GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Mag men doorgaan?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mag men doorgaan?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van verschillende zijden vraagt men ons, of de kerken niet beter doen met het concept-contract inzake de eenheid der opleiding ter zijde te leggen, nu gebleken is, dat een betrekkelijk groot aantal broederen tegen het advies' bezwaar heeft.

De agitatie, die tegen het concept-contract in het leven is geroepen, heeft, zoo oordeelt men, alle kans op aanneming van het concept door de generale Synode onmogelijk gemaakt. Al zou ten slotte op de Synode de meerderheid voor het Concept blijken te zijn, deze meerderheid zou toch ter wille der dissentieërende broederen het concept niet mogen doordrijven. Is het dan niet beter, om de rust en vrede te herstellen, dat de Kerken in haar Kerkeraden, classicale en provinciale vergaderingen reeds nu verklaren, afgezien van de vraag, of zij zelf het compromis aannemelijk achten, dat het ter wille der afwijkende broederen ter zijde moet worden gelegd.' Alleen op die wijze zou het erger kwaad van scheuring in de Kerken voorkomen kunnen worden.

Nu is het ook onze overtuiging, die wij meermalen uitspraken, dat de generale Synode ter wille van de eenheid van opleiding de eenheid der Kerken niet in gevaar mag brengen. Blijkt metterdaad in Augustus, dat een zeer belangrijk deel onzer Kerken principieel tegen de eenheid van opleiding is, dan heeft de generale Synode het recht en de bevoegdheid niet, om bet concept contract toch aan te nemen. Hoe smartelijk het ook vallen moge, de tweeheid van opleiding zal dan bestendigd moeten worden, tot tijd en wijle beter inzicht of de nood der tijden tot eenheid leidt. Over dit punt bestaat geen geschil.

Geheel anders daarentegen staat de zaak op onze kerkeraden, classicale en provinciale vergaderingen. Deze hebben geen beslissing te nemen, of het concept zal aangenomen of verworpen worden. Zoo handelende, zouden zij in de rechten der generale Synode treden en deze feitelijk het werk uit de handen nemen. Waartoe zou de generale Synode saamkomen en onder aanroeping van des Eleeren naam de voorstellen overwegen, die zijn ingekomen, wanneer van te voren reeds door de Kerken was voorgeschreven aan haar afgevaardigden, hoe zij stemmen moesten.' Men schaffe dan de generale Synode af, late de Kerken met meerderheid van stemmen over elk voorstel beslissen en voere het referendum in ons Gereformeerd Kerkrecht in.

Wat de kerken in haar classicale en provinciale vergaderingen alleen doen kunnen is, een voorloopig oordeel over elk voorstel uitspreken. Ze kunnen verklaren, of naar haar overtuiging het voorstel aannemelijk is of niet. De afgevaardigden ter generale Synode ontvangen dan een indruk, hoe de kerken over dit voorstel denken, en kunnen daarmede rekening houden, wanneer de eindbeslissing genomen wordt. Maar natuurlijk moet deze indruk dan ook zoo zuiver mogelijk zijn en moet daarom elke kerk, geheel afgezien van elke andere consideratie, zich uitspreken over de vraag, of zij fiet voorstel in het profijt der kerken acht.

Gaat men daarentegen in de classicale en provinciale vergaderingen reeds rekening houden met een oppositie, waarvan niemand de juiste omvang en beteekenis kent; verwerpt men om deze geheimzinnige oppositie een voorstel, dat men zelf goed en billijk keurt; dan vervalscht men den indruk. Een zeer kleine minderheid, die op zichzelf zonder eenige beteekenis is, groeit dan aan met de snelheid eener lawine. Straks wordt op de generale Synode gerapporteerd, dat zooveel kerkeraden, zooveel classes, zooveel provinciale synoden tegen het voorstel waren, terwijl de feitelijke toestand is, dat deze kerken, classes en provinciale synoden Z'ÖÖ; ' het voorstel zijn, maar ter wille van anderen er tegen hebben gestemd. De generale Synode ontvangt zoodoende een gansch onjuisten indruk; ze komt onder de hypnose van getallen, die met de werkelijkheid geheel in strijd zijn, en ze neemt dientengevolge beslissingen, die door de overgroote meerderheid der kerken, hadden zij zich vrij kunnen uitspreken, niet waren gewild.

Reeds om deze reden zouden wij aan alle kerkeraden, classes en provinciale Synoden den ernstigen raad willen geven, om niet ter wille van anderen het concept af te stemmen, maar om naar eigen overtuiging een oordeel uit te brengen, het overlatende aan de generale Synode om een definitieve beslissing te nemen. Alleen zóó is een gezond kerkelijk leven mogelijk.

Maar hier komt in dit speciale geval nog een bijzondere drangreden bij. De oppositie, 5die tegenjhet corcept-ccntract het hoofd opstak, vindt zijn oorzaak niet zoozeer in het contract zelf. Zoo naïef mogelijk bekende een inzender in de Bazuin het dezer dagen, dat het concept, toen hij het eerst las, hem gansch aannemelijk voorkwam. Dat kan ook niet anders. Wie het concept gansch onbevooroordeeld leest, zooals het daar ligt, moet toestemmen, dat de Vrije Universiteit tot het uiterste toe concessies heeft gedaan ; dat zij schier alle zeggenschap over de Theol. faculteit aan de Kerken heeft afgestaan; dat de rechten en belangen der Kerken in dit concept gewaarborgd zijn op een wijze, die aan de zijde der Kerken niets te wenschen overlaat. Dat de voorstanders der Vrije Universiteit met angstig hart vragen, of haar hoogleeraren en curatoren niet te ver zijn gegaan en of op deze wijze van het organisch verband tusschen de Theologische faculteit en de Universiteit nog iets overblijft, verstaan wij ten volle. Maar dat de voorstanders eener kerkelijke opleiding niet tevreden zouden zijn, nu bij alle gewichtige beslissingen het eindoordeel in de handen der generale Synode is gelegd, ware de ongerijmdheid zelve. Ds. Bos, die jarenlang Curator der Theologische School was en wiens oordeel ten de^e een geheel onverdacht karakter heeft, heeft niet onduidelijk gezegd : de m.acht der kerkelijke Curatoren over de thans bestaande Theologische school te Kampen kan nauwelijks grooter worden genoemd dan de macht, die in dit concept aan de Kerken geschonken wordt.

