GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Budget van Eeredienst.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Budget van Eeredienst.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 29 Oct. 1897.

Nog altoos leven we in ons goede Nederland onder de bepaling van Art. 171 der herziene Grondwet, die, met opzicht tot de Kerkgenootschappen of Gezindheden tweeërlei fmancieele bepaling inhoudt.

De eerste is, dat »de traktementen, pensioenen en andere inkomsten, van welken aard ook, thans door de onderscheidene godsdienstige gezindheden of derzelver leeraars genoten wordende, aan dezelve gezindheden verzekerd blijven, "

En de tweede geeft niet aan de gezindheden het recht, maar aan de Regeering de bevoegdheid, om leeraars die dusver geen traktement genoten, een traktement toe te leggen, of ook te lage traktementen te verhoogen.

Dit laatste is geen moet, maar het Aan.

Ter voldoening nu aan dit Grondwetsartikel vinden wc op het ontworpen Budget van eeredienst de navolgende sommen uitgetrokken op Begrootingshoofdstuk VII B, Afd. 7:

Vilde AFDEELING.

Kosten der Eerediensten.

A. Protestantsche kerkgenootschappen.

Artikel 53, Kosten van kerkbestuur bij de Hervormden, Evangelisch - Lutherschen, Hersteld Evangelisch-Lutherschen en Remonstranten .ƒ 46, 100.00

Artikel 54. Traktementen van Hervormde predikanten. . . . 1, 141, 385.291/2

Artikel 55. Traktementen van Evangelisch - Luthersche predikanten 377535-5°

Artikel 56. Traktementen van Hersteld Evaugelisch-Luthersche predikanten 4, 325.00

Artikel 57. Traktementen van Doopsgezinde predikanten. . . 11, 450100

Artikel 58. Traktementen van Remonstrantsche predikanten. . 20, 000.00

Remonstrantsche predikanten. . 20, 000.00 Artikel 59, Nieuwe traktementen en verhoogingen 56.00

Artikel 60. Bezoldiging, meest van candidaten, voor hulppredikdienst bij de Hervormden en Lutherschen 1, 000, 00

Artikel 61. Kinder-, schooien academiegelden bij de Hervormden, Evangelisch-Lutherschen, Hersteld-E vangelisch-Lutherschen. Doopsgezinden en Remonstranten 102, 000.00

Artikel 62. Traktementen en toelagen voor kerkelijke bedienden, mitsgaders toelagen voor gemeenten, leeraren, emeriti-predikanten, weduwen en andere van verschillenden aard. . . . 16, 000.00

Artikel 63. Subsidiën voor bouw en herstel van kerken en pastorieën Memorie.

/i)379585i-79V2 B. Roomsch-Katholiek kerkgenootschap.

Artikel 64. Kerkelijk bestuur./ 21, 000.00

Artikel 65. Onveranderlijke competentiën 21, 565.511/2

Artikel 66. Traktementen, voor plaatselijk dienstdoende kerkleeraars 52i)569«77V2

Artikeli)i. Nieuwe traktementen en verhoogingen Memorie.

Artikel 68. Tijdelijke toelagen en onderstanden aan Roomsch-Katholieke geestelijken, . . . 400.00

Artikel 69. Subsidiën ten behoeve van kerkelijke gebouwen en pastorieën 600.00 ƒ S6S)i3S-29

C. Kerkgenootschap der Oud-Bisschoppelijke Cleresie.

Artikel 70. Kerkelijk bestuur./ 4, 300, 00

Artikel 71. Traktementen van plaatselijk dienstdoende kerkleeraars 7, 600, 00

Artikel 12, Nieuwe traktementen en verhoogingen Memorie.

Artikel 73. Subsidiën ten behoeve van kerkelijke gebouwen en pastorieën Memorie. f 11, 900.00

D. Israëlietische kerkgenootschappen.

Artikel 74. Kosten van kerkelijk bestuur ./ 3)55o-°o

Artikel 75. Traktementen en toelagen voor opperrabbijnen, rabbijnen, kerkleeraren, weduwen en kosten van waarneming van vacante rabbinaten. . . . 9, 225.00

Artikel'jd. Nieuwe traktementen en verhoogingen Memorie.

Artikel 77. Subsidiën aan Israëlietische gemeenten voor bouw en herstel van synagogen en andere kerkelijke gebouwen. . Memorie. f 12, 775.00 Totaal. /1, 969, 662.081/2

En bovendien onder Afd. 8 van hetzelfde hoofdstuk op Art. 83, 84 en 85 deze drie posten:

Artikel 83. Kerkelijke pensioenen betreffende de Eerediensten, behalve den Roomsch-Katholieken. / 218, 888.00

Artikel 84. Subsidie aan het provinciaal kerkbestuur van Friesland 6, 400.00

Artikel 85. Kerkelijke pensioenen betreffende den Roomsch-Katholieken eeredienst 57, 670.00

Deze beide reeksen posten bedragen saam, de eerste / 1, 969, 662 de tweede » 276, 558 Saam alzoo f 2, 246, 220

Saam alzoo f 2, 246, 220 Rond kan men dus zeggen: hvee en een kwart millioen.

