tamelijk hardhandig beknord werd. Maar zóó uitvallen vindt de Tijd nog zoo erg niet.

Veel, veel erger is wat de Heraut doet.

De Heraut heet dan seen Calvinistisch blad, hetwelk onder de vlag van Dr. A. Kuyper, wekelijks zijn wijsheid den volke te genieten aanbiedt".

Ge merkt, een wel vriendelijke manier van te zeggen, wie hoofdredacteur van ons blad is.

En wat dan nu ons blad. misdaan heeft ? Ziehier het corpus delicti.

Het kwam voor in een stuk van Ds. Winckel, - onder ons Buitenland.

Hij besprak daar de Encycliek van Leo XIII, waarin deze de Engelsche natie opriep om weer Roomsch te worden, en zegt van dit stuk dit :

Opmerkelijk is het, hoe 'de Roomsche Stoel toont het Engelsche volk te willen vleien, door het te wijzen op en het te prijzen wegens zijn strenge Sabbatsviering en zijn liefde voor den Bijbel. Romes symphathieën zijn in geenen deele voor een Engelschen Zondag en nog miner voor de liefde tot den Bijbel, gelijk die ich in Engeland door Bij bel verspreiding in het and en daarbuiten openbaart! Dit is politiek. aar het is de vraag, of de Paus wel verstanig gedaan heeft, om zoo plomp aan het einde an zijn schrijven met de heiligenvereering voor en dag te komen. Diplomatisch achten wij it niet gehandeld. De heiligenvereering komt r bij de Engelsche Episcopalen wel van lieverede in: vóór eenige jaren werd er een Mariaeeld in de St. Pauis-kerk te Londen geplaatst \ och het komt ons voor, dat het denkbeeld, m godsdienstige vereering toe te kennen aan e heiligen, nog niet genoeg wortel geschoten eeft bij de Rooraschgezinde Episcopalen, om r nu zoo openlijk mede voor den dag te komen elijk de Paus deed. Het kon wel gebeuren, at zij, die overigens aan het denkbeeld begonen te gewennen, om zich met Rome te vereeigen, nu afgeschrikt worden door de onomonden manier, waarop de heiligenvereering oor den Paus in toepassing is gebracht. Welcht weerklinkt allhans bij een groot deel van et Engelsche volk opnieuw de no popery., en erkt de pauselijke Encycliek juist het tegenergestelde uit, wat men er Op het Vaticaan ede heeft beoogd.

Dit nu qualifïceert de Tijd als een »beschuldiging, dat bepaaldelijk kwade trouw ot oneerlijke bedoeling bij 's Pausen optreden in het spel zou komen.

Ze noemt dat een beschuldiging van ^vleierij en van domheid."

En veracht het ten slotte als •nQ& n fanfare van Dr. Kuyper."

Nu kent men ons gevoelen, dat o. i. in »antipapistische felheid" geen zweem van kracht schuilt. Het is niet anders dan een Protestantsch chauvinisme^ dat straks van een kerkelijk Sedan met bebloeden kop thuis komt.

Ten onzent zag men het aan de noodlottige Aprilbeweging, die als een zevenklapper opsloeg en uitging. De sgroote Protestantsche partij" die er zich voorspande, greep sinds den zoom van Romes kleed aan. En 'Rome is nooit invloedrijker geweest, dan sinds die beginsellooze actie haar kracht in het licht stelde.

Ook in Engeland, het land waar het no popery steeds het luidst weerklonk, heeft het Protestantisme het meest aan Rome verloren.

Onze tactiek was daarom van meet af heel andere. een

Wij zochten de kracht niet in het smaden van en schelden op Rome, maar in het rustig, kalm en helder uiteenzetten van onze eigen belijdenis.

Meer in een thetisch, dan in het antithetisch optreden scheen ons heil ta liggen

Het Calvinisme weer te doen opleven, en vast te zetten, en op de oude grondslagen te fundeeren, dit en dit alleen was het wat trouw aan de vaderen van ons vergde, en dan zou, voor onzen kring althans, het ge vaar van Romes zijde, reeds hierdoor volkomen bezworen zijn.