Niet in de bepalingen van het concept ligt dus de grond der oppositie, maar in hetgeen men eerst openlijk in de pers en daarna in een geheime vergadering te Utrecht, waar tegenspraak onmogelijk was, heeft verspreid. Men heeft door allerlei onjuiste mededeelingen, door verdachtmaking van de bedoeling der onderteekenaars, door geruchten, waarvan geen tittel of jota waar was, de gemoederen kunstmatig opgezweept. Met name heeft hierbij het subsidie-spook dienst gedaan. Wanneer de Kerken haar Theologische School met de Theologische faculteit der Vrije Universiteit verbonden en de Vfije Universiteit straks subsidie aannam van de Overheid en daardoor afhankelijk werd van den Staat, dan werden de Kerken met haar School onder de macht der Overheid gebracht. En daarom was het concept-contract onaannemelijk.

Nu zullen wij op al deze onjuiste geruchten niet ingaan. Prof. Rutgers heeft zich de moeite gegund, aan het eenige kantoor, • waar men afdoende bescheid kan geven, aan te kloppen, en het antwoord, dat hij ontving, en dat thans in de Heraut staat afgedrukt, is voldoende om te doen zien, hoe aan eenige staatsinmenging in de zaken der Theol. faculteit bij de Regeering zelfs^niet gedacht wordt. Het subsidie-spook is daarmede voor goed van de baan. Het bleek, zooals alle spoken, alleen in de verbeelding te bestaan.

Voor een oppositie, die uit allerlei mis verstand is geboren, gaat een dapper soldaat niet terstond op den loop. De generale Synode wordt eerst in Augustus, gehouden, en men heeft dus nog vier maan-j den den tijd om door rustig en kalm betoog de tegenstanders van ongelijk te overtuigen. Ook hier zal de kracht der waarheid de t d e d c W e overhand behouden. De tijdelijke opwin O ding zal bedaren. Het kalm gezond verstand zal zijn recht hernemen. De Kerken zullen zich afvragen, of verwerping van het b aangeboden concept-contract niet leiden zal o tot de nadeeli^ste gevolgen juist voor de l Theologische School, die men liefheeft en W behouden wil.

Want een ding vergete men niet.

Wanneer thans van verschillende zijden stemmen opgaan, dat de generale Synode d te Arnhem niet alleen de Theologische School moet handhaven en bevestigen, l maar alle verband met de Vrije Universiteit moet verbreken, haar candidaten moet noodzaken te Kampen herexamen te doen, of nog liever, hun heel den toegang tot den dienst der kerk moet ontzeggen, dan deert dit de Vrije Universiteit niet. Zij gaat onder al deze stormen rustig haar weg, vast overtuigd, dat geen generale Synode der Gereformeerde kerken tot zulke gewelddadige maatregelen zal besluiten tegen een Hoogeschool, die de Gereformeerde beginselen op het gebied der wetenschap bepleit.

Maar wel doen zulke stemmen nameloos veel schade aan de Theologische School zelf, wier belangen men aldus meent voor te staan. Die School mag niet de School van een groep, van een fractie zijn, maar moet de School zijn van de kerken al te zaam. De School kan daarom alleen bloeien, wanneer de gezamenlijke kerken haar dragen, steunen met haar gebed en offerande, Uefhebben met de liefde van haar hart. Stelt men nu de School vijandig tegenover de Universiteit, die eveneens de warme genegenheid bezit van een groot deel der kerken ; wil men om de School alle verband met de Universiteit verbreken; dan kwetst men de voorstanders der Universiteit in hun heiligste overtuiging. De School, die de School van allen moest zijn, wordt dan een partijschool. In haar belichaamt zich dan het beginsel der scheiding van 1834. Aan haar mogen dan alleen hoogleeraren optreden, die een bepaalde richting in onze kerken vertegenwoordigen. Haar candidaten worden dan alleen aangenomen in de kerken die uit de scheiding zijn voortgekomen. Het partijwezen, met al zijn zonde en verbittering, wordt dan in ons kerkelijk leven ingebracht. De School, die een vereenigingspunt moest wezen voor allen, wordt dan de wigge, die onze kerkelijke eenheid splijten doet. En zulk een School mag de Uefde van een deel der kerken hebben, maar de liefde van alle kerken krijgt ze niet.

Het is om dat ernstige gevaar, dat onze kerken bedreigt, dat De Heraut de aanneming van het concept-contract aanried. School en faculteit worden dan saamgesmolten. Aan de Kerken worden alle rechten gewaarborgd, die zij noodig hebben. En met de eenheid van opleiding wordt ook de eenheid van ons kerkelijk leven verzekerd.

Om dien prijs te winnen, mag geen inspanning te groot zijn. Daarom geve men den moed niet op, maar ijvere met goode conscientie en eerlijke middelen, elk in zijn. omgeving, om dat doel te bereiken.

Zonder strijd is nog nooit een overwin ning behaald.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 april 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Mag men doorgaan?

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 april 1902

De Heraut | 4 Pagina's