GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERAIDERING.

Voor het laatste in het jaar ontmoeten we elkaar ditmaal: ook voor het laatst in deze eeuw. Nog eenige dagen en, zoo God wil breekt een nieuw jaar, breekt de twintigste eeuw aan.

Zulk een overgang als de laatste, hebben van de muloenen inwoners van Nederland slechts enkelen beleefd, zeker geen tien. En dan nog waren ze destijds zoo jong, dat ze niets van eeuwen of jaien wisten. Reeds een vierde geslacht is na hen groot geworden, en zoo zien we hoe waar het is wat de prediker zegt: Het eene geslacht gaat, het andere komt.

Er is in die eeuw heel veel veranderd. Dat ziet ge b.v. als ge een kaart voor u neemt van Europa in 1800 en een van nu. Dan blijkt hoe een aantal staten geheel zijn verdwenen, daarentegen enkele nieuwe zijn ontstaan. Sommige landen zijn vergroot, anderen verkleind. Nieuwe steden zijn gesticht, wegen gemaakt enz. Op de wereldkaart is 't al evenzoo. Halve werelddeelen, vroeger onbekend land, liggen ons nu open. Landengten zijn doorgegraven en alles is om zoo te zeggen dichter bijeen gebracht. Een reis vroeger van zes maanden, duurt nu vier weken. Een boodschap die weleer maanden onderweg was, komt nu in een paar seconden over. Gij kunt een vraag doen aan een vriend die hon derd uur ver woont, en met het geluid van zijn eigen stem, na enkele minuten, antwoord hebben.

Dat al is gansch anders dan vroeger en ook ij zijn niet zoo als onze grootouders en overrootouders waren. Zoo is het trouwens altijd eweest, gelijk de Prediker zoo schoon en treffend beschrijft. Alles verandert en wisselt, in eze bewegelijke schepping. Alleen, boven deze is de Onveranderlijke, die zegt: „Ik, de Heere, wordt niet veranderd." Bij Hem is geen verandering of schaduw van omkeering.

Dit moeten we goed vasthouden, want het is het eenige dal werkelijk vaststaat. Alles op de ereld verandert, soms door Gods genade ten goede. Maar het gedichtsel van des men schen hart blijft boos, ook het hart onzer vrienden. Ja, naar des Heeren woord, zal de ongeechtigheid op aarde nog toenemen, hoe nader de tijd van het einde komt. Trouwens we zien an ook, hoe spijt alle mooie uitvindingen en erbeteringen, de menschen hun lust en eer zoeen buiten God, elkander haten eri besirijden, lleen oo eigen voordeel bedacht zijn, en voor het goud der aarde den God des hemels vergeten. Dit is zelfs in onze eeuw meer en meer openbaar geworden.

De Heere God is onveranderlijk, zoo zegt Hij tot zijn volk, daarom zijt gij niet verteerd. Het is de trouw des Heeren, die al Zijn kinderen draagt en hun ongerechtigheid veïgeeft, en hen leidt tot de heerlijkheid die naakt. Het eind des jaars en der eeuw roepen ons toe: Wend u tot den God die niet verandert, zoek Zijn aangezicht, geef Hem uw hart. Want als gij in Hem zijt, dan behoort gij, gelijk Zijn Woord zegt, ook tot een onvergankelijk geslacht. Dan zijt ge een erfgenaam van onbeweeglijke dingen, van eeuwige.

Die biedt Hij u aan, en de wisseling van jaren en eeuwen zegt; I.et op Zijn woord. Want gelijk alle tijden, zoo gaat ook de uwe snel voorbij. Geslachten, jaren, eeuwen volgen elk op de ander, ook de mensch gaat voorbij als een droom. Maar wie den wil van God doet, blijf in der eeuwigheid, omdat hij een nieuw mensch is geworden in den Heere Christus.

De nieuwe eeuw laat alles bij 't oude, en vernieuwt ook ons hart niet. Doch de Heere Jezus kan en wil dat doen. Laat ons daarom tot Hem gaan, om als ranken in den wijnstok. Hem ingeplant te worden. Het eeuwige leven heeft, zoo spreekt Hij, wie in Mij gelooft.

VELERLEI.

We hebben gemeend bij het eind des jaars jnaar eens schoon schip te moeten maken, an­ ders zouden sommige vragers kunnen zeggen: We hebben tot de volgende eeuw opantwoord gewacht, en dat is wat kras.

Eerst komen twee vragen:

1. Was de melaatschheid bij Israël stoffelijk besmettelijk, of dienden de voorzorgsmaatregelen alleen ter voorkoming van Levietische onreinheid ?

