GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Bui ten verautwoordelijkheid der Redactie).

Hooggeachte Redacteur !

Wel zeer mijn dank voor de belangstelling, die in de kritiek van den WEw. ZGel. heer Wijminga aangaande de pas verscheen „Beknopte Hermeneutiek" gebleken is. Daarbij verzoek ik vriendelijk een kort woord, volstrekt niet van antikritiek, maar van verantwoording, te mogen voegen.

De heer Wijminga wil den weg aangeeven hebben, waarlangs de exegeet den verborgen zin, dien de Heilige Geest moelijk Dedoeld heeft, kan ontdekken, en, ls ik goed zie, door middel van de alleorische interpretatie, door welke hij meent iet alleen de „bewuste gedachten van de auctores secundarii, Jeremia, Paulus e. a.", aar ook „de meening des H. Geestes" te kunnen „vertolken en aangeven". Precies als Dr. Hermann Olshausen in zijn „tiefern Schriftsinn" en zijne „biblische Interpretation". Indien wij evenals de apostelen de belofte van de onfeilbare leiding des H. Geestes van den Heere Jezus ontvangen hadden, dan zou ik met den heer Wijminga willen medegaan en nog meer van de woorden dier apostelen trachten te begrijpen, dan zij zelve ervan begrepen hebben. In deze kan ik echter met de stelling van Olshausen : „Vast te stellen is, dat de Schrift geen anderen zin heeft nevens den eenvoudigen woordelijken zin (Wortsinn), maar slechts onder denzelven, denzelven slechts dieper liggend" (p. 90, Ein Wort ü tiefern Schriftsinn, Königsberg, 1824, A. W. Unzer), mij niet vereenigen en ben tevreden met te weten te komen, wat de apostelen wisten. Hetgeen de heer Wijminga bedoelt, behoort m. i., althans inzake het O. T., formeel tot de homiletiek, materieel tot de dogmatiek enniet tot de hermeneutiek, in welke het nu eenmaal en voor goed om de bedoeling van schrijver of spreker en niet om die van den auctor primarius te doen is. Ik stem echter toe, dat de hermeneutiek van tegenwoordig nog niet volledig is, maar dat op de dogmatische nog noodwendig, zooals ik D. V. later hoop te mogen uiteen zetten, de pathetische interpretatie volgen moet ter onderzoeking van het gemoedsleven, de aandoeningen, die den schr. of spr. bezielden bij de gesprokene of geschrevene woorden. Naar deze hebben m. i. alle allegoristen en mystici, dus wellicht ook de heer Wijminga, gezocht en getast, zonder denjuisten term er voor te vinden. Mag ik ten slotte den heer Wijmenga vragen, wat hem dunkt van de verklaring der teksten, overeenkomstig onze Formu­lieren van eenheid tegenover den heer Doedes aangegeven?

Met bizondere hoogachting

UEW. dw. dnr.

T. DALHUIJSEN,

Predikant.

Wanswerd, 10 Mei 1900.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 mei 1900

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 mei 1900

De Heraut | 4 Pagina's