GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit be Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit be Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op zijn eigenaardige, van fijn vernuft tintelende wijze heeft Ds. Gispen, die thans zijn brieven aan een jeugdig ambtgenoot richt, den spot gedreven met de wijsheid der heeren crimineel anthropologen.

Een oogenblik dacht ik mij den Apostel Paulus in dezen kring van die geleerde mannen, gelijk hij eenmaal op den Areopagus verscheen, predikende de Goddelijke afkomst van den raensch; de schepping der wereld door een eeuwig wezen, dat geen begin, voortgang of einde heeft; de verantwoordelijkheid van den raensch voor hetgeen hij doet of nalaat; en het wereldgericht op den jongsten dag door Jezus Christus, die is God en mensch in één persoon, die van de dooden is opgestaan en die alle gestorvenen naar het lichaam uit den dood zal op v/ekken, om voor zijn rechterstoel te verschijnen, om geoordeeld te worden, en weg te dragen wat zij in het lichaam gedaan hebben, hetzij goed, hetzij kwaad; m. a. w., dat God een dag besteld heeft, op welken hij den aardbodem rechtvaardig zal oordeelen, door een Man dien hij daartoe verordineerd heeft.

In mijne verbeelding hoorde ik den een spreken van Joodsche opvoeding, den ander van erfelijk belast zijn, een derde van hallucinatie. Ik zag den een bezig met den schedel des Apostels te betasten en een ander was aan het meten van den schedel. Men zocht afwijkingen, waaruit zich het abnormale in dezen Joodschen man liet verklaren, althans waaruit zich eenige gegevens lieten verzamelen, die tot verklaring bouwstof aanboden. Het was mij, of ik den een hoorde vragen, wat de Apostel dagelijks gebruikte, omdat de mensch is, wat hij eet; een ander vroeg, of hij wel eens gehypnotiseerd was en eindelijk of hij, in den laatsten tijd, ook lijdende was geweest aan influenza?

Intusschen werd ook daar geen eenstemmigheid openbaar, b.v. op het dogma van geboren misdadigers, eenzame opsluiting, bijgebouwen aan gevangenissen voor de geneeskundige waarneming en bestudeering van verdachten enz. Een der heeren noemde de mooie, nieuwe gevangenis te Haarlem een broeinest van gevaarlijke microben, terwijl een ander het nut der cellen verdedigde. Ook was de een veel consequenter dan de ander in de toepas sing der beginselen. Volgens een der sprekers schuilt in geen enkele daad eenige verdienste. De geleerde, die de wetenschap vooruitbrengt, dankt dat alleen daaraan, dat zijn moeder gelukkig was in de loterij, waarin de levenskiemen worden verkregen.

Op den klank der namen afgaande, zou men zoo zeggen, dat de Italianen in de consequenties van het godloos systeem het verst gaan. Hoe jammer, dat op zulke congressen geen mannen verschijnen, die met Christelijke geleerdheid de dwaling weerstaan, door van de waarheid te getuigen, gelijk Paulus eens deed voor en onder de mannen van Athene. Althans, zoover ik kon nagaan, is er noch van Roomsche, noch van Gereformeerde zijde eenige tegenspraak geweest.

Als men echter van zulke dingen hoort en leest, gevoelt men toch ook de hooge waarde van de Christelijke geleerdheid. Aan de Stedelijke Univfr siteit van Amsterdam wordt zij nog beleden en ge handhaafd door één hoogleeraar in de Scheikunde en door den Roomschen Professor in de Wijsbe geerte van Thomas Aquino. Hoe moest dit niet nopen tot het ineenslaan der handen van allen die nog vasthouden aan de belijdenis van den levenden God, om ook op het gebied der wetenschap een banier op te richten, en te begiijpen, dat er behoefte is, niet uitsluitend aan wel onderlegde en wetenschappelijke predikanten, maar ook aan natuurphilosophen, aan rechtsgeleerden enz., die het herleefde Heidendom weerstaan, en geoefend zijn in den geestelijken wapenhandel, om dat Heidendom met zijn eigen wapenen te bestrijden.

Dit is kostelijke humor.

En ze heeft te meer waarde, omdat het slot zoo diep ernstig wijst op den nood der tijden, die om een Christelijke wetenschap roept.

Moge, wanneer de zaak tusschen Kampen en Amsterdam in orde is, voor de Vrije Universiteit een periode van nieuwen bloei aanbreken, zoodat zij heel ons volk ten zegen kunne zijn.

In de Nieuwe Sprokkelaar werd, naar aanleiding van het letterkundig congres te Nijmegen gehouden, een ernstige waarschuwing tegen de richting onzer nieuwere letterkunde gericht:

In Nijmegen werd dezer dagen een zeer belangrijke vei'gadering gehouden; belangrijk voor ieder die iets gevoelt voor de waarheid: De taal is de ziel van het volk.

Op deze vergadering, het 26e Nederlandsch taaien letterkundig Congres, kwam ook de zoogenaam de moderiu kunst ter sprake.

Die kunst, zich openbarend ook op het tooneel en in de letterkunde, heet zoo, omdat ze afgerekend heeft met wat haar aanhangers «verouderde begrippen» noemen.

Dat die afrekening aan de zedelijkheid nu juist niet bevordelijk is, werd nog eens herinnerd door den Heer Taco H. de Beer, een der sprekers op het Congres, die o. a. beweerde: »Wat voor vijf en twintig jareu nauwelijks had uitgesproken durven worden, wordt openlijk ten tooneele gebracht.»

Die herinnering knoope een ieder in het oor, die voor zichzelf of voor zijn kroost in een gang naar het tooneel of in het lezen van de werken der moderne schrijvers nu juist zooveel kwaad niet kan zien.

Er zit wél veel kwaad in.

Het modern tooneel en de moderne literatuur ademen over t algemeen een geest, die rechtstreeks ingaat tegen den geest des Christendoms.

Merkwaardig ter kenschetsing van het lage peil waarop vele tooneelstukken en romans staan, was ook de stelling van mej. Eva Westenberg en de opmerking van den onzen lezer goed bekenden Dr. Laurillard.

Die stelling luidde: »Een der oorzaken dat op het Tooneel zooveel is, wat anders behoorde te zijn, is het laag staan van vele tooneelspelers en speelsters als menschen van ontwikkeling, bescha ving en zedelijkheidsgevoel.?

En de pittige opmerking van Dr. Laurillard luidde:

«Sommige schrijvers denken dat het gebied der schoone letteren en der vuile dingen één zijn. Daar hoort echter een afscheiding met prikkeldraad te zijn.»

Mogen in het gelang van de redelijkheid des volks, waarmee zijn welvaart en zijn hracht zoo nauw sa menhangen, steeds meer de oogen opengaan voor het gevaar dat ons als Natie bedreigt van de zijde van het modem Tooneel en de moderne Letter kunde!

Weg met vuile »planken« en vuile boeken!«

Deze waarschuwing is niet overbodig.

De bekoring, die van deze nieuwere letterkunde uitgaat, v/erkt ook in onze kringen door.

En onder den naam van „nieuwe kunst" worden de meest onzedelijke romans aan onze jongelingen enj ongedochters aangeprezen.

Wie ze niet leest, heet niet op de hoogte van zijn tijd. Het is achterlijk om Couperus, Borel, van Eeden niet te kennen.

Juist daarom kan het niet luide genoeg gezegd, dat geen Christelijk gezin met deze nieuwere letterkunde coquelteeren mag.

Er staat geschreven: Gij zuli den Heere uwen God niet verzoeken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 oktober 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Uit be Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 oktober 1901

De Heraut | 4 Pagina's