2. Was Maria de moeder des Heeren uit het geslacht Davids en waaruit kan dit bewezen worden ?

Bij voorbaat mijn weigemeenden dank.

P. G.

1. De melaatschheid of lepra was van verschillenden aard en komt nog in het Oosten voor. Zij is aanstekelijk, erft over en is meestal ongeneeselijk. De zoogenaamde witte melaatschheid, „melaatsch wit als sneeuw, " kwam 't meest in Israël voor. Wegens de besmetting moesten de melaatschen afgezonderd worden. Hierbij zij nog opgemerkt, dat ook ziekelijke uitwassen b.v. aan planten, bij Israël melaatsch heidheeten. Verder dat de ziekte tegenwoordig ook in niet Oostersche landen voorkomt, b.v. in Zuid-Afrika en Noorwegen. Of zij daar ook besmettelijk is, is mij onbekend.

2. Wat de tweede vraag betreft, zoo vinden we twee geslachtslijsten een bij Mattheus (hoofd stuk i) en een bij Lukas (hoofdstuk 3).

De eerste nu is klaarblijkelijk die van Jozef, den man van Maria, de laatste de hare.

We lezen in Lukas 3 : 23: En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren oud te wezen, zijnde (alzoo men meende) de zoon van Jozef, den zoon van Heli."

De woorden nu „zoon van Heli" moeten verstaan worden als schoonzoon. Maria was de dochter van Heli, en huwde als erfdochter een man uit haar stam en geslacht, namelijk Jozef.

Voorts lezen we in Lukas 3 : 31: Den zoon van Meléas, den zoon van Mainan, den zoon van Mattatha, den zoon van Nathan, den zoon van David."

Daaruit blijkt o. a. dat de lijn waaruit Maria voortkwam, David als een der vaderen telde. Wel bestaan er verschillende meeningen omtrent deze zaak, doch de bovenvermelde dunkt ons de beste.

Ik zou, zegt F. N. te H., nog gaarne beantwoord zien de vraag: oeveel broeders had David? Steeds heb ik gemeend van 7. (iSam. 17 : 12) en i Sam. 16 : 10 in verband met het ïie vers. In i Kron. 2 : 15 lees iko.a. David den zevenden. Was hij soms de Jongste niet ? Uit de zalving zou men toch afleiden dat Isaï zijn zonen van de oudsten af aan Samuel voorstelde. Eerst 7 en toen nog den kleinste, dus samen 8.

Wij lezen in i Sam. 16 hoe Isaï zijneersten en zijn tweeden zoon Samuel liet voorbijgaan. Dan volgt: „Daarna liet Isaï Samma voorbij gaan; doch hij zeide: Dezen heeft de Heere ook niet verkoren. Alzoo liet Isaï zijn zeven zonen voorbij het aangezicht van Samnël gaan; doch Samuel zeide tot Isaï: De Heere heeft deze niet verkoren."

Welke nu de zeven zonen van Isaï waren blijft uit I. Kronieken 2 : 13, 14, 15 : „En Isaï gewon Eliab zijn eerstgeborene, en Abinadab den tweede, en Simea den derde, Nethaneël den vierde, Raddai den vijfde, Ozem den zesde, David den zevende.

Nu is uit I Sam. 16 verder te zien, dat de zevende, David, den profeet nog niet was voorbijgegaan; slechts zes der zeven zonen. Zeven echter is hier te beschouwen als wat men een rond getal noemt. Isaï rekende, voor het doel dat hier gold den zevenden niet meê. Op denzelfde wijs vinden we het getal 70 gebruikt van Gideons zonen die gedood werden. Ook dan blijkt even later in het verhaal dat toch één het ontkwam, en er dus één minder werd gedood.

Wat de acht zonen betreft waarvan sprake is in I Sam. 17 : 12, zoo kan het zijn dat een der zonen vroeg is gestorven en dus later uitviel bij de opsomming. Maar ook is het mogelijk, dat het hier is als in Gen. 45 : r5. Daar blijkt bij optelling dat de vader, Jacob, ook moet meegerekend worden, 't Wil dan wil zeggen, vader en zonen samen vormen een achttal. In i Kron. 3 : 22 vindt men iets dergelijks. Er bestaan over dergelijke plaatsen verschillende gevoelens. Zeker is dat David de jongste zoon was, en ook dat tijdens de zalving Isaï slechts zeven zonen had.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 december 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 december 1900

De Heraut | 4 Pagina's