GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GENERALE SYNODE VAN DE Gereformeerde Kerken in Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GENERALE SYNODE VAN DE Gereformeerde Kerken in Nederland

29 minuten leestijd Arcering uitzetten

TE ARNHEM.

Vrijdag 15 Augustus des voormiddags. Zevende zitting.

De praeses laat zingen P.s. 86 : 5 en 6, leest Psalm 129 en opent de zitting met gebed.

De praeses deelt terstond mede, dat de commissie van voorbereiding voor de behandeling van het concept contract in zake de Opleiding, tegen aanstaanden Dinsdag nog niet geheel ge reed zal kunnen zijn, en mitsdien de behandeling dezer aangelegenheid moet worden uitgesteld tot aanstaanden Woensdag.

De eerste scriba Dr. Honig, leest de notulen der beide vorige zittingen. Ze worden met kleine wijziging vastgesteld.

De praeses deelt mede, dat nog bij de Synode is ingekomen een stuk betreffende den Med. dienst te Djokja, en de oudzendingsdireclor Dr. J. H. Donner heeft bericht, tot zijn leedwezen niet tegenwoordig te kunnen zijn als adviseur.

De eerste scriba leest zijn schrijven voor.

Alsnu wordt de behandeling voortgezet van de concept zendingsorde.

Art. XVIII wordt met kleine wijziging aldus vastgesteld:

Het advies of de goedkeuring van deze Deputaten wordt gevraagd in alle gevallen van uitzending en van accoord, hetwelk tot gezamenlijke uitzending moet leiden.

Zij hebben het beheer over de Generale Kas, volgens nadere instructiën van de Generale Synode.

Zij doen uitspraak over alle geschillen tusschen Kerken onderling, alsmede tusschen Kerken en de Dienaars op het Zendingsveld, nadat gebleken is dat deze zaken door Classes of Provinciale Synoden niet konden worden bsëin digd en geen uitspraak van de Generale Synode kan worden afgewacht.

Art. XIX wordt, onveranderd, aldus vast­

gesteld : Tot het instellen van de diensten op het Zendingsterrein wordt overgegaan, zoodra een genoegzaam aantal geloovigen aanwezig is, die tot kerkformatie willen komen, en onder hen gevonden worden, die voor deze dieflsten eenige gaven hebben ontvangen.

Over de vraag of deze toestand op eenige plaats is ingetreden, wint de Dienaar des Woords op dat terrein eerst het advies in van de afzonderlijke vergadering van de Dienaren des Woords' en zendt dit advies tegelijk met zijn eigen voorstellen aan den Kerkeraad, die hem zendt.

Hij gaat tot het instellen van de diensten niet over, alvorens de goedkeuring van den Kerkeraad is ontvangen.

Zoolang het ergens nog niet tot instelling van de diensten is gekomen, bedient de Dienaar des AVoords zoowel Doop als Avondmaal, krachtens zijne instructie. Art. XX ondergaat ook geene verandering, en Itiidt:

Zoolang er op zijn terrdn geene geïnstitueerde Gereformeerde Kerk van Europeanen is, wordt den missionairen Dienaar des Woords door de Zendende Kerk ook opgedragen om, zooverre zijn missionaire arbeid het gedoogt, eenige geestelijke hulp te bieden aan Europeanen aldaar, en Woord en Sacramenten te bedienen voor Europeanen van Gereformeerde belijdenis en wandel.

Art. XXI wordt ook ongewijzigd aangenomen als volgt:

„De Deputaten der Generale Synode voor de zending bezorgen de uitgaven van één of meer zendings organen."

Art. XXII wordt eveneens onveranderd vast gesteld, als volgt:

Aan de Zendende Kerk behoort het toezicht op belijdenis en wandel van alle missionaire arbeiders (arbeidsters) op haar terrein. Zij Iaat zich daarbij zooveel mogelijk voorlichten door haren missionairen Dienaar en kan, desverkiezende, raad en hulp vragen van een gena buurde Kerk en van de vergaderingen in art. 15 genoemd.

Evenzoo art. XXIII, luidende:

Wanneer een Europeaan, in eenigen hulp dienst werkzaam, op ergerlijke wijze tegen de zuiverheid der leer of de vromigheid des wan dels zondigt; vraagt de missionaire Dienaar des Woords het advies van een genabuurde Kerk van Europeanen. Deze stelt, krachtens mandaat van de Kerk, onder wier toezicht de schuldige staat, zoo noodig een onderzoek in loco in, en zoo zij oordeelt, dat.hij (/•-ij) onmiddellijk gecensureerd moet worden, censureert de inissio naire Dienaar des Woords hem (haar) vóorloopig en is de schuldige verplicht zich voorloopig te onthouden van zijn (haar) arbeid. Verkeert de missionaire Dienaar des Woords zelf in dit geval, dan vraagt de afzonderlijke vergadering van de Dienaren des Woords advies van e^n genabuurde Kerk van Europeanen. Deze handelt dan op dezelfde wijze als bij Europeanen in hulpdienst werkzaam, en oordeelt zij, dat de Dienaar des Woords geschorst moet worden, dan schorst de vergadering van Dienaren des Woords hem, uit naam van de Kerk, in wier dienst of toezicht hij staat.

