GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VERSLAG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERSLAG

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

van de adeProv.Diac. Conferentie der Geref. Kerken in de Prov. N.-Holland, gehouden te Alkmaar op 8 Mei I.l.

Op deze Conferentie waren, evenals ten vorigen are, 18 Diaconiën uit de prov. N.-HoUand vertegenwoordigd.

De WelEerw. heeren Ds. J. W. Wechgelaer, van Alkmaar, en Ds. J. v. d. Sluis, van Andijk, hadden zich, op verzoek van het Comité, welwillend bereid verklaard, als adviseurs de vergadering te dienen.

Te 10 ure werd de vergadering door den voorzitter, B. G. Struik Czn. van Enkhuizen, geopend. Na Psalmgezang, gebed en voorlezing van Lucas 10 : 21-—-37 sprak deze een woord van welkom, waarin op duidelijke wijze aard en doel van eene samenkomst als deze aangewezen werden.

Nadat presentielijst en notulen waren gelezen, kwam punt 5 der agenda aan de orde: Moeten gelden, welke naar buiten de gemeente gezonden worden ter ondersteuning van stichtingen van barmhartigheid of voor andere liefdadige doeleinden, genomen worden uit de kas der Diaconie, dan wel uit de Kerkelijke kas? (Den Helder). Uit de korte inleiding bleek, dat deze vraag gedaan was naar aanleiding van het dikwijls voorkomende feit, dat aanvragen om steun aan het adres van den kerkeraad, door dezen worden doorgezonden naar de Diaconie, terwijl de Diaconale kas in vele gevallen ontoereikend is om aan deze aanvragen te voldoen. Naar aanleiding van dit woord ontspon zich eene levendige discussie: Aan 't einde daarvan kon de voorzitter constateeren, dat, volgens de algemeene opinie der aanwezigen, de ka"? der Diaconie in de eerste plaats is aangewezen tot het verstrekken van geld voor liefdadige doeleinden. Verschillende middelen werden aangewezen, ingeval deze kas ontoereikend is, o. a. de oprichting van eene 2-cents vereeniging, het houden eener buitengewone collecte, persoonlijk bezoek van brs. Diakenen bij de meer gegoeden in de gemeente en het meer op den voorgrond stellen van het ambt der geloovigen door het aanwerven van contribuanten, of het oprichten van particuliere vereenigingen.

Hierna werd punt 6 der agenda aan de oide gesteld. Is het niet wenschelijk, dat de Diaconiën lid worden der verschillende stichtingen van barmhartigheid? (Enkhuizen) De inleider op dit punt duidde de bedoeling der vraag nader aan.

Hij wenschte, dat de Diac. lid zullen worden, om meer aandeel te hebben in de beraadslagingen en besluiten, daar toch alle werk der barmhartigheid tot de roeping der Diac. behoort en deze zoo dikwijls geroepen worden tot het verzorgen van ellendigen in bedoelde stichtingen.

Thans is het bedrag, als voorwaarde voor het lidmaatschap gesteld, voor de kas van vele Diac. te hoog en daarin wenschte hij verandering te zien aangebracht. In de hierop volgende gedachtenwisseling

werd o. a. uitgesproken, dat het ondankbaar zijn zou, te trachten de IciiÜDg der verschil­ ende vereenigingen in handen te krijgen, nadat eze den arbeid, die tot de roeping der Diac. ehoort, zoo flink hebben aangevat. Hiertegenver werd aangevoerd, dat dit geenszins de beoeling der gestelde vraag was.

Na verdere bespreking beantwoordden alle fgevaardigden op één na deze vraag in beestigenden zin.

Na de pauze kwam punt 7 in bespreking; apport van de Diaconie te Alkmaar (weezenerpleging in de provincie). De gegevens voor it rapport waren verstrekt door de beantoording van een 9 tal vragen, aan alle plaatseijke Diac. in de Prov. toegezonden. In 't kort erd hel volgende gerapporteerd: In 18 geeenten (uitgenomen Amsterdam, waar een igen weeshuis bestaat) worden 61 weezen geonden. Hiervan worden 28 door 12 Diac. erzorgd, en wel 26 in een gezin, en 2 in een tichting, waarvan i in een Burgerweeshuis, omtrent 14 van hen, die in een gezin ter verpleging zijn opgenomen, werd verklaard, dat de gezinsverpleginggeen bevredigende resultaten geeft; met 12 was dit wel het geval.