Dat we hierbij nu en dan ook op de Roomsche leerstellingen moesten wijzen spreekt vanzelf; maar, ook al acht de heer De Maaier in de Maasbode, en eveneens een vriendelijk correspondent uit de hoofdstad, dat we in de voorstelling van de Roomsche leer wel eens mistasten, inzage van de officieele Roomsche belijdenis, en van Roomsche theologen van den eersten rang troost ons dan weer, en we geven onze uiteenzetting steeds zonder scherpte ot bitterheid.

Dat de Tijd dit nu niet weet te waardeeren, verstaan we.

Haar zou het veel liever zijn, als de Heraut tierde, raasde en schold; juist wijl we dan onze kracht verspelen zouden.

Doch hieruit volgt nog niet, dat de Tijd onbillijk mag te werk gaan, en dat deed ze hier in tweeërlei opzicht.

Vooreerst toch miste ze het recht te spreken van > -> een fanfare van Dr. Kuyper

Wie dat in haar kolommen leest, zonder de Heraut te kennen, moet wel den indruk ontvangen, dat de boven geciteerde woorden woorden van Dr. Kuyper zijn

Geen lezer van de Tijd, die de Heraut niet zag, die het anders kan oi zal verstaan,

Nu zou dit op zich zelf reeds te ver gaan, indien dit citaat in een ongcteekend stuk Van de redactie gestaan had, maar het gaat in geen geval aan, nu ze dit citaat overnam uit een stuk, waaronder de schrijver zijn eigen naam had gezet.

De schrijver teekende zich als Winckel.

Wel draagt uiteraard Dr. Kuyper de verantwoordelijkheid voor de plaatsing van Ds. Winckels stuk.

Maar het gaat toch wat ver, om b. v. een stuk van Jan Holland in de Tijd, dat ons een fanfare scheen, te noemen een fanfare van Dr. Vermeulen.

Voor ons besef zou dit niet eerlijk zijn.

Onze tweede klacht is, dat de Tijd ook in deze zaak zich uit op een wijze die ze niet verantwoorden kan.

In het citaat wordt alleen gezegd, dat de Paus in zijn Encycliek het Engelsche volk »heeft willen vleien" en »niet verstandig gedaan heeft, met zoo plomp aan het eind" over de heiligenvereering te spreken.

Indien nu de Tijd de lessen der oratorie nog niet verleerd is, zegge ze ons dan, of het is: iemand van kwade trouw en oneerlijke bedoelingen beschuldigen, als ik zeg, dat hij, om zijn lezers te winnen, ze heeft gevleid.

Dat de Paus in het oog van de lijd, ex cathedra sprekende, boven ; ^alle menschelijke zwakheid verheven is, willen we aannemen. Maar bij het onderhavig geval weet ze, dat dit in ons oog niet zoo is, en dat wij den Paus beschouwen als een "gewoon mensch.

En mocht ze dan zeggen, dat het van ons op ons standpunt was: den schrijver der Encycliek van kwade trouw en oneerlijke bedoeling beschuldigen, omdat we in de opsomming van Engelands deugden in de Encycliek zeker vleien van de Engelsche natie zagen, en dit adstrueerden door het onloochen­ j baar feit, dat de Paus de Bijbelverspretding afkeurt en de Sabbatsviering in Roomsche landen zeer zwak drijft.

Zelfs dat spreken van ^domheid' schelijk misplaatst.

Als ik zeg, dat de Tijd o. i. niet zeer verstandig heeft gehandeld met zich door de Maasbode nu sinds jaren lang den loef te laten afsteken, heeft het dan zin, hieruit de conclusie te trekken: o, Zoo, düs ge beschuldigt Dr. Vermeulen en den heer Eygenraam, dat het domme menschen zijn. h e d

Op antwoord van de Tijd dringen we niet aan. o

Gewoonlijk antwoorden ook wij onzerzijds op zulk soort polemiek niet, wijl zulk een woordentwist toch tot niets leidt, en men van Roomsche zijde zoodra het den Paus raakt, niet kan toegeven. k e n i

Maar toch wilden we voor een enkel maal e aandacht van onze lezers even op deze olemiek vestigen, om scherp te doen uitomen, op wat wijs zulk een Roomsch blad are lezers inlicht omtrent hetgeen in onzen oek omgaat, en wat gif van bitterheid er elkens in het Roomsche bloed gedruppeld ordt, om toch maar de vijandschap tegen e Calvinisten gaande te houden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Antipapisme.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1895

De Heraut | 4 Pagina's