Van zulke spoedeischende gevallen wordt voorts onverwijld bericht gezonden aan den Kerkeraad, onder wiens toezicht de schuldige staat, opdat die verder met hem handele.

Van alle gevallen, die uitstel kunnen lijden, wordt dadelijk mededeeli.ig gedaan aan den Kerkeraad, opdat die daarin geheel en al zelf handele.

Ook art. XXIV wordt onveranderd aan­ genomen.

De gelden voor de Zending worden bijeengebracht door contribution, giften, schenkingen, eiflatingen en collecten, met name door de Pinkstercollecte. Indien er geen genoegzame gelden voorhanden zijn, om de aangegane verplichtingen te voldoen, zijn de Deputaten der Generale Synode voor de Zending bevoegd om eene extra collecte, ten behoeve van de Generale Kas, uit te schrijven.

Eveuzoo art. XXV.

Kerken die niet (hetzij a; lléen of ook in ge , meenschap met andere Kerken) zelven uitzenden, storten de opbrengst van alle contributiën, giften, schenkingen, erilatmgen en collecten, voor zoover eene andere bestemming niet bepaalde lijk is aangewezen, in de Generale Kas. Andere Kerken storten minstens één tiende deel van alles wat bij haar voor de zending inkomt in deze Kas.

Alsmede art. XXVI.

Aan geïnstitueerde Kerken in Indië kan, bijaldien blijkt, dat de Zending bij haar welstand belang heeft, door de Generale Synode subsidie uit de Generale Kas worden toegelegd.

Ook art. XXVII.

De administratie van de Generale Kas berust bij de Quaestoren, benoemd door de Generale Synode. Zij ontvangen hun instructie van de Deputaten der Generale Synode voor de Zending en doen alleen op hun last uitbetalingen.

Hetzelfde geldt van het laatste artikel, art. XXVIII.

De Quaestoren doen elk jaar rekening en verantwoording aan de Deputaten der Generale Synode voor de Zending. Deze zullen geen dé charge verleenen dan na gehoord advies van drie deskundigen.

Zij zelven doen telkenmale rekening en verantwoording aan de Generale Synode.

Alsnu brengt de praeses de Zendingsorde in haar geheel in hoofdelijke stemming, en zij wordt aangenomen met alle stemmen.

Ingevolge de gevallen beslissing wordt opgemerkt, dat nu nog in onderscheidene gevallen zal moeten worden voorzien ter tutvoering der Zendingsorde.

Aan de reeds aangewezen Commissie wordt opgedragen, daartoe de noodige voorstellen in gereedheid te brengen.

Alsnu stelt de praeses a.an de orde het Rapport van Curatoren der Theol. School.

Dit rapport wordt uitgebracht bij monde van den secretaris Curator D.i. L. Nijens van Amsterdam.

In dit rapport wordt o. a. melding gemaakt: a. van het zilveren jubileum van Prof. M. Noordtzy; de beste wenschen worden voor Z.Ii.Ed. geuit.

b. van het overlijden van Prof. D. K. Wielenga; de talenten van den overledene worden met weemoed nog herinnerd.

c. Het rectoraat van Prof. L. Lindeboom.

Curatoren mochten over den arbeid van hoogleeraren en van leeraren aan het Gymnasium hun dank en tevredenheid voor de Synode betuigen.

Voorts wordt medegedeeld dat de Rector van het Gymnasium, Dr. .Fischer, wegens voortdurende ongesteldheid, zijn arbeid moest neder leggen en met eigen goedvinden eervol ontslag ontving.

De heeren Joh. Kapteyn en J. van der Valkj leeraren aan het Gymnasium, mochten in dit jaar hun doctoralen graad in de Oude Letteren verwerven; de eerste aan de stedelijke de tweede aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Nog volgden eenige mededeelingen betreffende de examina enz. van de leerlingen, die aan het einde van den cursus 49 bedroegen.

Studenten waren ingeschreven ten getale van 70. Ook ten aanzien van dezen werden mede deelingen gedaan van examina enz. welke in 't algemeen tot grooten dank stemden.

In het Curatoren college kwamen de volgende veranderingen:

Voor Ds. Bavinck kwam Ds. J. Hessels voor Overijssel, voor Ds. J. van Schelven kwam Dr. H. Bouwman voor Gelderland, voor Ds. T. Bos kwam Ds. J. Westerhuis voor Groningen, voor Ds. J. A. Goedbloed, Ds. W. Bosch voor Noord Brabant.

Wat de financiën aangaat, rapporteeren cura toren dat er stofïe is tot danken; evenwel niet om nu te rusten of stil te zitten. Integendeel, er blijft al'e reden om te waken enop vermeer dering van inkomsten bedacht te zijn.

Aangaande de Bazuin kan bericht, dat het getal abonnementen sinds de vorige Generale Synode steeds is toegenomen. De heeren medewerkers bleven hun gaven en krachten steeds ten dienste stellen.

Betreffende het bekende concept contract voor de eenheid van opleiding namen cur*t< 3ren geen besluit, doch bidden der Synode de wijsheid van Boven toe. '

Nog vestigen curatoren de aandacht der Synode: a. op het gouden jubileum der Theologische School, D. V. in het jaar 1904; — machtiging vragende om eventueel dit jubileum naar behooren te vieren;

h. op de formatie der zesde klasse aan het Gymnasium en hetgeen daaraan verbonden is.