Na uitvoerige bespreking van dit rapport, dat saamgesteld was naar aanleiding van een vraag ter vorige conferentie over het al of niet wenschelijke van de oprichting van een Prov. Weeshuis, was het algemeene gevoelen, dat het tot stand komen van zulk een inrichting vooralsnog iet noodig is.

Thans volgde de vraag van de Diac. te Purmeiend (punt 9).

Hoe te handelen, waar het geval zich voordoet, dat geheel in iemands onderhoud moet worden voorzien tengevolge van inbeelding van niet te kunnen werken, terwijl na voortdurende bearbeiding geen keer ten goede valt waar te nemen ?

Uit de toelichting bleek, dat bedoelde persoon een zenuwlijderes is, en daarom werd de raad gegegen, in dezen een medisch advies uit te lokken van een specialiteit en daarnaar te handelen.

Punt 10: De conferentie geve eene nadere bepaling van pariiculiere barmhartigheid (Enkhuizen) gaf aanleiding tot een principiëeie bespreking. Dit punt was gesteld, doordien in vele Gemeenten barmhartigheid geoefend wordt door vereenigingen, die hierbij zonder eenig verband met de Diac. werken, en hier verklaarde de Diac. van Enkhuizen zich tegen.

In hoofdzaak werden twee meeningen tegenover elkander gesteld; de eerste was deze, dat het ambt der Diac. slechts daar is, om de" particuliere barmhartigheid, behoorende tot het ambt der geloovigen, op te wekken en in 't rechte spoor te leiden (zie i Petr. IV 10). Hiertegenover werd echter de instelling van het ambt der Diac. in 't licht gesteld, ten bewijze, dat het oefenen der barmhartigheid door de Gemeente in de eerste plaats geschieden moet door de Diac. Daar na langdurige bespreking geen eenstemmigheid werd verkregen, werd op voorstel van den Voorz. Ds. v. de Sluis van Andijk uitgenoodigd, op eene volgende conferentie een referaat over dit gewichtige punt te leveren; welke uitnoodiging werd aangenomen.

Omtrent punt 10. Wat kan de Geref. kerk doen voor verwaarloosde kinderen (Amsterdam) werd geoordeeld, dat zulke kinderen, geheel van vader en moeder verlaten, slechts hoogst zelden in onze kerk zullen voorkomen, en dat het in zoodanig geval 't beste is, ze als weezen te beschouwen en te behandelen-

Punt II luidde: Wat doet de Geref. kerk, en wat kan zij doen voor hulpbehoevende blinden (Amsterdam). In de bespreking kwam onder meer voor, wat de ver. „Effatha" voor de zaak der blinden gedaan heeft, hoe de Diac. te Alkmaar te vergeefs getracht heeft, dien arbeid van „Effatha" over te nemen, en dat thans deze zaak bij de Diac. der Geref. kerk A en B te Amersfoort berust.

De vergadering sprak de hoop uit, dat het genoemde Diac. gegeven moge worden, deze zaak tot een goed einde te brengen, en er werd besloten, haar van het in dezen besprokene mededeehng te doen.

Ten slotte kwam punt 4 aan de orde: Rapport van de Diaconie te Enkhuizen, (provinciale regeling inzake verzorging van krankzinnigen, idioten enz. uit de provincie). In afwijking van de opdracht werd een plan tot classicale regeling voorgelegd, en werd besloten, dat door de vertegenwoordigde Diac. naar zulk eene regeling zou gestreefd worden.

Eén punt der agenda kon om het vergevorderde uur niet meer in behandeling komen. Alle afgevaardigden verklaarden zich vóór het bestendigd blijven der Prov. conf. Eveneens met algemeene stemmen was Haarlem als plaats van samenkomst voor de volgende conf. aangewezen.

De bepaUng van den tijd werd aan het te verkiezen comité overgelaten. Nadat dit laatste, bestaande uit de Diac. van Alkmaar en Enkhuizen, bij acclamatie als comité voor de volgende vergadering was aangewezen, werd deze tweede Prov. conferentie, na een afscheidswoord van den voorzitter, met dankzegging gesloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 juni 1901

De Heraut | 4 Pagina's

VERSLAG

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 juni 1901

De Heraut | 4 Pagina's