Op deze begrootingsposten nu wenschen we ditmaal ^^A'& kantteekeningentzva.zksx^.

De eerste is, dat het o. i. wenschelijk is en blijft, dat Art. 171 der Grondwet, na billijke verrekening met de kerken, wegvalle.

Elke fmancieele baud met de Overheid doet aan de eere der kerk vaa Christus te kort.

Greep die verrekening; plaats tegea 3 pCt., en tegen het volle nu genoten bedrag, zoo zou dit een kapitaalsuitkecring van ƒ67, 500, 000 vorderen, om het ruim te nemen/70, 000, 000.

Het Budget van Financiën zou voor rentebetaling dan met ruim 2 millioen belast en voor gelijke som op Afd. 7 en 8 ontlast worden.

Een transactie, waarbij de Gereformeerde kerken geen actueel belang hebben, daar zij uit beginsel niets ontvangen, maar die we aan de in genot zijnde kerkgenootschappen steeds hebben aangeraden, overmits we den dag zien komen, dat Art. 171 der Grondwet zonder verrekening staat geschrapt te worden.

De stroom loopt in die richting, en het gaat daarheen. Verzinne men eer het te laat is.

Onze tvoeede opmerking raakt de ülemorieposten, en daarmee gelijk staande Artikelen.

Vcjor boutü en herstel van kerken en pastorieën staat bij den Protestantschen eeredienst niets uitgetrokken. Evenzoo bij de overige. Uitzondering maakt alleen de Roomsche eeredienst, die zich f 600 ziet toegewezen.

Desgelijks staat voor verhooging en toelegging van nieuwe traktementen (Art. 171 Grondwet, 2e lid) voor den Protestantschen eeredien, st aangewezen ƒ 56, zegge: ses en vijftig gulden, bij bijna alle overige eerediensten niets.

Desaangaande nu merkeu we op, dat de Grondwet in Art. 171 van geen gelden voor kerk-of pastoriebouw spreekt, en dat het, nu er bij staat dat traktemeatsverhooging > kan' gegeven worden, twijfelachtig is, of uitbetaling van gelden voor kerk-en pastoriebouw grondwettig geoorloofd is. J

Als u niets gezegd wordt, ' zijt ge vrij.

Maar als u, als Regeering, gezegd wordt, dat ge één ding kunt doen, sluit dit uw kunnen bij andere dingen uit.

Feitelijk achten we het dan ook een bespotting, als de Regeering voor alle eerediensten saam/600 voor nieuwen kerkbouw, pastoriebouw en herstel vaa beide uittrekt, onderwijl de bevolking de laatste halve eeuw verdubbeld is, en hierdoor zeer aanzienlijke kerkbouw is noodig geworden.

Maar ernstiger is onze grief tegen de Mentorieposten in zake de traktementen.

Als de Grondwet de bevoegdheid tot verhooging van dezen post u toekent, en nog pas in 1887 deze bevoegdheid vernieuwd heeft, aeem dan positie.

Zeg dan óf met ons, dat ge heel het Budget van Eeredieast door verrekening weg wilt nemen, en daa is het billijk, dat ge onderwijl niet verhoogt. Of wel verklaar u voor voortbestaan vaa het budget, maar voer daa Art. 171 2e lid ook uit, en verhoog daa wat nu veel te laag staat.

In de derde plaats hebbea we ernstige bedenking tegea de plaatsing vaa de kerkelijke peasioenen onder Afd. VIII.

Kerkelijke pensioenen worden verleend krachtens Art. 171 der Grondwet, en loopen dus niet parallel met de burgerlijke pensioenen, noch ook behoorea met deze oader éénzelfde rubriek te wordea saamgevat.

Deze pensioenen zijn: kosten der eerediensten, ea moestea alzoo, tegelijk met alles wat uit Art. 171 voortvloeit, oader Afd. VII zija gebracht.

Thans daareategea staaa ze vaa Afdeeling VII gescheiden, opgenomen onder en vermengd met de burgerlijke pensioenen, die de Overheid aan haar ambtenaren verleent.

Dit nu geeft den schijn, alsof deze pensioenen min of meer met de burgerlijke pensioenea op één lija staaa, wat ze niet doea.