Eindelijk wordt meegedeeld hetgeen geschied is, ingevolge opdracht der Generale Synode van 1899, tot eventueele overdracht van het Gymnasium te Kampen aan eene Vereeniging. Bepaalde resultaten werden alsnog niet bereikt, ofschoon meerdere onder'andelingen werdenen worden gevoerd.

De bespreking van het uitgebracht Rapport wordt verdaagd tot padat het advies der betrokken Commissie van onderzoek ter Synodale tafel zal zijn. Den Rapporteur wordt inmiddels door den praeses dank gebracht.

Op voorstel van den praeses wordt goedgevonden, dat Ds. J. D. V. d. Munnik, Dr. Hania zal bijslaan bij het opmaken van het persverslag, wijl laatstgenoemde door andere opdrachten te zeer wordt in beslag genomen.

Alsnu rapporteert br. Vermeulen over letter F b en c;

b. Eeiie mededeeling van de Partic. Synode van Zuid Holland omtrent eene benoeming van een lid tot deputaat voor de Generale Kas, wordt voor kennisgeving aangenomen;

c. betrekking hebbende op catechiseermeesters en oefenaars leidt er toe, dat de daarvoor benoemde deputaten worden gecontinueerd.

Omtrent het rapport van de kerk van Amsterdam aangaande het archief, waarover door denzelfden broeder wordt gerapporteerd, wordt meegedeeld, dat de kerk van Amsterdam uitnemend voor het archief zorgt, doch dat enkele stukken, welke zijn aangevraagd en toegezonden, ook na dringend verzoek, niet zijn teruggezonden.

De Synode betreurt dit en draagt aan den Kerkeraad van Amsterdam op, doeltreffende maatregelen in deze aangelegenheid te nemen. Daarna gaat de pauze in.

Vrijdag 15 Augustus, des namiddags. Achtste zitting.

Bij den aanvang wordt gezongen Ps. 115:5, (Wordt voorts meegedeeld, dat de juiste naam van br. Kaspers, gisteren genoemd als adres voor in te zenden rekeningen, deze is: b. Kaspers, Eusebiusbuitensingel 32, Arnhem).

Benoemd worden daarna tot deputaten voor de revisie van de kerkenorde;

Prof Bivinck, Prof. Rutgers en Dr. Hania, Voorts wordt goedgevonden, dat men de volgende week Dinsdag zal beginnen, terwijl dan in namiddag-vergaderingen de afgevaardigden van de buitenlandsche Kerken aan het woord zullen ko.-nen.

Door Dr. Hania wordt daarna gerapporteerd over de afdoening van een tuchtzaak te Uithuizermeeden volgens gedachte der Generale Synode van 1899. Met de conclusie, in die zaak genomen, hebben alle partijen zich vereenigd, en geconstateerd mag, dat deze zaak alzoo tot een goed einde is gebracht.

Daarna rapporteert br. D. Mulder over een geschil te Nieuwendijk, waartoe enkele broeders zijn benoemd door de Synode van Groningen Ook deze aangelegenheid is beëindigd geworden.

Br. De Braal rapporteert over een verzoek om hulp ter voorziening in de geestelijke behoeften van tijdelijk in IJmuiden liggende visschers.

De Synode besluit overeenkomstig de conclusie, dat den kerkeraad van Velzen wordt geraden zich te wenden tot de betrokken kerken waaruit de visschers komen; en dat de Synode de kerk van Velzen hiermee aanbeveelt bij die kerken.

Ds. Bosch rapporteert over de correspondentie van de kerk Arnhem met de kerken bedoeld in Acta Gron. Art. 163.

De kerk van Arnhem heeft geschreven aan een aantal kerken, die nog niet tot ons kerkverband behooren, en op dat samenleven in verband gewezen.

Enkele kerken hadden een sympathiek antwoord gezonden.

Wordt besloten, nadat hierover door de brs. Prof. Lindeboom, Dr. Van Goor, Ds. B. van Schelven en den Assessor het woord is gevoerd, voort te gaan met de pogingen om zulke kerken te bewegen tot eenheid van het lichaam van Christus in zichtbare openbaring.

Br. Bosch rapporteert ook over den arbeid van Deputaten voor de correspondentie met de Hooge Overheid.

Achtereenvolgens werd meegedeeld wat voornoemde deputaten hadden gedaan in zake volkstelling, bij gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin, bij gelegenheid van het overlijden van de echtgenoote van president Kruger, enz.

Voorts komt in dat rapport uit, dat er nog 34 plaatsen zijn riiet meer dan ééne kerkformatie.

Het geheele rapport van deputaten met de Hooge Overheid zal onder de Bijlagen in de Acta worden opgenomen, terwijl de handelingen van die depuiaten worden goedgekeurd.

Evenzoo rapporteert br. Bosch over den arbeid der deputaten te Groningen, benoemd in zake requesten voor doodstraf, over het verzoek van de Gereformeerde vereeniging voor drankbestrijding, en over eene klacht van eene Partic. Synode, dat geene uitvoering is gegeven aan een opdracht m Groningen gegeven in zake de roepende zonden.

Over deze aangelegenheden wordt het woord gevoerd door Prof. Lindeboom, Ds. Breiikelaar, Ds. Van Andel, Ds. Elzenga, den Asses-

sor, Ds. De Geus, den isten scriba, denvoorz.

en Prof. Rutgers.

In zake de opdrachten in Groningen gegeven betreurt de Synode den gang van zaken, en constateert zij, dat de in '99 benoemde deputaten niet aan hunne opdracht hebben voldaan.

Voorts spreekt zij hare instemming uit met : de klachten in voornoemd verzoek geuit, doch deputaten, zooals in 1899, meent zij nu niet weer te moeten benoemen.

Ds. De Geus leest nu een brief voor van Prof, Henry E. Dosker, die wel gaarne als afgevaardigde van de Reformed Church tegenwoordig had willen, doch tot zijn leedwezen niet had kunnen zijn.

Daarna sluit de praeses deze middagzitting en gaat de assessor in dankzegging voor.

Dinsdag 19 Augustus, des voormiddags.

Negende zitting.

De Praeses laat zingen Psalm 135 : 1, leest Psalm 84 en opent de zitting met gebed.

Alle primiafgevaardigden zijn weder tegenwoordig.

De notulen der beide zittingen van Vrijdag j.l. worden gelezen en vastgesteld

De Praeses doet mededeeling van nog enkele voor de Synode ingekomen stukken.

De commissie van praeadvies in zake de opleiding deelt mede, dat de vrucht van haar arbeid nog in deze morgenzitting gedrukt aan de leden der Synode zal worden rondgedeeld, ter behandeling op morgen.

Dr. Scheurer rapporteert namens de commissie van praeadvies in zake de zending over Midden Java ten Truiden; welke arbeid daar onder leiding van de ke-k van Utrecht is verricht geworden.

Achtereenvolgens doet hij mededeelingen omtrent terrein, arbeiders, arbeid enz. die over het geheel tot tevredenheid en dan stemmen. O. a. komt daarbij uit, dat Ds. Adriaanse, missionair-predikant te Poerworedjo thans, om ongesteldheid in het land is, en na een zeer inspannenden arbeid van enkele jaren hier tot herstel hoopt te komen, en dat nu Ds. Zwaan te Djokja en br. Zuidema te Poerworedjo, zooveel mogelijk diens arbeid waarnemen.

Ook blijkt nog, dat er goede verwachting is, dat het eerlang komen zal tot samenwerking tusschen Utrecht's kerk in de stad en de kerken in de provinciën Utrecht en Gelderland. J g

De toestand van de financiën is niet ongunstig, ofschoon steun aan Utrecht vooreerst misschien nog wel noodig zal zijn. Het rapport eindigt met conclusies, o. a. deze: o

1. de handelingen van de 10 deputaten met g betrekking tot de kerk van Utrecht en det Utrechtsche classe sinds 1899 goed te keuren.

2. De rekening en verantwoording van de kerk van Utrecht sinds 1899 eveneens goed te keuren, terwijl eindelijk nog enkele voorstellen voor de toekomst werden gedaan. o z

Bij de bespreking van het rapport werd nog al uitvoerig gesproken over de belijdenis van de geïnstitueerde Javaansche kerken te Selong en Temon: de Ned. Geloofsbelijdenis wordt daartoe beter geacht dan de 12 artikelen, ofschoon de vorm van confessie op Java met het oog op het Oostersch bewustzijn en de dwalingen aldaar op den duur wel wat anders zal moeten zijn dan hier. v g

Ook wordt opgemerkt, dat men voorzichtig zij met het institueeren van kerken op Java; men wachte vooral totdat er broeders zijn, die voor de kerkelijke diensten eenige gaven hebben ontvangen; de „daarvoor noodige kracht moet aanwezig zijn".

De brs. Dr. Scheurer, Prof. Rutgers, Dr. v. Goor, Prof. Lindeboom, Ds. Adriaanse, Ds. Fernhout en Ds. Breukelaar voeren hierover het g woord.

De Synode vereenigde zich aan het einde van de bespreking met de beide genoemde conclusies, en neemt ook de voorstellen aan van de praeadviseerende commissie, betrekking hebbende op de verhouding van de kerken tot de kerk van Utrecht in zake financ. steun, die nog noodig mocht zijn. Daarbij wordt ook nog vastgesteld, dat Utrecht van i Oct. 1902 af het door haar gekozen zendingsterrein al of niet in samenwerking met andere kerken, ge­ s heel en al voor eigen rekening zal verzorgen. z n t b

En eindelijk wordt bepaald dat de deputaten der Generale Synode voor de zending de volgende synode dienen van advies over de institueering van Jav. kerken en al wat daarmee samenhangt, aan te nemen Confessie, naam enz., terwijl dan ook, niet dan bij wijze van uitzondering, tot vóór de volgende Synode tot institueeren van kerken op Java worde overgegaan. w K o m l g b l

Ds. Van Lummel rapporteert nog namens de commissie van praeadvies over een tweetal bezwaarschriften. De voorgedragen conclusiën der commissie worden door de Synode aangenomen, en zullen aan de bezwaarden en aan de betrokken kerkelijke vergaderingen worden ter kennis gebracht. Daarna treedt de pauze in. w b t i S p

Dinsdag 19 Aug. des namiddags.