Het vestigt de booze idee, alsof de Bedienaren van den godsdienst tot op zekere hoogte oader de Staatsambtenaren thuis hooren, en is alzoo in strijd met het feit, dat de kerkelijke Dienaren hun ambt en positie afleiden uit geheel eigen bron, d. i. uit het Koningschap van Christus.

Waar nu de Grondwet dat eenig ware beginsel eerbiedigt, ea deswege oader Art. 171 de zaak der kerkelijke Dienaren, ook wat de pensioenen betreft, geheel atzonderlijk regelt, is het niet te verdedigen, dat het Miaisterie vaa Fiaaaciën deze juiste verhouding vervalscht, en de kerkelijke pensioenen met de burgerlijke pensioenea oader ééa hoofd neemt ea dooreeameagt.

In het Budget moet duidelijk uitkomea wat Eeredieast krachteas Art. 171 kost, ea deswege moetea alle postea, die hierop betrekking hebben, onder ééa hoofd staan.

En ook waar mea alle te betalen pensioenen saam wil nemen, behoorde dit dan in het hoofd van Afdeeling VIII te zijn aangegeven, als burgerlijke en kerkelijke pensioenea ea ia de rubriek met A ea B onderscheidea te zijn.

Doch ook dit geschiedt niet.

Want burgerlijke en kerkelijke loopea geheel dooreea. Art. 78—82 haadelea van burgerlijke. Art. 83—85 van kerkelijke pensioenen ea Art. 86, 87 weer vaa burgerlijke peasioenen.

Onze vijfde of laatste opmerking geldt de rangschikking der onderscheiden kerkgenootschappen.

Die rangschikking is thans in Afd. VII als volgt: A. Protestantsche kerkgenootschappen. B. Roomsch-Katholiek kerkgenootschap. C. Roomsche Cleresie. D. Joodsche gezindheden.

We zeggea: Joodsche gezindheden, en aiet Joodsche /è^^/ègeaootschappea, omdat, al staat deze aaam ia het Budget, die naam al te dwaas is, zoo mea bedenkt dat Kerk beteekent: Huis van Christus.

Doch niet daarop wilden we komen. Onze bedenking geldt de geheel onnoodige, en averechtsche ihdeeling.

Alleen goed en normaal zou het zijn, indien de Regeering achtereenvolgens alle kerkgenootschappen, één voor één, afzonderlijk noemde. Voor de volgorde kon dan als regel gelden, dat het talrijkste vooropging, en de overige naar hun afloopend zieleatal volgden.

Maar wat ter wereld beweegt de Overheid, om te spreken van een rubriek: Protestantsche kerkgenootschappen? Niet ééa geaootschap voert diea naam, ea het oordeel of eea geaootschap Protestaatsch is of niet, komt aan de Overheid eenvoudig niet toe. Het Remonstrantsche genootschap b. v. heeft heden tea dage aan alle Protestantsche traditie den rug toegekeerd, en is hoogstens quasi Sociniaansch of Unitarisch. Hoe kan nu zulk een genootschap Protestantsch heeten, waar alle kerken der Reformatie de belijdenis der heilige Drieëenheid als uitgangspunt kozen?

De Roomsche Cleresie heeft mea niet met de Roomsch-Katholiekea saamgevoegd, maar beidea apart gehouden, eilieve, waarom daa dien eenig goeden regel ook niet gevolgd bij de overige genootschappen?

Vroeger, toen men twee Departementen van Eeredienst had, was groepeering noodzakelijk. Thans, nu alles onder één Departement ressorteert, ontbreekt zelfs elke aanleiding hiertoe.

Thans is deze groepeering eea dogmatische verklaring, waartoe de Overheid noch aanleiding aoch recht bezit.

Eea gunt daarom te meer van gewicht, omdat deze «Protestantsche" combmatie door heel het Regeeringsbeleid heenloopt, bij het gevangeniswezen, in de krankzinnigengestichten, bij het leger, bij de vloot, en ook last not least, bij de statistiek.

Zoo wordt b.v. bij de veroordeelden wel opgegeven wie Roomsch is ea wie Jood, maar aiet wie Hervormd, wie Gereformeerd, wie Luthersch is.

Kleinheid of grootheid van gezindheid is hierbij geen maatstaf, want de Gereformeerdea zija bijna viermaal zoo talrijk als de Joden, en toch staan de Jodea wel apart.

Dit au is éa oaweteaschappelijk én oabillijk.

Onwetenschappelijk, waat zulk eea statistiek bedoelt aatuurlijk aaa te wijzen, welkea invloed het kerkelijk leven op de overtredingen en misdrijven heeft, iets wat nu niet blijkt.

En evenzoo onbillijk, omdat men au aan de Joden en aaa de Roomschen eea privilege guat, dat mea aan andere kerken onthoudt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 oktober 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Budget van Eeredienst.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 oktober 1897

De Heraut | 4 Pagina's