Tiende zitting.

De praeses laat zingen Ps. 100 : i—2. Alsnu heet de praeses welkom de afgevaardigden der buitenlandsche kerken, en geeft allereerst het woord aan Ds. J. Noordewier, van de Chr. Geref. kerk in N.-Amerika.

Z.Ew. brengt de zustergroete over zijner Kerk. Deze is opgekomen meest uit die kerken in Nederland, wier formatie wortelt in de actie van 1834. De beweging van 1886 en v.v. zag men in Amerika met dank aan den Heere; evenzoo de vereeniging der kerken in 1892; en met leedwezen zag men, dat niet allen in Nederland met die vereeniging meegingen.

De Chr. Geref. Kerk in N.-Amenka telt nu reeds ruim S5°°° zielen. Zij groeide dusverre voorspoedig uit. Zij arbeidt ook in de Zending, nu reeds met drie leeraren. Zij heeft voorts een Theol. School te Grand-Rapids en tracht die steeds meer te volmaken. De School heeft 4 docenten voor de theologische vakken. Deleercursus duurt, alles tezamen, acht jaren. Spreker eindigt met de uiting van hartelijke wenschen en gebeden.

Vervolgens spreekt Ds. Henry Beets, ook pred. bij eene Chr. Ger. Kerk in Noord-Amerika. Z.Eerw. brengt in herinnering een schrijven van Ds. Michaèlis uit de 17e eeuw, waarin deze zijne vreugde uitdrukte over het ieit, dat de Heere de Geref. Kerk ook had overgeplant in de Nieuwe Wereld en dat zi klein in begin, toch een groot doel had.

De Chr. Geref. Kerk in Amerika, die eerst klein was, heeft ook een groot doel. Zij acht het hare eerste roeping, de eere der Geref. belijdenis aldaar hoog te houden, en dat niet enkel uit liefde tot die belijdenis, maar ook in de overtuiging, dat Amerika hieraan vooral behoefte heeft tegenover methodisme en evolutionisme. Voorts keert zich de Chr. Geref. Kerk tegen de vele geheime orden, die Amerika overstroomen en in beslag nemen. Verschillende van deze orden werden door spreker genoemd en in hun karakteristieke benamingen geteekend: bv. de orde van de vrouwelijke Makkabeen. J

Ook wil df. Chr, Geref. kerk den Amerikanen oog en hart zoeken te geven voor een leven uit vaste beginselen — een leven, dat in Amerika weinig wordt gekend. Mede wil zij bevorderen de oud-HoUandsche degelijkheid onder het volk van Amerika, tegenover veel oppervlakkigheid. Nog wil zij voortplanten de gedachte, dat het christenvolk een roeping heeft ook op staatkundig gebied, opdat het christelijk leven doorweike op alle terrein.

Er is echter ook een keerzijde. Tegenover echt-Hollandsche verkleefdheid aan theoretiseeren en delibereeren, wil spreker aanprijzen het Amerikaansche doen; tegenover de Holl. langzaamheid de Amerikaansche activiteit en voortvarendheid; tegenover het oud-HoUandsche liefhebberen in allerlei preciess formuleering het echt Amerikaansche handelen; en eindelijk ook aanprijzen Amerikaansche activiteit in de zending.

Spreker zou wenschen een saamkomen en Raamwerken van alle Geref. Kerken der wereld, om met gelijke rechten te beraadslagen en te besluiten aangaande kerkelijke en maatschappe lijke belangen, die allen gemeenschappelijk zijn. — Hij eindigt met de vraag om de blijvende sympathie der Nederlandsche voor de Amerikaansche kerken.

De Praeses geeft vervolgens het woord aan Ds. L. Stroeven, van de Geref. kerk in de Graafschap Bentheim en Oost-Friesland. Spreker vangt aan met de belijdenis in herinnering te brengen van de eenheid der Chr. kerk onder de volken, en met name van de eenheid der kerken in Oost-Friesland met de kerken in Nederland, worstelend in een lang verleden.

Eén is het leven dezer kerken met die in Nederland ook in deze eeuw. Tusschen beider weg van reformatie is . wel verschil. Ging in Nederland de actie meer uit van dienaren des Woords, in Oost Friesland en Bentheim ging zij meer uit van de leden. Spreker geeft een kort overzicht van de geschiedenis, die in deze reformarie werd doorleefd; — een overzicht, waarin onderscheidene bij ons bekende en geliefde namen werden vermeld; met grooten nadruk werd Ds. . Bavinck genoemd.

In de opleiding van dienaren des Woords werd het volmaakte nog niet bereikt, en over den weg waarin meerdere volmaking moet worden ezocht, is ook in de Graafschap het laatste woord nog niet gesproken; toch wilde men de pleiding verbeteren.

Spreker doet voorts nog enkele mededeelingen uit het heden. Van groote dingen kan hij niet ewagen. Doch gelukkig evenmin ten kwade als en goede.

Met hartelijken dank voor het verleende woord en met aanbeveling van de kerken, namens welke hij spreekt, hopende dat de Synode ok broeders naar hen afvaardige, eindigt hij ijne toespraak.

Alsnu krijgt pastor H. Roeter van Breslau, mede namens de Evangelische Christelijke kerk an Görlitz, in Silezie, het woord.

Hij spreekt de vergadering in het Duitsch toe.

Het doet hem groot genoegen, dat hij niet voor het eerst hier in Nederland is; ook vroeer was hij hier eens geweest, namel. in Zwolle.

Omgekeerd wordt er aan herinnerd hoe Dr. C. van Gelderen, nu predikant te Schoonebeek in Drenthe, meer dan eens bij hem was geweest en in Breslau had gepredikt.

Hij geeft voorts een overzicht van de geschiedenis der kerken, namens welke hij hier is. Er zijn thans 2 gemeenten en één station.

Veel had hi] gedaan om een eigen kerkelijk gebouw te krijgen. 16, 000 mark (een mark is 60 cent) was daarvoor in eigen gemeente saam ebracht: het resteerende had hij op eene collecte-reis in Schotland bijeenverzameld. Het was het oprecht begeeren dat het kerkelijke leven ich mocht uitbreiden. Hun voornemen was het, bij de Waarheid te blijven door Gods genade; „steeds doorgaan" moest de leuze zijn. Wij kunen immers „niets beters doen dan den Heere e gehoorzamen." Terwijl de warme toespraak esloten wordt met de hartelijkste wenschen voor de kerken in Nederland.

Van de aangeboden gelegenheid om den prekers uit het buitenland een vraag te doen, ordt allereerst gebruik gemaakt door Ouderl. anstra. Hij vraagt eigelijk niets, doch merkt p, waar ons was voorgehouden, dat wij nog eer zouden kunnen doen, dat Amerika het and van de dollar, hier het land van de ulden is.

Ds. Westerhuis vraagt of er ook kerkelijk verand bestaat tusschen de Kerken in Oost Friesand en Bentheim en die in Silezie. Geantwoord ordt, dat er wel confessioneek verwantschap estaat; indertijd werd een candidaat uit Kampen e Görlitz beroepen: formeel geregeld verband s er echter niet.

Op verzoek van den Praeses spreekt Ds. van chelven, een der Deputaten voor de corresondentie met de buitenlandsche kerken, een woord ter beantwoording der verschillende sprekers.

De beteekenis der correspondentie met de buitenlandsche kerken ligt — zegt spreker — niet maar in een ure als deze, maar veelmeer in het hier-zijn der buitenl. broeders, om uitdrukking te geven aan de eenheid van Christus' kerk over de gansche wereld. Daarbij komt een verwantschap met de broederen in Amerika ook in het bloed. Zij willen ons ook in Amerika zien, maar zij worden naar Holland getrokken met dubbelen drang.

Spreker reflecteert voorts op onderscheidene teekeningen, door de buitenlandsche broederen gegeven van gunstige en min gunstige trekken van het Hollandsche karakter. De strijd elders en hier is wel verschillend, maar toch in den rond dezelfde, ook hier al meer een worsteling tegen de evolutieleer. Spreker maant aan tot oortzetting van den strijd en mag ook de broeeren benwediegen met de ervaringen, op eigen aderlandschen bodem opgedaan. Neen, de strijd oor de Geref. beginselen is niet te vergeefs! „ A tout prix voorwaarts, " heeft een der sprekers ezegd. Spreker wil dat woord herhalen en allen, an hier en van elders, toeroepen: a tout prix oorwaarts! Wij hebben het bevel van onzen oning, en zijns is de zake, waarvoor wij ons angorden. Bewaar Uwe eigenaardige nationalieit, maar bovenal uwe eere als kerken van nzen Heere Jezus Christus.

De Praeses betuigt aan Ds, van van Schelven en dank der Synode voor zijn woord en sluit eel deze handeling met dankbetuigingen an allen.

De Praeses stelt nu weder de zaken der ending aan de orde, en wel met name het apport in zake de reorganisatie der Keucheniuschool te Poerworedjo, bij monde van Ds. W. reukelaar. Op het concept voor deze reorgaisatie, door de deputaten tot de zending aaneboden, worden door de commissie van prae dvies enkele wijzigingen voorgesteld, waarvan ededeeling wordt gedaan.

De Praeses brengt het rapport in discussie. et wordt met de voorgestelde wijzigingen angenomen.

Prof, Biesterveld rapporteert namens de commissie van prae advies over Soemba en de deelname van dit arbeidsveld door de prov, Groningen, Drente en Overijsel, Ook dit rapport wordt zonder discussie aangenomen en de broeders Ds, H; Dijkstra, Ds. T. Bos en Ds. A. M. Donner als deputaten voor Soemba namens de Synode van 1899 worden gedechargeerd.

Dr. Van Goor rapporteert daarna over een bezwaarschrift van br. B. in zake den doop van een kind.

De conclusie van het rapport is de censuur op te heffen, den doop van het kind te doen p aats hebben en 3 deputaten aan te wijzen, om met den Kerkeraad te spreken. De conclusie wordt aangenomen.

Prof. Biesserveld, Ds. J. van Andel, en br. J. van Golverdingen worden tot deputaten benoemd.

Br. v. Lummel rapporteert eveneens over een bezwaarschrift van br, U. te R. Ook de conclusie van dit rapport wordt aangenomen.

Evenzoo eene conclusie van een rapport, door Ds. Vermeulen uitgebracht, om bij de meubileering enz., voor de Generale Synode de noodige zuinigheid en soberheid te betrachten. Men zal zuinig en sober zijn. Over wijziging in den omslag over de provinciën, waarin wijziging werd gewenscht en waarover Ds. Vermeulen ook rapporteert, zal later worden beslist.

De vergadering wordt hierna gesloten en de praeses gaat voor in dankzegging.

Woensdag 20 Augustus, des voormiddags.

Elfde zitting.

Nadat gezongen is Psalm 147 : 10 en gelezen Psalm 148, opent op verzoek van den Praeses Prof, P, Biesterveld deze zitting met gebed.

Blijkens de opkomst van vele ^broeders én zusters uit alle oorden des lands is de belang stelling dezen dag nog grooter dan anders.

De eerste scriba. Dr, Honig, leest de notulen der vergadering van gisteren; ze geven geene aanleiding tot bijzondere opmerkingen.

De, Wagenaar rapporteert namens Deputaten 'voor het verband der Kerken met de Theol, Faculteit der Vrije Universiteit (als secundus voor Ds, Klaarhamer te Utrecht die wegens ongesteldheid afwezig is.)

Deputaten hadden slechts eenmaal aanleiding tot het maken van een opmerking omtrent het aantal colleges in een bepaald studievak. Zij werden in dit opzicht tevreden gesteld. Deputaten mogen de Synode tot dank opwekken voor wat de Heere ook nu weder gaf.

Aan de orde komt nu het punt van de Opleiding.

In de hiervoor benoemde commissie van praeadvies blijkt tweeërlei gevoelen te zijn. Sommige leden oordeelden dat de Synode, voor zooveel van haar afhangt, de vereeniging van school en faculteit thans tot stand brenge; andere meenden, dat men daarop niet moest ingaan.

Deze z. g. praealabele kwestie wordt nu eerst en uitsluitend in debat gebracht. Daarover spreken in de eerste plaats de onderscheidene Provinciën bij monde van één of meer harer afgevaardigden zich nu uit.

Ook hierbij komt tweeërlei gevoelen uit: Sommige provinciën wilden wel, anderen adviseerden niet op de zaak in te gaan,

Plietna krijgen de leden van de commissie van praeadvies gelegenheid om de gevoelens, die in hun midden waren, nader toe te lichten; terwijl daarna nog nader door onderscheidene broeders op de praealabele kwestie wordt ingegaan; door Ds. van Lummel, Prof. Noordtzij, Prof. Rutgers, Br. A. Elshout, Dr. G. van Goor, Ds. H. Scholten, Prof. Geesink.

Sommigen spreken met nadruk uit, dat men niet op de zaak moet ingaan, omdat men het, zonder dat ook maar eenigszins nijd of bitterheid behoeft te ontstaan, toch niet eens zal worden: de tegenstellingen op sommige punten zouden te groot blijken, ja onvereenigbaar, onoplosbaar blijken te zijn; terwijl anderen met even groote warmte verdedigen: Ga we! op de zaak in: de Heere heeft wel meer gegeven, dat wij er toe verwaardigd werden het schijnbaar onmogelijke.op te lossen : „niet voortgaan" zij dan ten minste, als het moet, het einde, ofschoon een droevig, van de discussie, doch worde niet nu reeds bij het begin beslist.

Bij het aanbreken van de pauze duurt de discussie nog voort.

Woensdag 20 Augustus, des namiddags.

Twaalfde Zitting.

Deze zitting begint met het zingen van Psalm 68 : 14.

Het kerkgebouw is beneden en ook boven op de galerijen geheel bezet.

De bespreking van de „praealabele kwestie", of men al ofniet zal beginnen aan de bespreking van het Concept Contract, opdat de vereeniging van School en Faculteit thans zoo mogelijk tot stand worde gebracht, wordt nu voortgezet.

Achtereenvolgens nemen de Brs. Ds. Elzenga, Ds, van Andel, Ds, Bouma, Dr, Honig, Ds, Littooy, Ds. T. Bos, Br. Mulder, Ds. van Schelven, Ds. W. Bosch, Prof. Lindeboom, Br. de Leeuw, Prof, Biesterveld, en Prof. Rutgers hieraan deel.

Het voor en tegen ervan, wordt, evenals van morgen in langeren of korteren vorm — doch door allen met warmte — toegelicht en bepleit, in verband met allerlei gemaakte opmerkingen. Misschien is er echter — zoo luidt eene geheel nieuwe opmerking — ook nog wel een andere weg, dan de in het concept-contract aangegevene (ook al wordt die geamendeerd) waarlangs de oplossing is te. vinden, en die de meeste broeders zou kunnen bevredigen.

Wijl aan het einde van de zitting nog enkele broeders het woord hebben te voeren, zal de discussie morgen worden voortgezet.

De Praeses sluit nu, terwijl op zijn verzoek Ds. Westerhuis voorgaat in dankzegging.

Donderdag 20 Augustus, des voormiddags.

Dertiende zitting.

De Praeses laat zingen Psalm 24: i, 2, leest Psalm 8 en opent de zitting met gebed.

Groote belangstelling blijkt ook heden weer in de opkomst van zeer vele broeders en zusters.

De notulen der zittingen van gisteren worden gelezen en goedgekeurd.

Tot leden van de commissie van praeadvies in zake de zending worden, om de omvang rijkheid van den arbeid dier commissie, alsnog benoemd de brs, A. de Geus en Ds, L. Kuiper.

De discussie over de praealabele quaestie, waarover ook gisteren is gesproken, wordt nu voortgezet.

Daarover nemen nu achtereenvolgens nog het woord Prof. H. Bavinck, Ds. Westerhuis, Ds. Van Goor, br. Kamstra, Prof. Noordtzij en br. Dijkhuis,

De inhoud van deze toespraken is zakelijk dezelfde als die van de redevoeringen van gisteren ; sommigen meenden nogmaals met grooten nadruk te moeten raden dat men niet, anderen oordeelden dat men wel op de zaak der opleiding zou ingaan, aangezien de Synode voor God en de kerken niet verantwoord zou zijn, als men het uiterste niet met allen ernst had beproefd in betrekking tot de unificatie van de

opleiding; onrust is er nu in den boezem der kerken, die onrust zou toch ook niet weggenomen zijn, als er nu niets van kwam, omdat men niet alles beproefd had wat mogelijk was, onj elkander te verstaan en tot bevredigende oplossing te komen,

In stemming komt nu eerst het voorstel van een deel der commissie van praeadvies om het concept-contract met de annexe voorstellen en adviezen niet verder in behandeling te nemen, maar ter zijde te leggen, en over te gaan tot de behandeling van die voorstellen inzake de opleiding en toelating tot den dienst des Woords, welke alsnog beslissing vragen.

Dit wordt verworpen:14 voor, 26 tegen.

Daarna worden in stemming gebracht 2 voorstellen : éen van den Voorzitter, aldus luidende :

De Synode, overwogen hebbende wat van onderscheidene zijden in zake de praealabele kwestie in het midden is gebracht, oordeelende dat zij behoort te beproeven, zooveel van haar afhangt, de eenheid van opleiding tot stand te brengen, gaat over tot de bespreking van den weg, die daartoe kan leiden, door het conceptcontract met de daarop voorgestelde wij«iging in behandeling te nemen.

en een van den Assessor, van dezen inhoud:

De Synode alles gehoord hebbende, besluit, zonder zich uit te spreken over de verschillende gevoelens, over te gaan tot de bespreking van de vraag, of en hoe eenheid van opleiding — ook met het oog op de voorstellen der Pro vinciën — tot stand zij te brengen. Dat van den Assessor wordt aangenomen:22 voor, 18 tegen.

Daarna begint de pauze.

Donderdag zi Augustus, des namiddags.

Veertiende zitting.

Er wordt aangevangen met het zingen van Psalm 119 : 17.

Daarna stelt het Moderamen voor om de be­ spreking van de zaak der opleiding tot morgenochtend uit te stellen, met het oog op een eventueel in te dienen voorstel, dat misschien ter tafel zal komen, en dat uu nog niet geheel en al gereed kon zijn.

Dit wordt aangenomen.

Aan de orde komt nu het rapport over de correspondentie met de buitenlandsche kerken bij monde van Ds. De Geus.

Uit dit rapport blijkt, dat de deputaten voor de correspondentie met buitenlandsche kerken onderscheidene stukken hebben doen uitgaan, o. a. tot de Engelsche en Schotsche kerken in zake den oorlog in Zuid Afrika, dat de brs, ds. Lion Cachet en prof. Wielenga, mede behoorende tot deze deputaten, in de eeuwige ruste zijn ingegaan, enz, enz.

Aan dit rapport worden nog eenige conclusie's toegevoegd, o, a, :

1, aan deputaten den dank te betuigen voor hun arbeid; inzonderheid ter zake hunner bemoeiingen in verband met den Z.-Afrik, oorlog;

2, nadere relatie te zoeken met den Reformirte Bund in Duitschland;

3. de correspondentie met de Free Church of England alsnog met de noodige waakzaamheid te blijven onderhouden;

4, te verklaren, dat de kerk van Breslau om haar geref, , karakter, om hare geïsoleerde positie en hare zwakheid steun verdient;

5. aan deputaten van de algemeene kas voor hulpbeh. kerken machtiging te verleenen, om de Kerk van Duisburgh en den arbeid der classis Arnhem, Zutfen in de Rijnprovincie te steunen;

6. de deputaten voor correspondentie met de buitenl. kerken te continueeren.

Deze worden allen aangenomen.

Met het oog op vele werkzaamheden van de leden der Synode in allerlei commissies, wordt deze zitting iets vroeger gesloten en gaat de^ Praeses voor in dankzegging.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 augustus 1902

De Heraut | 2 Pagina's

GENERALE SYNODE VAN DE Gereformeerde Kerken in Nederland

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 augustus 1902

De Heraut | 2 Pagina's